De Commissie heeft bezwaar tegen het onderhands aanbesteden van het project aan in Limburg actieve ontgrinders.

Dat heeft de Limburgse gedeputeerde M. Vestjens (VVD, Maaswerken) maandag verklaard. De provincie Limburg en de departementen van Verkeer en Waterstaat en van Landbouw, die een overeenkomst over het project hebben gesloten, willen de opdracht onderhands gunnen aan een consortium van bedrijven. Voordeel daarvan is dat het project in dit specifieke geval met gesloten beurzen kan worden uitgevoerd, doordat de uitvoerders de opbrengst van het grind krijgen.

De Europese Commissie wil echter dat het project Europees wordt aanbesteed, zodat ook andere bedrijven kunnen meedingen naar de opdracht. De onderhandse gunning is volgens de commissie in strijd met Europese richtlijnen voor aanbestedingen door overheden. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat moet nog deze maand reageren op de bedenkingen.

In oktober zou de provincie Limburg een definitief besluit nemen over het Grensmaasproject, dat in 2005 zou moeten starten. Ook de grindproducenten van de Panheelgroep, een consortium van enkele Nederlandse ontgrinders, moeten nog met het plan instemmen. Maar het doorgaan van het nu voorliggende plan is onzeker, nu de Europese Commissie daar bezwaar tegen maakt.

Vestjens blijft optimistisch. „Er is nog geen besluit gevallen”, zegt hij. „De Commissie zal eerst met goede argumenten moeten komen.” Mocht Europa voet bij stuk houden, dan moet het hele plan „tot op de vierkante meter nauwkeurig” worden omgebouwd tot een nieuw bestek, zegt Vestjens. Daarbij blijft overeind staan, dat de Grensmaas het Rijk geen cent mag kosten: de beveiliging van de Maas moet worden gefinancierd uit de opbrengst van 50 miljoen ton grind.