St. Andrews: bolwerk van godgeleerdheid
ST. ANDREWS – St. Andrews ligt met zijn voeten in de Noordzee. Hier heeft in de kerkgeschiedenis veel bloed gevloeid. Dat is de ene kant. Maar St. Andrews was ook vele jaren het geestelijk centrum van Schotland, mede dankzij zijn universiteit. Dat is de andere kant. De universiteit viert haar 600-jarig bestaan.
De oude universiteitsstad St. Andrews, in het vredige Schotse graafschap Fife, is als een vuistdik geschiedenisboek. Beroemde jaartallen liggen er voor het oprapen. Oude gevels en historische gebouwen zijn er te kust en te keur. Hier is nauwelijks iets wat niet bezienswaardig is. Op een uitstekende rots met uitzicht op zee staat de ruïne van het kasteel (eens het grootste van het land), vroeger het bisschoppelijk paleis. Aan zee staat ook het 15 meter hoge martelarenmonument.
St. Andrews was vóór de Reformatie de zetel van het grootste bisdom in Schotland. Het stond bekend als een fanatieke verzamelplaats van roomse dwalingen, een samenklontering van paaps bederf. De stad werd ook wel ”de moederstad van het rijk der duisternis” genoemd. Aan dat imago droeg de toenmalige universiteit fors bij.
Bakermat
Toch heeft deze stad veel invloed gehad op het verloop van de kerkgeschiedenis. Hij vormde de bakermat van de Reformatie. John Knox gaf hier de aanzet tot verwijdering van beelden en andere afgodsornamenten uit de kerken. Knox hield zijn eerste protestantse preek in de Holy Trinity Church, en stichtte in het kasteel de eerste huisgemeente.
De beroemde universiteit, de oudste van Schotland en na Oxford en Cambridge de oudste in de Engelssprekende wereld, was vele jaren lang een toonbeeld van gereformeerde orthodoxie en het geestelijk centrum van Schotland. Beroemde namen zijn aan deze universiteit verbonden, zoals die van Samuel Rutherford, John Eadie, James Guthry, Robert Blaire, Thomas Halyburton, James Hadow en Archibald Campbell.
Het exacte beginmoment van de universiteit is wat in nevels gehuld. Sommigen noemen 1411 als jaar van oprichting, anderen 1412, weer anderen 1413. Het was in elk geval bisschop Henry Wardlaw die er in februari 1411 voor heeft gezorgd dat de universiteit er kwam. De paus was het die op 28 augustus 1413 met een pauselijke bul deze onderwijsinstelling de status van universiteit verleende.
Drie colleges
Rond het midden van de zestiende eeuw omvatte de universiteit drie colleges: St. Salvator’s College, St. Leonard’s College en St. Mary’s College. De huidige gebouwen van de laatgotische St. Salvator’s Chapel en St. Mary’s College dateren nog uit deze periode. In het St. Mary’s College huist sinds de Reformatie de theologische faculteit, met de beroemde King James Library.
St. Andrews University heeft zes eeuwen lang een grote reputatie opgebouwd als wetenschappelijk centrum voor onderwijs en onderzoek op het terrein van letteren, geneeskunde, kunsten, biologische en fysische wetenschappen, en zeker ook godgeleerdheid. De theologische faculteit biedt plaats aan een van de vijf erkende centra voor de opleiding tot predikant in de Church of Scotland. Op dit moment studeren er in St. Andrews 8000 studenten van meer dan honderd nationaliteiten.
Het Reformation Studies Institute, waarvan de reformatiehistoricus prof. dr. Andrew Pettegree hoofd is, maakt deel uit van de universiteit van St. Andrews. Pettegree schreef onder meer ”Reformation and the Culture of Persuasion” (over de vraag hoe de Reformatie een massabeweging kon worden in een tijd waarin de meeste mensen niet konden lezen), en in de reeks St. Andrews Studies ”Marian Protestantisme” (over de Reformatie in Engeland).
Prins William
De Britse prins William ontmoette zijn verloofde Kate Middleton in St. Andrews. William studeerde geografie, Kate kunstgeschiedenis. Beiden geven op 25 februari het startsein voor de viering van het universiteitsjubileum. Zij zullen in het St. Salvator’s College een jubileumplaquette onthullen.
De jubileumperiode loopt van februari 2011 tot eind 2013.