Dat blijkt uit onderzoek van deze krant, die jaarlijks alle 411 Nederlandse gemeenten benadert met de vraag naar de schade aan hun eigendommen door vandalisme rond de jaarwisseling. Van hen reageerden er 240, een respons van bijna 60 procent.

De kosten door vernielingen zijn landelijk gezien sinds de jaarwisseling van 2007-2008 bijna gehalveerd. In vergelijking met de jaarwisseling 2009-2010 zijn ze echter met 37 procent gestegen.

In de Biblebelt lag de schade de afgelopen jaarwisseling ruim 60 procent hoger dan in de rest van Nederland, hetzelfde percentage als rondom de vorige jaarwisseling. Bij de jaarwisseling 2008-2009 was het verschil nog 97 procent.

Een inwoner van een niet-orthodox-christelijke gemeente betaalt 0,41 euro om de schade door vandalisme te herstellen, in de Biblebelt ligt dat bedrag op 0,66 euro.

Bij de vorige oudejaarsviering lagen die bedragen op respectievelijk 0,30 en 0,48 euro. Rond de jaarwisseling van 2008-2009 ging het om 0,37 en 0,73 euro.

De jaarwisseling 2007-2008 kende de grootste schade met respectievelijk 0,92 en 1,17 euro per inwoner.

Onderzoekers van de Politieacademie concludeerden in 2007 in een studie, onder leiding van prof. dr. Otto Adang, dat de onrust tijdens de jaarwisseling zich, behalve in sommige wijken van de grote steden, concentreert in gemeenten met een orthodox-christelijke signatuur.

Dat beeld blijkt in de afgelopen jaren niet veranderd, al is het verschil tussen de schade binnen en buiten de Biblebelt verkleind.

Adang noemt het desgevraagd „een kwestie van lange adem” voordat er sprake zal zijn van een substantiële vermindering van schade in de openbare ruimte rond Oud en Nieuw.