Kerk & religie
Uitgever Snoek: Comrie mag geen Van der Groe worden

ERMELO – Zijn hele leven heeft F. N. Snoek iets met preken gehad, en dan bij voorkeur preken van oudvaders. In de oud gereformeerde gemeente te Amersfoort (Muurhuizen) luisterde hij als kleine jongen al naar Smytegelt, Van der Kemp en Van der Groe. Nu geeft hij ze uit, in grote donkerbruine banden, als het moet met gouden opdruk.

Jan van ’t Hul
5 January 2011 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 13:09
ERMELO – Uitgever Snoek aan het werk met een machine waarmee hij boekkaternen in elkaar naait. „Het is ons doel om oude lectuur weer ingang te doen vinden bij de mensen. Hoe meer uitgevers, hoe liever, zou ik zeggen.” Foto RD, André Dorst
ERMELO – Uitgever Snoek aan het werk met een machine waarmee hij boekkaternen in elkaar naait. „Het is ons doel om oude lectuur weer ingang te doen vinden bij de mensen. Hoe meer uitgevers, hoe liever, zou ik zeggen.” Foto RD, André Dorst

„Ik ben met oude schrijvers opgegroeid. Vroeger was het bij ons aan de Muurhuizen vaak leesdienst. Dat vonden we helemaal niet erg, want de preken die daar werden gelezen waren goed. Dat waren vaak de onder ons gebruikelijke oudvaders. Ik heb er altijd al belangstelling voor gehad.”

Later werd Snoek ouderling in de oud gereformeerde gemeente van Ermelo. Al jaren is hij daar de enige ouderling. „De behoefte aan geschikte preken om zondags te lezen, is groot. Je gaat dan hier en daar wat zoeken. En dan valt het je op dat veel oude preken aan de vergetelheid lijken te zijn prijsgegeven.”

In 1999 begon Snoek voor zichzelf, in samenwerking met De Boeckbinder te Elspeet. De Boeckbinder gaf naast de serie ”De erve der vaderen” al jaren reprints (fotografische herdrukken) uit van oude preken. In hetzelfde jaar nam Snoek de copyrights over van P. Stuut te Rijssen, uitgever van de prekenserie ”Bibliotheek voor het late nageslacht”.

Later ging Snoek verder met de serie ”Het heil verkondigd”, inmiddels een serie van zeven forse banden met elk vijftien preken van voornamelijk Hollandse oudvaders, zoals Mobachius, Tuinman, Van Houten, Van der Groe en Antonides, een enkele Duitse, zoals Coenraad Mel, en een enkele Engelse, zoals Thomas Watson.

Waar moet een preek aan voldoen wil Snoek er iets in zien? „Je kijkt bijvoorbeeld naar de lengte. Een preek moet in een leesdienst gelezen kunnen worden. En een gedrukte preek mag je als uitgever niet inkorten, vind ik. Wat een ouderling doet die een preek leest, is niet onze verantwoordelijkheid. Ik zou me kunnen voorstellen dat je in een leesdienst in een enkel geval een voorwoord weglaat. Want een voorwoord is bij sommigen al een preek op zichzelf. Maar een preek inkorten, luistert heel nauw. Je kunt niet alle zinnen herschrijven, of de volgorde wijzigen, of een preek passend maken voor de huidige tijdsomstandigheden. Men mag van Comrie geen Van der Groe maken, of omgekeerd. Comrie moet wel Comrie blijven.”

Snoek is zich ervan bewust dat reeds uit de selectie van de preken die hij in zijn fonds opneemt een zekere persoonlijke voorkeur blijkt. „Het gaat er ons niet om dat we preken willen die ons het beste bevallen, maar dat een preek een goede preek is. Een goede preek mag een zeker appel doen op de hoorders, maar moet in elk geval de dood in Adam verkondigen en het leven in Christus. Daarin is niet iedere oudvader gelijk. De een legt het accent iets meer aan deze kant, een ander iets meer aan de andere kant. In de ene preek zal de menselijke verantwoordelijkheid meer wegen, in een andere de onmogelijkheid van de mens om zelf iets aan zijn behoud te kunnen toedoen. Een goede preek vertelt in elk geval dat er een wonder moet gebeuren wil een mens van dood levend worden. Vroeger zei de ouderling aan de Muurhuizen: „Er moeten wezenlijke zaken aan de orde komen.” Kijk, dat is het.”

Snoek heeft achting voor veel hedendaagse predikanten. Maar toch hadden die oude schrijvers, denkt hij, iets van een diepte die men vandaag soms mist. „Hun Schriftuitleg was gedegen, hun exegese onuitputtelijk, hun woord van toepassing zo ernstig. Ze gaven zo veel schriftuurlijk onderwijs.”

De markt voor oude preken is klein. Wie koopt nog zo’n zevendelige serie ”Het heil verkondigd”? „Veel ouderlingen die zondags voorgaan in leesdiensten. Soms ook wel studenten aan een predikantenopleiding, die zich willen oriënteren. Gelukkig ook nog mensen die zoiets kopen vanuit een geestelijke behoefte.”

Misschien vissen er te veel uitgevers in dezelfde kleine vijver? „Waarom? Het is ons doel om oude lectuur weer ingang te doen vinden. Hoe meer uitgevers, hoe liever, zou ik zeggen. Er is nog zo veel werk te doen.” Dat er steeds minder mensen zijn die de oude druk kunnen lezen, verdriet Snoek zeer. „Kinderen zouden op onze basisscholen de oude druk weer moeten leren. Dan zou er voor hen een hele wereld opengaan. Het is echt niet zo moeilijk als het lijkt.”

Dit is het eerste deel in een serie over kleine uitgevers van oudvaders. Volgende week woensdag: deel 2: uitgeverij De Oude Wijn te Woudenberg.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer