APELDOORN – Een kerstpakket staat bij mij in de keuken. Ook ik heb zo’n met sterren en kerstballen bedrukte kartonnen doos gekregen. Ik heb er zelfs twee.
De dozen zijn volgepakt met wijn, snoep, chocola en andere lang houdbare producten. Ik ben ermee in m’n nopjes, want wie geen werk heeft, ontkomt er niet aan goedkoper te leven. Voor mij is dat niet erg, want dit eenpersoonshuishouden houd ik wel draaiende. Maar als er kinderen moeten mee-eten, beginnen de zorgen pas echt te knijpen. Dat zal ongetwijfeld voorkomen bij de ruim 400.000 werklozen in Nederland. Huur- en zorgsubsidies zijn dan een te kleine pleister op de wond.
Met een all-inhuurprijs hoef ik de verwarming gelukkig niet al te laag zetten.
Een stop op het kopen van kleding bespaart ook en met de bibliotheekpas ontloop ik de boekhandel en stil ik de honger naar boeken. Alleen m’n auto houd ik nog even.
De maaltijd is een dagelijkse kans om goedkoper te leven. Niet dat ik verhonger. Alleen de toetjes zijn geschrapt. Creatief nadenken over een recept voor morgen of overmorgen is een nieuwe sport. Het is verleden tijd geworden om na een week de verpieterde inhoud van de groentela te verhuizen naar de vuilnisbak. Zuinigheid, een stukje christelijk rentmeesterschap, begint dus pas met een smalle beurs.
Goedkoper inkopen kan bij de Duitse supermarktgiganten. Ze hebben een goede versafdeling. Ook het vriesvak biedt groenten van goede smaak. En via de prijs ontdek ik het fenomeen seizoensgroente. Bovendien zijn de oer-Hollandse stamppot en erwtensoep veel goedkoper dan oriëntaalse en mediterrane gerechten.
Hoewel, met een beetje mixen bevatten de kerstpakketten de benodigdheden voor een pastagerecht. Wat verse groenten en mijn uitpuilende kruidenrek –een relict uit rijke dagen– maken daar iets moois van. Met zo’n maaltijd uit de twee dozen, door de familie doorgegeven, houd ik tastbaar contact met het werkende leven.
Dit is het derde deel in een serie over werkloosheid. De schrijver is als starter op de arbeidsmarkt op zoek naar een baan.