Luthers week voor 31 oktober (V)
Over Luthers week voorafgaand aan 31 oktober 1517 is nauwelijks iets bekend. Toch is het mogelijk met wat we wel weten en reconstructie van die week te maken. Prof. dr. H. J. Selderhuis gebruikt historische gegevens voor een fictief dagboek van de Wittenberger reformator.
Zaterdag 30 oktober
Vannacht heb ik slecht geslapen, maar niet omdat ik hoofdpijn van het bidden had. Ik twijfel eraan of ik er wel goed aan doe morgen mijn stellingen publiek te maken. Met niemand heb ik er nog over gesproken en dat wil ik liever ook niet doen. Ik publiceer ze weliswaar in het Latijn, om duidelijk te maken dat ik er allereerst een academische discussie van wil maken, maar ik snap ook wel dat er snel een Duitse vertaling zal komen.
Ik heb gemerkt dat er drukkers zijn die de persen al klaar hebben staan om dit stuk te drukken en te verspreiden. Toen ik dat hoorde, kwam ik weer bij die vragen uit. Doe ik er wel goed aan? Heb ik het wel bij het rechte eind? Ik ben nu 33 jaar. Aan de ene kant denk ik: Wat zullen ze wel niet zeggen dat zo’n jonge vent zulke ferme taal neerzet. Aan de andere kant: als ik het nu niet doe, eindig ik ook bij die grote groep ouderen die tot geen enkele verandering bereid is.
Ik ben maar weer in de Bijbel gaan lezen. Ook heb ik tot God gebeden, omdat ik me soms afvraag of ik het goed zie, terwijl er dan zo veel geleerden en geestelijken zijn die het niet goed zouden zien. Nu heb ik er rust over gekregen. Het moet maar gebeuren, want zo kan het echt niet langer. En ach, ik denk ook dat het wel goed zal vallen. Er zijn zo veel verstandige mensen in de kerk. En daarbij, het moet toch mogelijk zijn om samen en vanuit de Bijbel open te spreken en samen de weg terug te vinden?
Ik ben vanmiddag nog even langs de deur van de slotkapel gelopen. Daar moet ik die stellingen aanslaan. Op zich niets bijzonders, want die deur is het mededelingenbord voor allerlei academische evenementen en discussies. Maar toch. Mijn stellingen zullen heel wat teweegbrengen. Maar ik kan ook niet anders. Die stellingen maak ik bekend. Ik stuur ze op naar de aartsbisschop en laat ze enkele andere mensen zien. Of ik ze ook aan de slotkapel aansla, weet ik nog niet. Ik zal er nog een nachtje over slapen.
Dit is het laatste deel in een vijfdelige serie in de aanloop naar Hervormingsdag.