DEN HAAG – Van de Hard Werkende Nederlander die in 2007 het eerste grote debat met Balkenende IV domineerde, werd de afgelopen twee dagen weinig vernomen. De vmbo-leerlingen van premier Rutte uit de Haagse Schilderswijk namen de honneurs waar.
Tijden veranderen, en daarmee niet zelden ook het perspectief en de beeldspraak in debatten.
In 2007 introduceerde huidig premier Rutte een nieuwe term in het politieke vocabulaire: de Hard Werkende Nederlander. De coalitiepartners (CDA, PvdA, CU) van Balkenende IV zouden deze representant van de Hollandse burgerij over het hoofd zien.
De sterke economische groei in procenten zag de ”HWN’er” ten onrechte niet terug in eurocenten, luidde de VVD-kritiek. Vanaf dat moment stelden zo ongeveer alle fracties de sores van de belastingbetalende hardwerker centraal in hun betogen.
Nu door de financiële crisis het huishoudboekje van de staat er stukken minder florissant voor staat dan Balkenende en zijn schatkistbewaarder Bos destijds vol enthousiasme voorspiegelden–u weet wel: de staatsschuld zou dalen tot een napoleontisch laagterecord–, stond de afgelopen twee dagen op het parlementair toneel niet zozeer het hier en nu centraal.
Veel meer ging het tijdens het lange debat over de regeringsverklaring van het nieuwe kabinet om de houdbaarheid van de verzorgingsstaat. En daarmee kwam ook de portemonnee van de Hard Werkende Nederlander op het tweede plan te staan. Nieuwe beeldspraak was echter snel gevonden in het vmbo-klasje waaraan Rutte wekelijks twee uur maatschappijleer doceert op het Haagse Varias College.
Volgens de oppositie ontbreekt het Rutte I aan hervormingen om die jongeren perspectief te bieden op hun toekomst. Met name GroenLinksfractieleider Halsema, die Rutte prees omdat hij zijn docentschap ook als premier voortzet –„ik vind dat echt fantastisch”–, peperde hem dat in door veelvuldig te verwijzen naar zijn pupillen. „Wat gaat u hún vertellen? Wat voor vergezicht biedt u ze? Uw leerlingen lijken geen rol te spelen in dit regeerakkoord! Terwijl ze niet verantwoordelijk zijn voor de crisis, maar er wel de gevolgen van dragen.”
Daarom nu rap de arbeidsmarkt, de WW, het ontslagstelsel en de woningmarkt hervormen, vindt Halsema. „U loopt daarvoor weg.”
De enige keer dat Rutte zelf inging op alle opmerkingen over zijn klas, benadrukte hij dat hij zijn overwegend allochtone leerlingen gedurig voorhoudt dat ze, om discriminatie te overwinnen, zichzelf zullen moeten „invechten in de samenleving.” „Maar dan zeg ik: als je doorknokt, dan woon je óók in een land waar je uiteindelijk burgemeester van Rotterdam kunt worden”, aldus Rutte, verwijzend naar de PvdA’er Aboutaleb.
„Dat is mooi”, vond Halsema. Om hier echter aan toe te voegen dat zij, als ze een leerling van Rutte was geweest, zich wel zou afvragen waarom hij dan de samenwerking is aangegaan met PVV-leider Wilders, die mensen als Aboutaleb (dubbel paspoort!) juist níét als staatssecretaris of burgemeester wil. „Nu u weer, mijnheer Rutte.” Waarop de premier pareerde dat zijn leerlingen „niet zozeer geïnteresseerd zijn in intenties, maar vooral in maatregelen” en dat het kabinet hen in ieder geval niet „zal afschrijven.”
Of het nu gaat om onderwijs, integratie of alle mogelijke hervormingen: het ziet ernaar uit dat de premierspupillen nog wel vaker de revue zullen passeren.