DEN HAAG – De kersverse premier Rutte kreeg links en rechts roem voor zijn optreden tijdens het debat over de regeringsverklaring. Maar niet alles ging goed.
Na spannende en grote debatten in politiek Den Haag is het gebruikelijk dat Kamerleden de ministers gelukwensen met de afloop van het debat. Het is dan altijd aardig om vanaf de tribune de non-verbale communicatie tussen politieke tegenstanders waar te nemen. Dat zegt soms meer over de onderlinge verhoudingen dan duizend woorden tijdens het debat.
Sowieso was Rutte erg vriendelijk en voorkomend tegenover de VVD-fractieleden. Dat is natuurlijk logisch, het zijn tenslotte zijn politieke geestverwanten. De manier waarop Wilders en Rutte elkaar begroetten, was onthullend. Dat was niet zomaar een extra stevige handdruk of zo, maar de twee vielen elkaar letterlijk om de hals en klopten elkaar gedurende enkele seconden bemoedigend op de schouder. Zo’n ”hug” viel ook de CDA-dissidente Ferrier ten deel. Zij kreeg er nog enkele zoenen bij.
Ook SGP-fractievoorzitter Van der Staaij kreeg een meer dan hartelijke begroeting van Rutte. Terwijl de twee al lachend en pratend elkaar de hand schudden, legde Rutte als extra nog eens zijn linkerhand op de rechterhand van de staatkundig gereformeerde leider.
Rutte heeft een joviaal karakter en omarmt vrij gemakkelijk mensen, maar blijkbaar zit het wel snor met de onderlinge verhoudingen in de coalitie, zelfs met de dissidente Ferrier. Het eerste kabinet-Rutte kon er wel eens langer zitten dan de meeste critici denken. Aan Wilders zal het niet liggen. Hij sloot woensdag zijn tweede termijn af met een wens „voor dit kabinet de komende vijf jaren: heel veel succes.”
Rutte deed zijn werk als een routinier. Hij zat niet aan het papier vast en sprak veel uit zijn hoofd. Hij zat bovendien goed in de dossiers. De staatssecretariaten op Sociale Zaken en Onderwijs én het fractievoorzitterschap hebben de nieuwe premier een brede vorming gegeven. Daarbij koos Rutte zo min mogelijk Haags jargon zodat het voor buitenstaanders relatief goed te volgen was. Een hartelijke lachsalvo op z’n tijd maakte het af. Het was dan ook terecht dat de premier de Socratesprijs kreeg voor de beste debater.
Opmerkelijk positief over het optreden van Rutte waren de oppositiepartijen SP, GroenLinks en D66. Roemer, Halsema en Pechtold roemden Rutte om zijn duidelijkheid. „Hoe je het ook wendt of keert, een premier die antwoord geeft op vragen is een verademing”, aldus Halsema. Impliciet geeft de GroenLinkser hiermee de vorige premier, Balkenende, een trap na. Roemer en Pechtold deden het zelfs expliciet. Pechtold: „Eindelijk duidelijkheid. Bij Balkenende was het vaak: wat heb ik nu voor een antwoord en wat heb ik eraan?”
Maar niet alles ging goed. De premier scheerde met zijn antwoord op de kwestie van de dubbele paspoorten langs het randje. CDA-fractievoorzitter Van Haersma Buma vroeg Rutte of hij als formateur onderscheid zou hebben gemaakt tussen een nieuwe staatssecretaris met een Nederlands-Zweedse en met een Nederlands-Turkse nationaliteit. Daarmee doelend op de Nederlands-Zweedse staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten in het huidige kabinet en de Nederlands-Turkse Albayrak in het vorige kabinet. Rutte zei: „Dat zou onderwerp zijn geweest van discussie.” Toen SP-fractievoorzitter Roemer hem daarop beschuldigde van discriminatie, voegde Rutte eraan toe dat „de enige toets loyaliteit en benoembaarheid is.”
Wat ook niet helemaal goed ging, was de uitgestoken hand richting oppositie. Rutte benadrukte een- en andermaal dat hij de oppositie de hand wilde reiken. Dat klonk de niet-regeringspartijen als muziek in de oren, maar toen ze met allerlei alternatieven kwamen, hield Rutte de boot af. Juist daarover waren nu wél afspraken gemaakt in coalitieverband. Dat bracht ChristenUnieleider Rouvoet tot de verzuchting: „U geeft een hand en wij houden geen vinger meer over.” Rutte was zo sportief om hartelijk met iedereen mee te lachen om zo’n rake typering.