DEN HAAG (ANP) – De oppositiepartijen in de Tweede Kamer zeggen woensdag niets terug te zien van de uitgestoken hand die premier Mark Rutte hen eerder in de regeringsverklaring bood. Aan het begin van de tweede dag van het debat over die verklaring kreeg Rutte het verwijt dat er weliswaar sprake is van een minderheidskabinet maar dat er geen ruimte is om tot afspraken te komen met andere partijen in de Kamer.
Rutte bleef desondanks benadrukken dat hij openstaat voor samenwerking met de oppositie. „Onze handreiking is 100 procent.” Volgens hem kan er over alles worden gesproken wat er in het regeerakkoord van VVD en CDA staat. Voor aanpassingen aan het met de PVV gesloten gedoogakkoord, waarin ook het bezuinigingspakket van 18 miljard euro staat, is overeenstemming noodzakelijk tussen het kabinet en de gedoogpartner.
Voor twee terreinen sprak Rutte woensdag al meteen een veto uit. Hervormingen rond de werkloosheidspremie en het ontslagrecht zijn onderdeel van de afspraken tussen VVD, CDA en PVV en daarmee „gesloten terrein”. Onder druk van de PVV is tijdens de kabinetsformatie afgesproken dat de WW niet versoberd en het ontslagrecht niet versoepeld wordt.
De premier weersprak de kritiek van de oppositie dat zijn kabinet niet tot grote hervormingen zou overgaan. Hij wees onder meer op aanpassingen in de AWBZ, een hogere AOW-leeftijd, de komst van een nationale politie en prestatiebeloning in het onderwijs. „En we gaan de overheid vergaand hervormen, de geluksmachine uitzetten. Er komen grote hervormingen op immigratie en integratie’, aldus Rutte.
De oppositie was niet overtuigd. „Dit is geen handreiking, maar een klein muizengaatje waar misschien een pootje van de muis doorheen kan. En wij moeten met een loep zoeken naar dat gaatje”, zei PvdA-fractievoorzitter Job Cohen. Ook André Rouvoet (ChristenUnie) voelde zich in de maling genomen. „U geeft een hand, maar we houden nog geen vinger over.”