AMERSFOORT – „De Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) verandert alleen de naam en verder niets.”
Dat zegt directeur-bestuurder Johan van Veelen in reactie op kritiek uit de achterban op de veranderingen bij de vereniging, die vorige week werd omgezet in stichting Siriz.
De vereniging zei af te willen van het imago van christelijke anti-abortusclub. Van Veelen verklaarde vorige week in deze krant Siriz geen prolifeorganisatie te willen noemen, omdat die term te beladen zou zijn. Volgens hem heeft zijn organisatie geen standpunt over abortus en over veilig vrijen.
In het Nederlands Dagblad van dinsdag kondigt prof. dr. W. H. Velema aan uit het comité van aanbeveling te stappen. De predikanten J. J. van Eckeveld en O. Bottenbley beraden zich daarop. Erevoorzitter prof. dr. J. Douma uit zijn teleurstelling over de stap die de VBOK zet. Hij betwijfelt dat die tot gevolg zal hebben dat het aantal hulpvragen toeneemt, zoals Van Veelen denkt.
Voormalig directeur Bas van der Ven constateert dat de kritiek in de achterban breed leeft. Tijdens een peiling op refdag.nl was 81 procent van de stemmers het oneens met de stelling ”De VBOK doet er goed aan het christelijke imago af te schudden”.
„We zijn er kennelijk te gemakkelijk van uitgegaan dat onze achterban via ons verenigingsblad voldoende geïnformeerd zou zijn”, zegt Van Veelen desgevraagd. „Inhoudelijk verandert er niets. Onze visie blijft dat ongeboren leven vanaf de conceptie het recht heeft zich te ontwikkelen en geboren te worden.”
U blijft dus tegen abortus?
„Ik heb gezegd dat we geen antiabortusbeweging zijn die zich militant opstelt. Wij zijn hulpverleners. We werken niet sturend, maar geven voorlichting. Daarbij vinden we dat ongeboren leven een kans moet krijgen.”
Als de stichting zo’n duidelijke visie op het leven heeft, betekent dat dan dat u abortus dringend afraadt?
„Het is een misverstand dat wij advies geven. Wij ondersteunen en begeleiden vrouwen. De verantwoordelijkheid voor het ongeboren leven ligt bij de moeder, en overigens ook bij de vader. Wij kunnen die verantwoordelijkheid niet overnemen.”
De verontruste leden van het comité van aanbeveling ervaren dit kennelijk toch als een andere koers.
„Wij hadden er prioriteit aan moeten geven om de nieuwe naam en organisatiestructuur met hen te bespreken. Ze krijgen snel een uitnodiging voor een gesprek. We zíjn niet veranderd.”