AMSTERDAM – Anna, 8 jaar oud, wordt met de fiets geschept door een auto. Ze loopt ernstig hersenletsel op. Na een aantal maanden in het ziekenhuis wordt ze overgeplaatst naar een revalidatiecentrum. Anna heeft een halfzijdige spastische verlamming, kan niet praten en heeft een ontwikkelingsniveau van een kind van twee jaar.
Het is een van de aangrijpende voorbeelden die maandag passeerden op een symposium in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam over het dragen van een fietshelm door kinderen. Zou Anna een fietshelm hebben opgehad, dan was haar hersenletsel waarschijnlijk niet zo ernstig geweest, zo bleek uit het verhaal van specialisten. Een helm blijkt het risico op hoofdletsel met 63 tot 88 procent te verminderen.
Prof. dr. J. C. Goslings, traumachirurg in het AMC, is een groot voorstander van het dragen van een fietshelm door kinderen. Graag zou hij zien dat deze verplicht werd. Collega-traumatoloog prof. dr. W. L. M. Kramer van het UMC Utrecht deelt die mening. „De geesten zijn er echter nog niet rijp voor”, meent Goslings. „Een helm is stom, past niet, zit niet lekker of is te duur.”
De traumachirurg wil daarom een lans breken voor een brede promotiecampagne die de noodzaak van een fietshelm voor kinderen onder de aandacht brengt. „Het positieve effect van het dragen ervan is onomstotelijk bewezen”, zegt hij.
Jaarlijks komen 26.000 kinderen en jongeren op de afdeling spoedeisende hulp terecht na een fietsongeval. Bij ongeveer 2000 van hen is opname in het ziekenhuis noodzakelijk. Gemiddeld 31 kinderen overlijden na zo’n ongeval.
Goslings stelt dat de traumazorg voor kinderen de laatste jaren sterk is verbeterd. „Op straat bepaalt de ambulance aan de hand van de ernst van het letsel –de zogenoemde traumascore– naar welk ziekenhuis een kind wordt vervoerd. Zo worden in het AMC jaarlijks tien kinderen opgenomen met veelal ernstig hersenletsel.”
Uit onderzoek van de stichting Consument en Veiligheid blijkt dat kinderen van 4 en 5 jaar en van 12 tot en met 14 jaar relatief vaak betrokken zijn bij fietsongevallen. „In 82 procent betreft het een eenzijdig ongeval, oftewel: er is geen ander voertuig bij betrokken”, zegt I. Buurton, coördinator kinderen en jeugd van Consument en Veiligheid. Vanaf 2005 is er een duidelijke toename te zien van kinderen met fietsongevallen.
„De discussie waar we altijd tegenaan lopen, is of een fietshelm wel zin heeft bij een eenzijdig ongeval. Een botsing met een auto is ernstiger, zo is de mening van veel mensen.” Buurton weerspreekt dat. Voor het verplicht stellen van een fietshelm voelt ze echter niets. „Er is geen draagvlak voor.” Promoot het vrijwillig gebruik van deze bescherming voor kinderen van 4 tot 7 jaar, zo luidt haar motto.
De provincie Zeeland heeft een begin gemaakt met deze promotie. Alle 25.000 basisschoolleerlingen van 4 tot 8 jaar krijgen een fietshelm. De eerste 5000 leerlingen in Terneuzen en Noord-Beveland hebben hem al. Met de nodige kleurrijke middelen zijn ze feestelijk gepresenteerd. Een knutsel- en tekenplaat moeten de kinderen verder enthousiast maken voor de met poppetjes beschilderde helmen. Ook leerkrachten en ouders worden erbij betrokken. Als alle 25.000 fietshelmen zijn uitgereikt, start de provincie een vijf jaar durend onderzoek om de kosteneffectiviteit van het project vast te stellen.
Wanneer een kind zonder helm hersenletsel krijgt, had dat met bescherming vaak niet meer dan een hersenschudding opgelopen, weet kinderrevalidatiearts N. J. Bakker van revalidatiecentrum De Trappenberg, met vestigingen in Huizen, Almere en Lelystad. „Bovendien geldt: hoe jonger een kind, hoe ernstiger het letsel. Lang dachten we dat dit andersom was. De hersenen van ouderen zijn echter al meer ontwikkeld. Jongeren staan nog aan het begin.”
De revalidatiearts werkt in het bijzonder aan de verbetering van de kwaliteit van leven na een ernstig ongeval met hersenletsel. „Uiteraard is ons doel dat iemand zo veel mogelijk weer kan doen in het dagelijkse leven. We bereiken heel veel.”