„PVV geen gevaar voor rechtsstaat en democratie”
AMERSFOORT – De PVV vormt geen gevaar voor de rechtsstaat en voor de democratie. Wilders zorgt wel voor maatschappelijke polarisatie en dat is een slechte voedingsbodem voor het floreren van rechtsstaat en democratie.
Dat concludeerde dr. C. Schuyt, rechter bij de Raad van State en oud-hoogleraar sociologie, zaterdag in Amersfoort tijdens een congres van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie over het thema vrijheid.
Het populisme van Wilders is volgens Schuyt voorlopig geen bedreiging voor de rechtsstaat omdat niet politici maar rechters waken over de reikwijdte van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. Ook de democratie is volgens de oud-hoogleraar niet in gevaar omdat daarover burgers en democratische partijen waken.
Waakzaamheid is volgens Schuyt wel geboden over het maatschappelijk klimaat. Op dit moment vindt er een proces van polarisatie plaats en dat is ongunstig voor rechtsstaat en democratie. „In een democratie moet je van politieke tegenstanders geen vijanden maken, maar juist van vijanden tegenstanders.”
Dr. K. van Bekkum, adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad, stelde in een tegenlezing dat Schuyt een steekje dieper moest gaan. Volgens Van Bekkum kan de rechtsstaat niet zonder een ethos als maatstaf en richtingwijzer. Niet alleen de populistische Wilders, maar ook de middenpartijen ondergraven tegen de uitholling van de rechtsstaat door vrijheden voor minderheden te beperkingen.
Dr. J. Stoep, lector aan de CHE en docent bij de VU, deed de aanwezigen een redenering aan de hand waarmee zij tegengas kunnen geven aan vrijzinnige politici die de invloed van de religie tot achter de voordeur willen terugdringen. Naast individuele en collectieve rechten zijn er volgens de filosoof ook groepsspecifieke rechten, namelijk het recht van burgers om eigen organisaties en instellingen op te richten. Daarbij hoort ook een eigen toelatingsbeleid.
Politici die religie uit het publieke domein willen terugdringen, miskennen volgens Stoep de collectieve dimensie van het geloof en de uitingen naar buiten toe die met religie gepaard gaan. Vrijzinnige politici doen volgens de lector precies hetzelfde wat ze orthodoxen verwijten, namelijk mensen buitensluiten.
E. de Kam. directeur van Youth for Christ, stelde dat het van grote betekenis is dat christelijke organisaties het recht houden om alleen christenen aan te nemen. „Anders roof je de bezieling uit het welzijnswerk”, zo stelde hij.
Prof. dr. S. van Bijsterveld, CDA-senator en bijzonder hoogleraar in Tilburg, hekelde het uitgangspunt van de seculiere politici dat de vrijheid van godsdienst uit de Grondwet kan verdwijnen. Gelovigen zouden een streepje voor hebben op anderen.
Dat is volgens Van Bijsterveld een onjuiste veronderstelling. Het wetsartikel is bedoeld om mensen met afwijkende meningen ruimte te bieden en ook om niet te geloven. Het artikel biedt burgers bijvoorbeeld de gelegenheid om ruimte te vragen voor religieuze kledingvoorschriften en gemoedsbezwaren te hebben tegen verzekeren.
Afschaffing van de vrijheid van godsdienst is volgens Van Bijsterveld dan ook kortzichtig: „We schaffen de vrijheid van vereniging toch ook niet af omdat leden van een vereniging een streepje zouden hebben door het recht op vereniging? We schaffen het recht op demonstratie toch ook niet af als er een poosje niemand demonstreert?”