AMERSFOORT – De voorlichting van de VBOK is het hardst nodig op zwarte vmbo-scholen in de Randstad. Maar de organisatie komt er vaak niet binnen vanwege haar imago van een „militante, christelijke antiabortusclub.” Het is voor directeur Johan van Veelen een van de voorbeelden die de naamsverandering in stichting Siriz nodig maken. „We sturen niet, maar helpen.”
Het raakt hem dat de VBOK, vanaf vandaag Siriz, door zijn naam en imago een aantal meisjes en vrouwen niet bereikt. „We zouden laatst voorlichting geven op een school in Rotterdam. Kort van tevoren belde de docent af. Hij had bij nader inzien moeite met de VBOK. Jammer. Juist op zwarte scholen, met een hoog risico op ongewenste zwangerschappen zijn we hard nodig.”
VBOK-medewerkers lopen „voortdurend tegen weerstand in de samenleving” aan, zegt de directeur. „Het vooroordeel is groot. Veertig jaar geleden, bij de oprichting van de VBOK, lag dat anders. De samenleving was toen meer gepolariseerd. Het was voor of tegen. Nu moet je de dialoog zoeken.”
Wat verwacht u van de nieuwe naam?
„Dat ons imago en onze identiteit beter met elkaar overeenkomen. Siriz is een nieuwe, veilige naam die bij niemand negatieve emoties oproept. In de naam zit ”iris”; we hebben oog voor mensen met problemen. De s aan het begin staat nergens voor, de z aan het einde voor zwangerschap.
We hebben grote ambities: 5 procent meer hulpvragen per jaar, in vijf jaar 150 procent meer scholieren bereiken met voorlichting, een tweede opvanghuis, een voorziening voor begeleid wonen en in elke provincie minimaal één hulppost. Onze nieuwe naam moet helpen onze doelstellingen beter te realiseren. Bij de gemeentelijke overheid maken we meer kans op subsidie voor het oprichten van een nieuw opvanghuis. Ook daar werkt de naam van de VBOK ons tegen. Datzelfde geldt voor vermogensfondsen.”
U bent gestopt met financiële acties en het geven van voorlichting op reformatorische scholen. Vervreemdt u zich daarmee niet van een achterban die de VBOK altijd heeft gesteund?
„Ik hoop dat die achterban ons blijft steunen. Tegelijk zeg ik: Niet de scholenacties, maar onze doelstellingen zijn bepalend. We moeten voorlichting geven waar die het hardst nodig is. Ik geloof voor 200 procent in onze missie en kan die, ook met de nieuwe naam en strategie, in vijf minuten uitleggen.”
Veilig vrijen is een onderdeel van uw voorlichting op scholen. Heeft uw organisatie daar een ethisch oordeel over?
„Nee, want dat veronderstelt dat Siriz een christelijke organisatie is, en dat zijn we niet. We laten jongeren nadenken over hun seksueel gedrag, roepen vragen op en proberen hen bewust te maken van de risico’s die ze lopen. Bij rekenen en taal kun je zeggen: Zo zit het. Als het om gedrag gaat, werkt dat niet; zeker bij jongeren niet.”
Heeft Siriz een standpunt over abortus?
„Nee, wel over het begin van het leven. Een foetus is geen mens in wording, maar een mens in ontwikkeling. Dat hoef je niet eens direct aan de Bijbel te ontlenen, dat is wetenschappelijk te bewijzen. Mensen die dat ontkennen, moeten beter uit hun doppen kijken.”
Welke rol speelt abortus in de hulpverlening van Siriz?
„Het is een van de mogelijkheden voor een ongewenst zwangere vrouw. Wij brengen ook andere opties onder haar aandacht. Uiteindelijk beslist de vrouw zelf. Wij gaan in onze hulpverlening niet tot het uiterste om een abortus te voorkomen. De centrale vraag voor ons is: Wat is de nood en hoe kunnen wij daarbij helpen? Op het moment dat wij een ethisch oordeel over abortus geven, heeft de vrouw het met ons gehad en zijn wij haar kwijt.”
De VBOK was een prolifeorganisatie; is Siriz dat ook?
„Ik gebruik die term liever niet; te beladen. Het is een aanduiding die meer past bij een beweging dan bij een organisatie voor hulpverlening en voorlichting.”