Al in 1989 promoveerde hij op hem, maar nog altijd gaat er geen maand voorbij waarin prof. dr. G. C. den Hertog niet met de Duitse theoloog Hans-Joachim Iwand bezig is. „Hij heeft me laten zien hoe de verlorenheid van de mens zichtbaar is in de samenleving.”
Er was iets bij deze theoloog te halen, ontdekte prof. Den Hertog, hoogleraar dogmatiek en ethiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, al in zijn studententijd. De theologie van prof. dr. H. M. Kuitert was toen sterk in opkomst en als christelijke gereformeerde student worstelde hij met de vraag hoe een verantwoorde gereformeerde theologie eruit zou moeten zien. „Het was mijn basisovertuiging dat er bij Luther en Calvijn schatten lagen die we niet in de grond mochten laten zitten. Ik vond dat hun denken weer in omloop gebracht moest worden. Ik was en ben ervan overtuigd dat we onze hedendaagse vragen rustig aan hen kunnen stellen.”
De jonge Den Hertog ging op zoek naar iemand die vanuit de Reformatie bij de moderne vragen de weg kon wijzen. Toen diende zich „ongepland” de ontmoeting met Iwand aan. Na een lezing van dr. A. A. Spijkerboer, hervormd theoloog, vroegen de studenten bij hem thuis hoe ze toch van de exegese tot een preek moesten komen. „Hij liep naar zijn studeerkamer en kwam terug met Iwands ”Predigtmeditationen”, preekmeditaties, en zes bandjes dogmatisch werk. Die hoorden bij elkaar, zei hij. Mijn promotor dr. J. T. Bakker liet vallen dat diezelfde ”Predigtmeditationen” het meest gelezen boek uit zijn kast was. En uit navraag bleek dat ook veel predikanten uit onze eigen kerken het gebruikten.”
Iwands preekmeditaties hadden blijkbaar zeggingskracht. Toch zou prof. Den Hertog geen proefschrift aan hem gewijd hebben als Iwand niet meer te zeggen had. „Ik was veel bezig met het thema van de onvrije wil. Verkiezing, verwerping, geloofszekerheid; dat waren existentiële vragen voor mij. Precies daarover bleek Iwand in aansluiting bij Luther diepgaand nagedacht te hebben.”
De hoogleraar ontdekte via Iwand dat het nadenken over Gods verkiezing bij Luther helemaal niet tot onzekerheid leidde, zoals hij dat om zich heen wel zag gebeuren. „Volgens Luther is verkiezing niet iets van de verre eeuwigheid, maar heeft het alles te maken met onze concrete onvrije wil. Door onze onvrijheid om het goede te doen zijn we reddeloos verloren. De mens is van zichzelf een rijdier, dat door de duivel wordt bereden. Gods verkiezing is daar het enige antwoord op. Op het moment dat ik mijn onvrijheid inzie, zie ik dat ik afhankelijk van God ben en heb ik ‘toegang’ tot Zijn verkiezende genade.”
Waarom naar Luther via Iwand? Prof. Den Hertog: „We moeten niet de graven van de profeten pleisteren. Iwand heeft eens gezegd dat het verleden zich alleen ontsluit voor zover we er de toekomst mee willen winnen. Iwand beschreef Luthers theologie niet alleen, hij riep hem ook te hulp om zijn eigen tijd te begrijpen. Hij heeft met een prachtig citaat gezegd dat Luther in de lendenen van Erasmus al een vergoddelijking van de mens ontwaarde die zijns gelijke niet had. Het was een mens die autonoom was, zijn vrijheid in zichzelf zocht. Een mens met een „wil tot macht”; de mens van het Duitse Derde Rijk. Luther doorzag theologisch wat de mens is. Iwand trok dat door: de verlorenheid van de mens heeft contouren in de samenleving.”
Heeft Iwand ook schaduwkanten?
Prof. Den Hertog, zoekend: „Ik ben niet met hem bezig als mijn ‘held’. Hij was heel royaal. Er was nooit een ander in zijn huwelijk – geen affaire zoals bij Karl Barth. En zoals hij met zijn kinderen aan het vroege sterfbed van zijn vrouw 1 Korinthe 15 heeft gelezen; indrukwekkend. Barth heeft van hem gezegd dat er een vuur in hem gloeide dat zijns gelijke niet kende. En hij heeft meer dan anderen de schuld van het Duitse volk oprecht beleden. Nee, ik heb hem nergens op kunnen betrappen. Hij blijft me telkens weer inspireren.”
Vooral Iwands verbinding van „denken” en „leven” is voorbeeldig, gaat de hoogleraar verder. „Iwand vond als theoloog de aansluiting bij de maatschappij. In Oost-Pruisen, waar Iwands schoonouders woonden, hadden de Russen bijvoorbeeld na de Tweede Wereldoorlog verschrikkelijk huisgehouden. Op de markt was zelfs mensenvlees te koop. In 1948 kwam een grote groep vluchtelingen verbitterd in Berlijn aan. Iwand hield voor die duizenden mensen een lezing. Hij begon te vertellen wat hij in Dortmund gezien had; wat de Duitsers daar hadden gedaan. Toen kwam er een doorbraak. Het gezicht van de vluchtelingen klaarde op; ze begrepen dat er samenhang was, dat anderen onder hen als Duitsers hetzelfde hadden geleden als zij onder de Russen. Ze waren allen schuldig. Iwand heeft in zijn hele bestaan iets van de kracht van vergeving geleefd.”
Levensloop H. J. Iwand
De Duitse protestantse theoloog Hans-Joachim Iwand (1899-1960), geboren in een luthers predikantsgezin, werd vooral bekend om zijn studies in de theologie van Luther. Diens theologie was voor hem van beslissende betekenis bij het zoeken naar een antwoord op de vraag hoe hij de crisis waarvoor de Eerste Wereldoorlog hem geplaatst had, theologisch kon verwerken. De mens zoals Iwand en zijn generatie die in de loopgraven hadden ontmoet, was geen volstrekt nieuw fenomeen op het toneel van de geschiedenis, zo ontdekte hij. Luther had al voorzien dat die mens moest uitkomen op een theologie die uitgaat van een menselijke vrije wil en autonomie, zoals Erasmus dat leerde.
Iwand doorzag vroeg de gevaren van het nationaalsocialisme en werd een radicale tegenstander van de zogenaamde Duitse Christenen, die partij hadden gekozen voor Hitler. Vanwege dit conflict werd hij verwijderd van de universiteit in Königsberg. Hij werd in 1934 nieuwtestamenticus in Riga, maar kon ook daar niet aanblijven. Van 1935 tot 1937 was Iwand leider van een illegale predikantenopleiding van de Belijdende Kerk in Bloestau, maar in 1936 werd hem verboden in het openbaar te spreken. In 1938 verbleef hij vier maanden in de gevangenis, waar hij een commentaar op Luthers werk over de onvrije wil (”De servo arbitrio”) schreef.
Omdat Iwand zich in de oorlog inzette voor Joden en omdat zijn vrouw van halfjoodse afkomst was, kwam hij met zijn gezin op de lijst voor transport naar een concentratiekamp terecht. Een geallieerde bom op het bevolkingsregister deed hen daaraan ontkomen. Tot 1945 bleef Iwand in Dortmund predikant, waar hij zijn gemeente in zes jaar van 4000 naar 100 leden zag inkrimpen, vooral door de voortdurende bombardementen.
Na de oorlog aanvaardde Iwand een benoeming tot hoogleraar in de systematische theologie aan de universiteit van Göttingen, om in 1952 die post te verwisselen voor dezelfde functie aan de universiteit te Bonn. Hij had grote bezwaren tegen het „ontmythologiseringsprogramma” van de moderne theoloog Rudolf Bultmann, die meende dat een modern mens niet meer kon geloven in ‘mythen’ zoals de opstanding en de hemelvaart van Jezus Christus.
Ook schreef Iwand veel preekhulpen, die postuum zijn uitgegeven. Deze bundel ”Predigtmeditationen” werd zijn meest gelezen werk.
Bij de oprichting van de Christelijke Vredesconferentie speelde Iwand een belangrijke rol. Vooral vanaf 1955 (een hoogtepunt in de Koude Oorlog) zette hij zich in voor verzoening met Oost-Europa. Midden in zijn drukke bezigheden werd hij op 29 april 1960 getroffen door een beroerte, waaraan hij op 2 mei van datzelfde jaar overleed.
Dit is het achtste en laatste deel in een serie over mensen die sterk zijn beïnvloed door een theoloog.