Deze maand bestaat de PRTS vijftien jaar. Op 9 augustus 1995 startte de opleiding van de He­ritage Reformed Congregations (HRC) met vier studenten, met dr. Joel Beeke als docent. Na een jaar opende de opleiding ook de deuren voor studenten van buiten de HRC. In 1998 kozen de Free Reformed Churches of North America (FRC), zusterkerken van de Christelijke Gereformeerde Kerken, ervoor hun theologische studenten aan PRTS te laten studeren. Dr. Gerald M. Bilkes trad namens de FRC aan als fulltimehoogleraar Oude en Nieuwe Testament.

Na vijf jaar was het seminarie te klein en in 2004 vond de opening van het nieuwe en huidige gebouw plaats. Dr. David P. Murray trad in 2007 aan als hoogleraar Oude Testament en praktische theologie. Recent volgde de benoeming van dr. William van Doodewaard als vierde hoogleraar. De opleiding telt nu 35 gastdocenten en 180 studenten. Onder hen zijn slechts één HRC-student en twee FRC-studenten. Hoewel het seminarie de HRC inmiddels ontgroeid is, heeft de HRC wel synodaal toezicht op het seminarie en maakt ook de FRC deel uit van het bestuur. De FRC steunt de PRTS voor zo’n 20 procent.

De PRTS biedt drie studieprogramma’s aan: Master of Arts in Religion (twee jaar), Master of Divinity (vier jaar) en Master of Theology (twee jaar). De studenten komen van over de hele wereld. Een derde is afkomstig uit Amerika, de overigen uit landen als Malawi, Ghana, Nigeria, Indonesië, China, Zuid-Korea, Oost-Europa, Syrië, Zuid-Afrika, de Filipijnen en Brazilië. Het is mogelijk om 50 procent van de studie ”long distance” te doen.

Voorwaarde voor toelating is dat studenten beloven dat ze na hun studie teruggaan naar hun geboorteland, aldus administratief directeur Henk Kleyn. „Gebeurt dat niet, dan moeten ze 
75 procent van hun studie terug betalen. We willen dat hun studie ten goede komt aan de kerken in hun eigen land. Doel is om vooral predikanten te trainen die daarmee hun eigen gemeenschap willen dienen.”

Het hart van het seminarie klopt in de bibliotheek van 60.000 boeken en tijdschriften, waarin de privébibliotheek van dr. Joel Beeke, rector van het seminarie en hoogleraar systematische theologie en homiletiek, is opgenomen.

De geschiedenis van het seminarie is al een wonder. Het kleine kerkverband van de HRC, met iets meer dan 2000 leden, kan een zo snel groeiend seminarie (waarvan alleen al de bouw ruim 3 miljoen dollar kostte) onmogelijk zelf betalen. Op de avond van de officiële opening in 2004 kwam de laatste gift binnen, die ervoor zorgde dat het seminarie zonder schulden kon beginnen, aldus Kleyn. „We hebben nu geen enkele schuld.”

Zo’n 1500 donateurs geven regelmatig hun bijdragen. „Om te voldoen aan het toenemend aantal studenten is er elk jaar meer geld nodig”, zegt Kleyn. „We hebben ruim 20.000 dollar nodig om een student een beurs te geven voor een meerjarige opleiding. Het jaarlijkse budget voor toegekende beurzen bedraagt 220.000 dollar. Studenten krijgen beurzen van ons omdat ze veelal uit de derde wereld komen. We hebben per week contact met twee of drie studenten die zich willen aanmelden.”

Het criterium voor toelating is een academische referentie alsook een referentie van de thuiskerk van de aanvrager. Voor een hogere theologische graad is het schrijven van een essay nodig waaruit de wetenschappelijke bekwaamheid blijkt.

Kleyn is als administratief directeur actief om zijn contacten te verstevigen met andere seminaries in de Verenigde Staten. Twee andere medewerkers zijn fulltime bezig om zich te richten op marketing en het langeafstandsonderwijs. PRTS is lid van de Association of Reformed Theological Seminaries (ARTS).

De nadruk ligt vooral op praktische en gedegen theologische toerusting, zegt PRTS-docent dr. David Murray. „We zijn niet een instelling die eropuit is om zo nodig het promotierecht te behalen. Daarvoor is ook een groter college van hoogleraren nodig. Wij hebben nu als belangrijke missie een gemeenschap te zijn waarin het gaat om verdieping van persoonlijke vroomheid en niet alleen om de theologische wetenschap. Er wordt veel aandacht gegeven aan de persoonlijke ontwikkeling van de student. Onze studenten moeten dan ook veel in de praktijk werkzaam zijn.”

De seminariestaf weerspiegelt ook de verschillende naties. Murray komt uit Schotland, William van Doodewaard uit Canada, Beeke uit Amerika en Bilkes heeft Nederlandse wortels. De kerkelijke achtergrond van Murray en Kleyn is respectievelijk de Free Church of Scotland (continuing) en de FRC.

Er komt veel werk kijken bij de begeleiding en opvang van de studenten. Een team vanuit de HRC en de FRC zorgt voor huisvesting, meubels en een auto, en staat studenten bij op het punt van medische verzorging en andere praktische zaken. Hiervoor is ook geld nodig, veel geld zelfs. Kleyn: „Studenten uit de derde wereld hebben doorgaans niets te besteden. Het komt regelmatig voor dat we iemand op het vliegveld ophalen die alleen maar een kleine koffer heeft. Dat is zijn hele bezit.”

Inmiddels is het huidige seminarie te klein geworden en zal er in de nabije toekomst een uitbreiding plaatsvinden. Kleyn: „Hiervoor is een nieuwe financiële campagne nodig. Een positief punt is dat het seminarie op een groot perceel staat dat eigen bezit is en ook al geheel betaald is.”

Kleyn noemt het verootmoedigend dat het seminarie in vijftien jaar zo sterk is gegroeid. „Je ontmoet hier zo veel studenten die allen hun eigen cultuur meebrengen. We moedigen hen aan om geen Amerikaan te worden. Daarbij komt dat het voor onze gemeenten een verrijking is als ze de levensverhalen van deze mensen horen. De wereldkerk komt zo dichterbij, een ervaring die we zonder het seminarie niet gehad zouden hebben.”