Kamer geeft Wellink nog één kans
DEN HAAG – Of president Nout Wellink van de Nederlandsche Bank (DNB) beschadigd is door het snoeiharde oordeel van de commissie-Scheltema over de ondergang van DSB, is geen vraag meer. Wél of hij aan kan blijven.
De Tweede Kamer vergaderde donderdagmorgen over het rapport van de commissie over het faillissement van DSB. De aandacht ging daarbij vooral uit naar de rol van DNB hierin als toezichthouder en de positie van Wellink.
Volgens de commissie had de toezichthouder in 2005 DSB nooit een vergunning mogen geven. Ook greep DNB onvoldoende daadkrachtig in toen de problemen de bank in de jaren erna boven het hoofd groeiden.
Woensdagavond bood Wellink voor dit alles, zij het schoorvoetend, zijn excuses aan. Donderdagmorgen moest blijken of de Kamer daarmee de kous af acht.
De termijn van Wellink als DNB-topman loopt volgend jaar juli af. Een derde termijn, een optie die Wellink tot voor kort nog open hield, lijkt politiek gezien onhaalbaar. Voor het DSB-debacle liep Wellink ook al butsen op na kritiek van de commissie- De Wit op zijn optreden rond de verkoop van ABN AMRO en de val van Icesave. Kritiek die Wellink direct verre van zich wierp.
Wegsturen kan de Kamer Wellink niet; DNB is onafhankelijk. Wel maakt het opzeggen van steun door de Kamer de DNB-president tot aangeschoten wild.
Het had er de schijn van dat verschillende Kamerfracties hoopten dat de DNB-voorzitter de eer aan zichzelf zou houden. Maar woensdag weigerde Wellink tijdens een hoorzitting in de Kamer het DNB-bijltje erbij neer te gooien. Hij acht zichzelf uitermate geschikt de centrale bank te leiden door het proces van cultuurverandering, dat minister van Financiën De Jager deze week afdwong bij DNB.
Wellink wist woensdag echter niet iedereen in de Kamer te overtuigen. Zelfs de VVD, normaal gesproken toch niet de ‘lastigste’ partij voor DNB, stelde zich bij monde van Kamerlid Weekers scherp op. „Er is sprake van een patroon bij DNB: veel weten, niet ingrijpen. Het is zit ingebakken in de cultuur”, zei hij, alvorens de DNB-president een laatste kans te bieden door het plan van aanpak af te willen wachten dat Wellink binnen een maand presenteert voor de cultuurverandering. Daarbovenop eist de VVD dat Wellink alsnog de harde conclusies slikt van de commissie-De Wit. Een meerderheid in de Kamer leek de VVD hierin te steunen.
Na, op de dag af, dertien jaar aan het roer te hebben gestaan bij DNB, moet Wellink de Kamer dus opnieuw overtuigen van zijn geschiktheid. Als dat lukt heeft hij nog elf maanden om zijn geschonden blazoen op te vijzelen.