In haar maandag gepresenteerde rapport over de financiële crisis deelt de commissie-De Wit zowel aan banken en toezichthouders als aan politici ferme tikken uit.
Ook PvdA’er Bos, tot voor kort minister van Financiën, krijgt kritiek van de commissie. Hij heeft de ruimte die hij had om bezwaar te maken tegen de overname van ABN AMRO „weloverwogen kleiner gemaakt dan mogelijk was.” Daardoor legde hij de verantwoordelijkheid voor de overname voor een groot deel bij De Nederlandsche Bank (DNB).
Ook die krijgt van De Wit en de zijnen een veeg uit de pan, omdat hij „weloverwogen” voor een opstelling koos „die met grote zekerheid zou leiden tot de afgifte van een verklaring van geen bezwaar voor de overname.”
Verder concludeert de commissie dat DNB in mei 2008 „nadere voorwaarden had kunnen en moeten stellen” aan de IJslandse Landsbanki voor toetreding tot het Nederlandse depositogarantiestelsel. DNB heeft „zijn bevoegdheden om in te grijpen in de Icesave-casus te krap geïnterpreteerd.”
Belangrijke factoren die tot de crisis hebben geleid, zijn volgens de commissie overigens nog steeds aanwezig. Zou de wereld nog een keer door zo’n crisis worden getroffen, dan zijn de gevolgen „wellicht vele malen groter dan nu”, waarschuwt zij.
In het rapport ”Verloren krediet” staan 27 aanbevelingen aan politici, bestuurders, banken en toezichthouders. Een daarvan is dat het CPB en DNB gezamenlijk minimaal één keer per jaar regering en parlement moeten informeren over macro-economische ontwikkelingen in relatie tot veranderingen in de financiële sector.