Cultuur & boeken

Hoe ondankbaar is het vak van predikant

Hoe ondankbaar in dit land
is het vak van predikant!
Gaat hij veel op huisbezoek:
„dominee leest nooit een boek”;
maar studeert hij steeds nog verder
heet hij: „leraar, maar geen herder.”

7 May 2010 17:23Gewijzigd op 14 November 2020 10:30

Hoe ondankbaar in dit land
is het vak van predikant!
Altoos eist men van zo’n knaap
zeven poten aan één schaapIn het geestelijk werk
Moet hij vaardig zijn en sterk,
doch, daarnaast, de dienst des Heeren
vakbekwaam organiseren.

Gaat hij veel op huisbezoek:
‘dominee leest nooit een boek’;
maar studeert hij steeds nog verder
heet hij: ‘leraar, maar geen herder’.

Als hij in de kerkeraad
zich bescheiden gelden laat,
is de weleerwaarde man
een ‘dictator’ en ‘tiran’.

Maar wanneer hij daarentegen
ieder lid van dit college
in zijn waarde laat, verluidt:
‘er gaat weinig van hem uit’.

Als hij ’t leven ernstig neemt,
is hij ‘stijf’ en ‘wereldvreemd’.
Is hij vlot, bij spel en sport,
dan komt hij ‘waardigheid’ te kort.

Streeft hij, met de beste intentie,
naar wat kansel-eloquentie,
men weet smalend te vertellen
dat hij zich staat aan te stellen.

Zo hij met angstvalligheid
alle retoriek vermijdt,
is de goeie man voorzeker
saai en droog en geen goed spreker.

Legt hij zich met mate toe
op liturgie, ’t heet Rooms gedoe’;
maar zo niet, dán heeft hij weer
‘Geen gevoel voor stijl en sfeer’.

Is hij voluit theoloog,
prompt zegt men: ‘hij grijpt te hoog’.
Tracht hij populair te spreken,
men zegt: ‘Praatjes, maar geen preken’.

Weegt bij hem een enkele keer
’t leven zwaarder dan de leer,
hem dit scherpe vonnis wacht:
‘ethisch’, ‘dierbaar’ en ‘halfzacht’.

Wil hij ’t vrome volk vergaderen,
rond de leer der Dordtse vaderen,
stellig treft hem het verwijt,
dat het hárt er scha’ bij lijdt.

Werkt hij echter van de stoel
op het innerlijk gevoel,
heel het kerkelijk publiek
zegt misprijzend: ‘vaag – mystiek’.

Als hij wijsheid heeft vergaard
uit de leer van Karel Barth,
klinkt hem tegen: ‘geeft gij zo
de genade niet cadeau?’

Legt hij somtijds in zijn lering
een accent op de bekering,
ach, dan is dat ook weer mis,
wijl zulks ‘methodistisch’ is.

Is hij scherp in zijn reactie
op Anselmus’ satisfactie,
dan doet hij – zo wordt gemord –
de Gerechtigheid tekort.

Wat hij laat of wat hij doet,
nooit en nimmer is het goed.
Te allen tijd rust op zijn werk
’t kritisch oog van volk en kerk.

Daarom: heil de predikant,
die – ’t klinkt vreemd in dit verband! –
heel dit heksenwerk verricht
met een opgewekt gezicht.

Dichter onbekend.

Meer over
Gedichten

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer