De emerituspredikant is een van de honderden bezoekers die rondlopen op de kerkenbeurs. De beurs telt 189 stands, zo’n twintig meer dan vorig jaar. Op de beurs is alles verkrijgbaar voor de kerken, van nieuwe plavuizen tot het opnieuw vergulden van de kerkhaan. Ds. Tromp: „Ik vind het zelf leuk om even langs de boekenstands te lopen. Ook had ik een nieuwe bef nodig voor m’n toga. Die heb ik maar gelijk besteld.”

De beurs, die voor de tweede keer wordt gehouden, mikt net als vorig jaar op 3500 bezoekers. „We proberen daar natuurlijk bovenuit te stijgen”, zegt organisator Marco van de Wetering van De Wild & Van de Wetering Events. De bezoekers zijn vooral kerkenraden of kerkelijke vrijwilligers, die naar iets specifieks op zoek zijn. „Al sprak ik vorig jaar ook mensen die binnendruppelen omdat ze de beurs interessant vinden.”

Dat kan te maken hebben met de „positieve sfeer” op de beurs, aldus Van de Wetering. „We hebben mensen van rooms-katholieken tot orthodox gereformeerden bij elkaar willen brengen. Ik hoor van bezoekers dat ze dat waarderen.” Dat beaamt een bezoeker die een stoel opzoekt in afwachting van een debat. „Vroeger had je veel vijandbeelden. Ik geloof niet dat dat goed is.”

Ook ds. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, is positief. „Het is goed om elkaar hier te ontmoeten als verschillende kerken. We kunnen samenwerken met elkaar waar dat nodig is.”

De bezoekers uit de breedte van de christelijke kerken zijn allereerst bijeen rond faciliteiten, aldus Van de Wetering. Standhouders, al dan niet met een religieuze achtergrond, bieden toga’s aan, kerkmeubilair, liturgisch meubilair als doopvonten en avondmaalsserviezen. Het woord faciliteiten wordt breed uitgemeten in de jaarbeurshal. Ook verzekeraars, notarissen en een leverancier van kopieerapparaten hebben hun weg naar de beurs gevonden.

Daarnaast worden in de tweedaagse verschillende debatten en workshops gehouden met christelijke smaakmakers.

Kerkklokken

Tussen al het geroezemoes van de bezoekers klinkt het getingel van kerkklokken. Producenten van geluidsdragers draaien aan de volumeknoppen om de kwaliteit van de speakers te bewijzen. De donkere tonen van het voetklavier van een groot Contentorgel klinken op in het rumoer. Dichterbij gekomen barst een orgel in jubel uit. Psalm 87. „Dan zullen daar de blijde zangers staan.”

Nieuwe standhouders op de beurs zijn onder meer stichting Open Doors, Roos en Ros Architecten en de faculteit Godgeleerdheid in Leiden. „Ontdek de traditie en word dominee”, meldt de reclamefolder van de Leidse faculteit. Het publiek van Kerk & Gemeente telt niet zoveel jongeren: de potentiële theologiestudenten. „Helaas niet”, zegt standhouder Lisette. „Ik hoop dat dat morgen nog komt. Al is het ook erg goed om meer bekendheid te krijgen en te laten zien dat je er bent.”

De Protestantse Kerk in Nederland is op het bisdom Breda na de enige kerk die een stand voor zichzelf heeft afgehuurd. Een man in een witte doktersjas en met een stethoscoop onderzoekt het religieuze gehalte van mensen. „Ken je alle vragen van de catechismus?” De mensen krijgen pepermunt en salmiaksnoep mee naar huis. Op de zakjes staat „pit” en „zout”, de taak van christenen in de samenleving.

De kerk laagdrempelig bij het publiek bekend maken. Dat is het doel van de stand. „Ik heb hier al alles op de bank gehad”, zegt de ‘dokter’. „Ook rooms-katholieken, christelijke gereformeerden en ook iemand die ik niet goed kon definiëren.”

Jorwerd

Tijdens een van de debatsamenkomsten debatteren de twee kerkleiders en twee politici met elkaar over de rol van de kerk in de democratische rechtsstaat. Scriba dr. A. J. Plaisier en CU-fractievoorzitter Slob worden geflankeerd door twee rooms-katholieken: bisschop G. J. N. de Korte en Tweede Kamerlid Pieper van het CDA.

„God blijft in Jorwerd.” Zo moet de kerk zich presenteren in de samenleving, zegt Pieper. Dat doet de kerk ook: „De kerk komt dieper in de haarvaten van de samenleving dan de overheid ooit zou kunnen.” Toch mag het van hem wel nog wel wat dieper. „De kerk heeft zo’n prachtige boodschap, maar is zelf op zoveel terreinen zoekende. Ik kom veel mensen tegen met grote levensvragen. Waar blijven dan de kerken?”

Voor dr. Plaisier is dat te kort door de bocht. „Er zijn veel predikanten en werkers in de kerk die veel goeds doen. We moeten bovendien niet uitstralen of we relevant zijn. Daaraan zit het smaakje dat we een hoger cijfer willen krijgen. De kerk moet zich bezighouden met haar kerntaak: navolger van Christus zijn.”

Ook Slob ziet graag een sterkere bemoeienis van kerken met de samenleving. „Als kerken alleen met Kerst dozen inpakken voor de armen, is dat te weinig.”

Daar is bisschop De Korte het mee eens. „Het zielenheil van mensen mag niet losgepeld worden van de zoektocht naar sociale gerechtigheid.”