Koningin Beatrix begon maandag met haar consultaties om te kijken hoe het verder moet na de val van het kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie. Vanmorgen rondde ze de gesprekken af met de fractievoorzitters Halsema (GroenLinks), Van der Vlies (SGP) en Verdonk (Trots op NL).

Alle politieke partijen vinden dat er zo snel mogelijk verkiezingen moeten komen. Nieuwe verkiezingen zouden eind mei of begin juni kunnen worden gehouden. CDA en ChristenUnie willen tot het aantreden van een nieuwe regering doorgaan als een minderheidskabinet.

Koningin Beatrix moet na de gesprekken beslissen of ze een informateur aanstelt die kan werken aan een missionair interim-kabinet. Dat zou dan het kabinet-Balkenende V gaan heten en vergelijkbaar zijn met Balkenende III, met CDA en VVD, dat na het opstappen van de D66-bewindslieden werd gevormd.

Behalve de komst van een missionair interim-kabinet is er nog een mogelijkheid: een demissionair kabinet van CDA en Christen­Unie. In dat geval is een informateur niet nodig.

CDA en CU hebben de koningin geadviseerd om een informateur te benoemen. De informateur moet bekijken hoe de posten van de opgestapte PvdA-ministers kunnen worden opgevuld. Het is waarschijnlijk nodig dat er een aantal CDA’ers en CU-leden van buiten het kabinet wordt bijgehaald. Het tussenkabinet moet een beperkt takenpakket krijgen en vooral doen wat in het landsbelang is, vinden CDA en CU.

PvdA, SP, PVV, D66 en GroenLinks hebben, in tegenstelling tot CDA, CU en SGP, geen behoefte aan een informateur. Zij hebben gepleit voor een demissionair kabinet dat voorlopig „op de winkel kan passen.”