Gemeenten gaan heel verschillend met het subsidiëren van christelijke organisaties om. In Rhenen krijgt de NPV Thuiszorg geen subsidie, in Breukelen, Abcoude en Loenen aan de Vecht wel.
Achterin staan 34 praktische vragen en antwoorden. Onderdeel B, vraag 8 zou zo van toepassing kunnen zijn op de situatie in Rhenen, waar een subsidieaanvraag van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) is afgewezen. „Een kerkelijke organisatie bedenkt een project om vrijwilligers in te zetten die hun diensten aanbieden aan mensen die dat kunnen gebruiken. Kan de gemeente een subsidieaanvraag honoreren? Antwoord: Ja. Als het gaat om maatschappelijk werk wat de gemeente graag gedaan ziet, kan daarvoor geld ter beschikking worden gesteld. De gemeente kan hieraan niet de voorwaarde verbinden dat er neutraal personeel moet worden geworven.”
De crux zit hem in het woordje ”kan”. De VNG adviseert en schrijft niets voor. Er moet dus niets. VNG-woordvoerder Frotina Zuidema: „In het Tweeluik bieden wij mogelijke oplossingsrichtingen aan, dat zijn geen verplichte oplossingen.” Letterlijk staat er in het Tweeluik: „Het is aan de gemeente om in een concreet geval te beoordelen of de te subsidiëren activiteiten gericht zijn op het overbrengen van een overtuiging, of op de verwezenlijking van neutrale doelen die aansluiten bij gemeentelijke belangen.” Kort gezegd: geen subsidies voor evangelisatie, wel voor liefdadigheidswerk.
Als het –zoals in Rhenen– op rechtszaken uitdraait, is het cruciaal wat er in de gemeentelijke subsidieverordening staat. In de Rhenense regels staat dat er geen overheidsgeld is voor „activiteiten die partijpolitiek of levensbeschouwelijk van aard zijn, voortvloeien vanuit partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke motieven dan wel vorming of verspreiding op deze terreinen tot doel hebben.”
Opvallend is dat precies hetzelfde artikel is terug te vinden in bijvoorbeeld de subsidieverordening van de gemeente Vlissingen. De oorzaak is simpel. De VNG stelt modelverordeningen op die gemeenten al of niet aangepast kunnen overnemen. Zo kan het zijn dat Rhenen en Vlissingen het artikel over „activiteiten die voortvloeien uit levensbeschouwelijke motieven” wel in hun verordening opnemen en een gemeente als Breukelen het anders formuleert: „de subsidie kan geweigerd worden indien de instelling uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam is ten dienste van of verbonden is met een levensbeschouwelijke instelling, politieke partij of vakorganisatie.”
Door de andere formulering is het mogelijk dat de NPV in Breukelen jaarlijks een zogenaamde ”waarderingssubsidiëring” krijgt van ongeveer 275 euro. Omdat ook Abcoude en Loenen aan de Vecht dat doen, krijgt de NPV-afdeling Vecht en Amstel jaarlijks ruim 1000 euro. Volgens SGP-raadslid W. van den Bosch krijgt de hervormde gemeente van Breukelen ook een subsidie om een open eettafel te organiseren. Omdat het een activiteit voor het algemeen belang is, krijgt de kerkelijke gemeente subsidie.
In Vlissingen zijn ze er jaloers op. Daar krijgt de christelijke stichting voor verslavingszorg Sta op Zorg geen subsidie omdat het een instelling met een levensbeschouwelijke identiteit is. CU’er C. van Dalen heeft er flink tegen geageerd. „Iedereen werkt vanuit een levensbeschouwing, of je nu atheïst, liberaal of christelijk bent.” Volgens Van Dalen is het besluit van Vlissingen niet meer dan „een beetje christenen pesten.”