Welke mensen gaan na de verkiezingen de raadszetels innemen? Dat is de vraag die veel besturen afgelopen tijd bezighield. Zijn er sowieso wel genoeg mensen? En aan welke voorwaarden moeten zij voldoen? Een kijkje in de politieke keuken van gemeente Rijnwoude.
Rijnwoude is een plattelandsgemeente midden in het Groene Hart. In 1991 gingen de gemeenten Benthuizen, Hazerswoude-Dorp, Hazerswoude-Rijndijk en Koudekerk aan den Rijn samen verder als Rijnwoude. De vier kernen spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de kandidatenlijsten. Ze moeten alle vier goed vertegenwoordigd zijn.
Duidelijk blijkt dat bij de grootste partij: het CDA. Nu nog vijf zetels in de raad, maar R. van Doeselaar, voorzitter van het plaatselijke CDA-bestuur, hoopt dat dat er zes worden. De eerste vier kandidaten op de lijst komen uit de vier kernen. „Dat houden we als bestuur goed in de gaten. Het CDA trekt in Koudekerk en Hazerswoude-Dorp de meeste stemmers, maar ook de andere kernen zijn voor ons belangrijk.”
Het samenstellen van de lijst begint bij het CDA met een brief aan alle leden. Daarop kunnen zij invullen of ze in de raad willen of dat ze iemand weten die daar geschikt voor is. De gegadigden worden door het bestuur bezocht of gebeld. Daaruit rolt een groslijst met namen, waarvan het bestuur een advieslijst maakt met een beoogd lijsttrekker. Van Doeselaar: „Meestal wordt de lijst op de ledenvergadering een-op-een overgenomen, maar nu wilden de leden een kleine verschuiving. Als daar steun voor is, gebeurt dat ook.”
Voor de eerste zes kandidaten is het volgens Van Doeselaar belangrijk dat zij deskundig zijn. „Er moet er één zijn met verstand van ruimtelijke ordening en één die veel weet van gemeentenfinanciën bijvoorbeeld.” De kerkelijke kleur is volgens de CDA-voorzitter minder belangrijk. „Van de eerste zes kandidaten is er maar één rooms-katholiek, terwijl we redelijk wat rooms-katholieke stemmers trekken. Dat is geen groot probleem. Het zou anders worden als de eerste zes allemaal rooms-katholiek waren. Dat zou niet goed vallen bij de vele stemmers van gereformeerde en hervormde signatuur.”
Voor de plaatselijke SGP is de kerkelijke kleur van de kandidaten „geen hoofditem”, aldus bestuursvoorzitter A. Pos. De SGP heeft in Rijnwoude een gecombineerde lijst met de ChristenUnie. Op dit moment heeft de fractie twee raadsleden, een SGP’er en een CU’er. „Al sinds de fusie in 1991 is er een bijzonder goede samenwerking.”
De SGP is vanouds de grootste van de twee. Daarom stonden er bij de vorige raadsverkiezingen elke keer twee SGP’ers op de lijst gevolgd door één CU’er. Omdat bij de laatste landelijke verkiezingen de ChristenUnie sterk is gegroeid, is de verhouding nu een-op-een.
Dat op nummer vier een CU-vrouw op de lijst staat is volgens Pos geen onoverkomelijk probleem. „Dat is de verantwoordelijkheid van de ChristenUnie. Wij willen daarvoor onze samenwerking niet verbreken.”
Voor de meeste partijen is het nog niet zo gemakkelijk om mensen te vinden die daadwerkelijk in de raad willen plaatsnemen. De PvdA in Rijnwoude heeft daar volgens voorzitter G. van der Lecq behoorlijk last van. „Er zijn genoeg mensen die op de lijst willen staan, maar niet op een verkiesbare plek. Zij hebben een drukke baan en een gezin en kunnen het vele raadswerk er niet meer bij hebben. We moeten wel wat reclame maken voor het raadswerk.”
Dit is de tweede aflevering in een serie over de voorbereidingen voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2010.