GRONINGEN - Prof. Peter Volten noemt het een „open crisis.” De directeur van het Centrum voor Europese Veiligheidsstudies aan de Rijksuniversiteit Groningen heeft een dieptepunt als dit nooit eerder gezien bij de NAVO.
„Ze rollen twistend over straat. De kracht van de NAVO is de grondregel van de consensusbesluitvorming, en die is gewoon losgelaten.”
Volten heeft aan het eind van de jaren zeventig wel meegemaakt dat de landen dagen moesten vergaderen. „En dan maar wachten wie er dingen zou bijleggen, meestal ging het over nucleaire zaken. Het kon wel eens lang duren voordat een landje als Nederland toegaf. Maar men kwam er uit.”
Kunt u concrete gevallen noemen?
„Het zogenaamde dubbelbesluit uit december 1979. De NAVO zou 572 kruisraketten plaatsen die waren gericht op de Sovjet-Unie. Er gingen honderdduizenden mensen de straat op om tegen die raketten te demonstreren. De Nederlandse ministers Scholten en Van der Klaauw maakten in die vergadering een voorbehoud. Men was niet in staat deze beslissing te nemen, want dan zou het kabinet vallen. De Nederlandse regering onderschreef wel de redelijkheid van het besluit, maar kon er niet aan meedoen.
Een ander voorbeeld was dat Duitsland na het einde van de Koude Oorlog geen troepen mocht inzetten buiten het grondgebied, want dat was tegen de grondwet. Later is er een andere interpretatie van het Constitutioneel Hof gekomen, zodat nu wel Duitse legers buiten het grondgebied gingen optreden. Maar dat heeft ook veel problemen gegeven.”
Verwacht u nu dat de lidstaten er nog uitkomen?
„Ik denk het niet. De Amerikanen gooien de beuk erin. Ze zeggen: Zestien landen zijn het met ons eens en drie niet. Al langer zeggen ze: Als jullie niet meedoen, doen we het zelf wel. Dat is natuurlijk geen goed uitgangspunt. Daarnaast vraag je je af waarom die steun aan Turkije werkelijk niet tot vrijdag kan wachten.
Ook het taalgebruik is geëscaleerd. Bij Rumsfeld proefde ik een duidelijk dédain toen hij Libië, Cuba en Duitsland in één adem noemde als landen die niet zouden meedoen. Zo praten kleine jongens op school, maar niet in een bondgenootschap waar politieke leiders bij elkaar komen. Dat komt als een boemerang terug.”
Legt u de zwarte piet voor deze crisis bij de Amerikanen?
„Ja. Uiteindelijk hebben de Amerikanen de anderen niet met een verstandige redenering kunnen overtuigen. Als Bush daar dan niets mee te maken heeft en toch gaat, wordt hij een kruisvaarder. Je kunt er moeilijk tegen zijn dat hij de wereld democratischer wil maken. Maar dat dit gewapenderhand moet gebeuren, getuigt van een merkwaardige opvatting over de wereldorde. Dan is het geen wonder dat dit anderen niet overtuigt.
Het verzet komt nu van drie landen: Frankrijk, Duitsland en België, maar die andere vijftien landen zeggen nog geen ja tegen de oorlog. Ze zijn alleen benauwd voor oppositie tegen de Verenigde Staten, hoewel ze waarschijnlijk niet werkelijk overtuigd zijn.”
Is het niet mogelijk de bescherming van Turkije los te zien van een aanval op Irak?
„Als de Fransen akkoord zouden gaan met de verdediging van Turkije, wordt er vrijdag in de Veiligheidsraad van hen verwacht dat ze meedoen met de aanval. Op zo’n manier zwem je gewoon in een fuik. En de Fransen hebben dat doorgehad en vertikken dat. En geloof mij maar: Die Turken beschermen we heus wel. Daar is geen Amerikaanse ramkoers voor nodig.”
Is dit het einde van de NAVO?
„Inhoudelijk gaat het die kant uit. Er is ernstige schade toegebracht aan de fundamentele principes van het bondgenootschap.”
Maar de NAVO heeft nog maar een afgeleide van de Grote Vraag op tafel. Hoe moet het dan straks gaan in de Veiligheidsraad?
„Het is zeker het begin van een neergang in de huidige internationale orde. Het systeem berust op de erkenning van de Verenigde Naties als vormers van het internationaal recht. Nu beschouwt de laatste supermacht de VN en de internationale overeenkomsten als handenbindertjes. Daarmee wordt een moeizaam opgebouwd wereldwijd collectief goed ondermijnd. Dat is wel heel ernstig.”