Pas op de plaats
Dolblij zijn ze, de kopstukken in Brussel. Met een ruime meerderheid van 67 procent stemden de Ieren voor het Verdrag van Lissabon. Nu alle parlementen in de EU hun instemming hebben betuigd, lijkt de weg vrij voor de in werking treding van het verdrag, wellicht nog dit kalenderjaar. Dan kan Europa eindelijk gaan profiteren van de zo bejubelde voordelen van ‘Lissabon’: een slagvaardiger en democratischer functionerende Unie.
Maar het is zeer de vraag of een juichstemming op haar plaats is. Om te beginnen is de eindstreep wel in zicht, maar nog niet gehaald. Dat is pas het geval als de Poolse president Kaczynski en de Tsjechische president Klaus hun handtekening hebben gezet.
Met name de laatste is nog niet van plan dat te gaan doen. In zijn land bestaat, ondanks de steun die het Tsjechische parlement aan ‘Lissabon’ gaf, weerstand tegen verdergaande bemoeienis door Europa. Daar komt bij dat het Tsjechische constitutioneel hof vrijdag heeft besloten dat Klaus het Verdrag van Lissabon voorlopig niet mág ratificeren. Het hof wil eerst een oordeel vellen over een klacht van een aantal senatoren over het EU-verdrag.
Maar ook al wordt Tsjechië de komende weken door de grote EU-naties zodanig onder druk gezet dat het land moet inbinden, dan nog is uitbundige vreugde over het Verdrag van Lissabon misplaatst.
Eurofielen kunnen er immers moeilijk trots op zijn dat zij in het geheel niet weten hoe de 500 miljoen inwoners die door de diverse parlementen worden vertegenwoordigd, over het verdrag denken. Ierland is de enige natie die over de kwestie een volksraadpleging organiseerde. De andere landen durfden dat, nadat Frankrijk en Nederland in 2005 de Grondwet afstemden, niet meer aan.
Verder is het geen zaak om over naar huis te schrijven dat Europa er, gerekend van de eerste aanzetten tot het verdrag, maar liefst negen jaar over gedaan heeft ‘Lissabon’ geratificeerd te krijgen. Om het verdrag straks van kracht te laten zijn, moesten talloze listen en trucs toegepast worden.
Zo moest de aanvankelijk als grondwet gepresenteerde overeenkomst, na door Frankrijk en Nederland te zijn teruggefloten, na kleine aanpassingen en een andere naamgeving opnieuw aan de lidstaten worden voorgelegd. Vervolgens moesten de Ieren op een gelijksoortige wijze worden gepaaid. Wezen die het verdrag in 2008 af? Wel, dan werden de Ieren na wat beloften en toezeggingen toch gewoon wéér naar de stembus genodigd? Klaus heeft natuurlijk een punt als hij kritiseert dat dit lijkt op een elftal dat een voetbalwedstrijd verliest en dan laconiek voorstelt de wedstrijd over te doen.
Wat de lijdensweg van het Verdrag van Lissabon ons vooral leert, is dat de inwoners van de EU het laatste decennium steeds eurokritischer zijn geworden. De welwillende of onverschillige houding van veel burgers en politieke partijen sloeg steeds meer om in een vijandige. Daarom is de belangrijkste les uit de gang van zaken dat de EU, als het gaat om verdere politieke eenwording, voorlopig maar eens een pas op de plaats moet maken. Het is welletjes geweest.