Binnenland

De best gedocumenteerde misdaad

Voor de Holocaust zijn er bewijzen te over, maar toch zijn er nog altijd mensen die een van de grootste misdaden aller tijden ontkennen.

2 October 2009 22:00Gewijzigd op 14 November 2020 08:48Leestijd 11 minuten
Prof. dr. Johannes Houwink ten Cate: „Wij willen ons de Holocaust herinneren. Ik denk dat de Holocaust een manier is om met elkaar van gedachten te wisselen over goed en kwaad.” Foto RD, Anton Dommerholt
Prof. dr. Johannes Houwink ten Cate: „Wij willen ons de Holocaust herinneren. Ik denk dat de Holocaust een manier is om met elkaar van gedachten te wisselen over goed en kwaad.” Foto RD, Anton Dommerholt

De ontkenners van de Holocaust vormen een bont gezelschap. Er is de Iraanse president Mahmud Ahmadinejad, er is de rooms-katholieke bisschop Richard Williamson en er is de historicus David Irving.„Er zijn inderdaad dolgedraaide voormalige wetenschappers zoals David Irving, die vroeger heel verstandige wetenschappelijke boeken heeft geschreven. Begin jaren tachtig is hij het spoor bijster geraakt. Hij begon toen lezingen te geven in de zwartleren jassen die SS-officieren droegen”, zegt prof. dr. Johannes Houwink ten Cate, hoogleraar Holocaust- en genocidestudies aan de Universiteit van Amsterdam.

Houwink ten Cate noemt ook andere ontkenners. „Je hebt de neonazi’s in Duitsland. Hun ontkenning van de Holocaust komt niet zozeer voort uit antisemitisme. Die bedoelen volgens mij: „De Holocaust is een bedenksel van de geallieerden. Dresden is erger dan Auschwitz.” Je hebt natuurlijk radicale islamieten die met hun ontkenning van de Holocaust eigenlijk bedoelen dat Israël moet worden vernietigd. En er zijn de Oost-Europese Holocaustontkenners. Bij hen spelen antisemitische en anti-Israëlische sentimenten een rol.”

Laatste stadium

De ontkenning van de Holocaust is zo oud als de misdaad zelf, aldus Houwink ten Cate. „Onze vaders, grootouders hebben daar schamper over gedaan, maar wat zeiden de Duitsers: „Wir haben es nicht gewusst.” Dat is ontkenning van je eigen wetenschap of van je eigen vermoedens op dat punt.

Ik heb collega’s die zeggen dat ontkenning van de misdaad een van de stadia in het plegen van genocide is. Het laatste stadium is dat de dader probeert de sporen van de misdaad uit te wissen. Wat natuurlijk een logische voorwaarde is om daarna de misdaad te kunnen ontkennen. Hitler-Duitsland heeft natuurlijk niet voor niets de vernietigingskampen opgeruimd. Dat is gebeurd om daarna te kunnen zeggen: „Het is niet waar. We hebben dit niet misdaan.” Voor de redenering dat de ontkenning de laatste fase van de misdaad is, is heel veel te zeggen.”

Houwink ten Cate voegt eraan toe dat „totalitaire of genocidaire samenlevingen over het algemeen een eigenaardige manier hebben om met tijd om te gaan. Over het algemeen wordt in die samenleving een heel ver verwijderd verleden geïdealiseerd: de middeleeuwen bijvoorbeeld, in ieder geval iets waar niemand zich iets concreets bij kan voorstellen. Het heden wordt bedorven door de imaginaire vijand: de Jood of de kapitalist. Wordt die als een kankergezwel weggesneden, dan komt er een paradijs op aarde. Dat is de gebruikelijke metafoor. Ook alles wat aan die vijand herinnert –kerken of synagogen– moet met de grond worden gelijkgemaakt. Dan treedt volgens de totalitaire ideologie een paradijs in. In dat paradijs is elke vorm van verandering subversief, want als je een paradijselijke toestand hebt, waarom er dan aan sleutelen? De geschiedenis leert dat als mensen extreme politieke concepties aanhangen, van welke vorm dan ook, waarmee ze het paradijs op aarde bedoelen, dat het einde van het verhaal altijd is dat ze de mens en menselijke normen verlagen, dat er van die menselijke waardigheid uiteindelijk helemaal niets meer overblijft.”

Holocaustontkenners voeren vaak aan dat er geen 6 miljoen Joden zijn omgebracht maar veel minder. Beschikken we over voldoende bewijs voor de Holocaust?

„Heinrich Himmler heeft in oktober 1943 de Holocaust toegegeven in een beroemde toespraak voor topstukken van de Waffen-SS in Posen, het huidige Poznan. Hij heeft een opname laten maken van die toespraak. Die bandopname is in Amerikaanse handen geraakt en die valt op internet te beluisteren. Dus als mensen Heinrich Himmler willen horen zeggen dat hij deze misdaad heeft georganiseerd, dan kunnen ze dat zelf via internet horen.”

Houwink ten Cate voegt eraan toe dat niet alle daders hun betrokkenheid hebben toegegeven. „Een aantal van hen heeft zichzelf van het leven beroofd. Adolf Hitler pleegde zelfmoord, zo schrijft hij in zijn politieke testament, omdat hij was teleurgesteld in de Duitsers en over de nederlaag, maar hij noemt ook het argument om aan het door de Joden te ensceneren showproces te ontkomen.”

Archiefstukken

Houwink ten Cate gaat verder met zijn opsomming van bewijzen voor de Holocaust. „Sinds 1945 zijn er niet tientallen, maar honderden processen gevoerd waarbij in veel gevallen de kampbewakers helemaal niets hebben ontkend. De kampcommandant van Auschwitz heeft gewoon schuld bekend.

Ook Joodse overlevenden hebben getuigd. Sinds dat mislukte proces tegen Demjanjuk in Jeruzalem is het in sommige kringen mode geworden om de betrouwbaarheid van Joodse getuigen in twijfel te trekken. Het is natuurlijk waar dat mensen zich daar in die rechtszaal hebben vergist, maar dat wist niet weg dat er meer dan vijftig jaar lang strafzaken tegen concentratiekamppersoneel zijn gevoerd waarbij Joodse getuigen een heel belangrijke rol hebben gespeeld doordat zij heel precieze uitspraken konden doen over welke mensen zich extreem misdadig of sadistisch hadden gedragen.

Daarnaast hebben we natuurlijk nog een hoop archiefstukken, want het is niet mogelijk om zo’n grote misdaad te plegen zonder documentaire sporen achter te laten. De hele Duitse bureaucratie, die in de kern een afspiegeling van de Duitse samenleving vormde, was hier op een bepaalde manier in verstrikt. Dat gold ook voor de Oost-Europese bureaucratie en mutatis mutandis de Nederlandse. Het enige waar de Nederlandse ambtenarij zich echt verre van heeft gehouden, is de roof van Joods bezit geweest. Want onteigening vond men niet passen in de Nederlandse maatschappelijke ordening van toen. Dus men is voorzichtiger geweest in zijn eigen beleid ten opzichte van Joodse vermogens dan in het beleid ten opzichte van de Joden zelf.”

Bewijzen te over maar toch laten de Holocaustontkenners zich niet overtuigen. Of moet je zeggen dat ze zich niet willen laten overtuigen?

„Ik denk dat ze zich niet willen laten overtuigen. Als zij zich willen inbeelden dat uiteindelijk Duitsland niet de Tweede Wereldoorlog ontketende, maar eigenlijk slachtoffer is, dan vinden ze vast wel een andere manier om dat te bewijzen in hun eigen ogen. Dat geldt voor Arabieren die Israël de zee in willen drijven net zo goed.

Als je de Holocaust ontkent, moet je echt ziende blind zijn. Dan is er iets vreemds aan de hand. Deze mensen willen het gewoon niet zien, want het is de best gedocumenteerde misdaad uit de geschiedenis.”

Strafbaarstelling

Houwink ten Cate plaatst hierbij de kanttekening dat „het heel bijzonder is dat we ons deze misdaad, die nu al zestig jaar geleden is, nog herinneren.” „Dat komt omdat we ons die willen herinneren. We willen daar op een bepaalde manier baat bij hebben. Ik denk dat de Holocaust een manier is om met elkaar van gedachten te wisselen over goed en kwaad en over de verantwoordelijkheden van het individu en over noties als solidariteit en verantwoordelijkheid voor elkaar en over noties als wat een staat met zijn burgers mag doen. Ik denk dat we over dit soort historische problemen blijven praten omdat het een manier is om over politiek te praten. Ik denk dat in het algemeen Nederlanders –maar misschien zijn we niet de enigen– niet zo ontzettend goed zijn in het voeren van abstracte debatten. We willen graag concrete debatten met elkaar voeren aan de hand van historische voorbeelden die iedereen begrijpt. Daar speelt de Holocaust een belangrijke rol in.”

Als de Holocaustontkenners zich niet willen laten overtuigen, zou strafbaarstelling van ontkenning van de Holocaust dan zin hebben?

„Daarmee zou je de ontkenning van de Holocaust niet uit de wereld helpen. Internet is een paradijs voor dwazen. Je kunt dat niet helemaal voorkomen.

Het doel van de strafbaarstelling in de kern is mensen beschermen. Wij hebben in Nederland wetten die diefstal strafbaar stellen, maar iedereen die in Amsterdam woont weet dat je je fiets niet terugkrijgt als die wordt gestolen. Toch willen we geen afstand doen van het strafbaar stellen van diefstal.

Zo is strafbaarstelling van ontkenning van de Holocaust niet meer dan symboolpolitiek. Maar aan de andere kant zeg ik zelf altijd: „Symboolpolitiek is ook politiek.” Je laat als overheid zien dat je mensen wilt beschermen en dat is een belangrijke taak van de overheid.”


Commotie over wetsartikel dat niet bestaat

In Nederland is ontkenning van de Holocaust bij wet niet strafbaar. „Het is dus in Nederland in feite mogelijk de Holocaust te ontkennen zonder dat er een strafzaak komt.”

Prof. dr. Johannes Houwink ten Cate glimlacht als hij nog denkt aan de commotie die ontstond toen VVD-leider Rutte in mei van dit jaar ervoor pleitte om ontkenning van de Holocaust niet langer strafbaar te stellen. Andere partijen, maar ook prominenten binnen de VVD, vielen direct over Rutte heen. Rutte deed zijn uitspraken naar aanleiding van een VVD-voorstel om de vrijheid van meningsuiting wettelijk te verruimen.

Houwink ten Cate: „Rutte ging op een ongelukkige manier tekeer tegen een wetsartikel dat, als je het zuiver beziet, er gewoon niet is. En de mensen die zeiden: „Je mag niet tornen aan de strafbaarheid van die Holocaustontkenning”, hadden het dus eveneens over een wetsartikel dat niet bestaat.

Er staat niet in het Wetboek van Strafrecht: Gij zult de Holocaust niet ontkennen. Wij hebben wel een wetsartikel dat betrekking heeft op groepsbelediging. Op grond van dat wetsartikel kan ontkenning van de Holocaust door de rechter worden verboden als die ontkenning het karakter van strafbare groepsbelediging heeft. Dat is nou precies het wetsartikel waar de VVD van af wil of aan wil sleutelen.”

Volgens Houwink ten Cate zijn er in Nederland wetsartikelen die smaad en laster verbieden, maar is het ontzettend moeilijk om op dat punt een veroordeling te krijgen. „Zo’n belediging wordt bij ons pas strafbaar als de opzet van die belediging is om mensen de toegang tot de samenleving te bemoeilijken. Dus als iemand solliciteert naar de functie van president van De Nederlandse Bank en ik zeg in die week in een krant dat ik weet dat die man misbruik van voorkennis heeft gemaakt terwijl dat niet zo is, dan kom ik op dat moment dicht in de buurt van die strafbare belediging, want wat ik wil bereiken is dat die man geen president van De Nederlandse Bank wordt. En daarmee bemoeilijk ik zijn maatschappelijke verkeer, bemoeilijk ik zijn ontplooiingsmogelijkheden.”

Groepsbelediging ligt in het verlengde van de gewone strafbare belediging, aldus Houwink ten Cate. „Het wetsartikel inzake groepsbelediging is in 1934 ingevoerd om Joden in Nederland te beschermen tegen nationaalsocialistische propaganda. Het is heel vreemd dat de VVD in het belang van het vrije maatschappelijke debat het strafbaar stellen van groepsbelediging wil afschaffen. Het strafbaar stellen van groepsbelediging is juist bedoeld om groepen mensen de vrije toegang te blijven geven tot het maatschappelijke debat, doordat je ze als gelijkwaardig beschouwt. Hier wringt het.”

Houwink ten Cate vindt het vreemd dat mensen die de hele tijd zeggen dat je in Nederland niets meer mag zeggen, „zelf in hun uitlatingen heel ver gaan.” „Ze hebben het voortdurend over de radicale islam en over allerlei veronderstelde maatschappelijke misstanden. Dus de vrijheid van meningsuiting rekken ze op, terwijl ze zeggen dat die onder druk staat.”

Houwink ten Cate vraagt zich hardop af „waarom op dit punt de zeden in Nederland aan het verruwen zijn.” „Het is zo vreemd om in Nederland vrijheid van meningsuiting te gebruiken om mensen die bepaalde religies aanhangen te beledigen. Historisch gezien –dit is geen links argument maar een zuiver historisch argument– bedoelen wij met vrijheid van meningsuiting vrijheid van godsdienstoefening. Dat is al vanaf 17e eeuw zo geweest. Dus het is vreemd om nu vrijheid van meningsuiting als het ware te contrasteren met vrijheid van godsdienstoefening. We hebben juist in Nederland die twee aan elkaar verbonden en we hebben vrijheid van meningsuiting belangrijk gevonden omdat we wilden dat mensen hun religie konden beleven. Dat is een heel belangrijk onderdeel van onze cultuur.”

Houwink ten Cate is van mening dat de bestaande strafbaarstelling van groepsbelediging moet blijven. „Je kunt je zelfs afvragen of het niet een goed idee is om strafbaarstelling van de Holocaust- en genocideontkenning op te nemen in het Wetboek van Strafrecht. De samenleving in het algemeen doet ontzettend weinig voor de slachtoffers van genocide. Je weet dat de pakkans van de daders ontzettend gering is en materiële compensatie heel uitzonderlijk. Dus het enige wat je voor mensen kan doen, is de ontkenning van de misdaad die ze is aangedaan, strafbaar stellen. Dat is materieel een van de weinige dingen die je als staat, overheid of samenleving voor slachtoffers van genocide en vergelijkbare misdrijven kunt doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer