Wereldwijd sterven jaarlijks zeker een half miljoen vrouwen tijdens de zwangerschap of de bevalling, terwijl dit door medische hulp en kraamzorg voorkomen had kunnen worden.
Het sterftepercentage onder moeders ligt wereldwijd naar schatting op 400 doden per 100.000 levend geboren kinderen. Van de 536.000 vrouwen die jaarlijks overlijden, leeft 99 procent in ontwikkelingslanden; 86 procent in Afrika, ten zuiden van de Sahara of in Zuid-Azië.
De kans dat een vrouw in Afrika gedurende de zwangerschap of tijdens de geboorte overlijdt is 1 op 22, terwijl dat risico voor vrouwen in westerse landen 1 op 7300 is.
De Verenigde Naties heeft als doel gesteld dat 90 procent van alle bevallingen in 2015 plaatsheeft met professionele hulp. Nu sterven veel moeders tijdens of na de bevalling door bloedingen, infecties en hoge bloeddruk. Goede medische hulp en kraamzorg kunnen dat voorkomen. De meeste vooruitgang is de afgelopen jaren geboekt in Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen die al een laag moedersterftecijfer hadden.
De Verenigde Naties formuleerden in september 2000 acht zogeheten Millenniumdoelen. Hierin beloofden de leiders van alle 191 VN-lidstaten te zullen strijden tegen onder meer armoede, honger, ziekte, analfabetisme en discriminatie van vrouwen. Tegen 2015 moeten de doelen zijn gerealiseerd. Elk jaar wordt de voortgang gemeten en internationaal gerapporteerd, maar de progressie blijkt meestal gering.
De acht doelstellingen luiden:
uitroeien van extreme armoede en honger;
realiseren van basisonderwijs voor alle kinderen;
bevorderen van gelijkheid tussen mannen en vrouwen;
verminderen van kindersterfte;
verbeteren van de gezondheid van moeders;
bestrijden van hiv/aids, malaria en andere ziekten;
voorzien in duurzaam natuurbeheer en -ontwikkeling;
wereldwijde bijdrage aan ontwikkelingssamenwerking.
