Het Kamerlid plantte in februari nog een boom in de Hertogin Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen. De kans groeit dat die boom binnenkort weer wordt gerooid en dat de polder toch onder water komt te staan.

Sinds de Raad van State een stokje heeft gestoken voor uitdieping van de Westerschelde hangt ontpoldering „weer als een zwaard van Damocles boven die polder”, constateert Van der Staaij. Hij betreurt dat. „Natuurherstel door ontpoldering is helemaal niet nodig om natuurschade door verdieping van de Westerschelde te compenseren. Ook de Raad van State zegt niet dat ontpoldering moet.”

Maar in de Scheldeverdragen met België staat letterlijk dat de Hedwigepolder onder water wordt gezet.

„Dat klopt. Daarom hebben wij ook tegen die verdragen gestemd. De Kamer heeft er wel mee ingestemd, op voorwaarde dat er niet gedwongen ontpolderd zou worden. Die afspraak tussen Kamer en kabinet staat ook en kan niet zomaar opzij worden gezet om een afspraak met de buren na te komen.”

De SGP heeft zich altijd verzet tegen ontpoldering. Kunt u daar niet een keer van afwijken?

„Nee. Er is geen enkele reden om nu een uitzondering te maken. Het zou een gevaarlijk precedent scheppen dat ontpoldering als middel voor natuurherstel legitimeert. We moeten geen kostbare landbouwgrond opgeven om de soortenrijkdom van vogels te bevorderen.”

Wat verwacht u van het Kamerdebat van vanavond?

„Ik hoop dat de Kamer achter mijn motie blijft staan dat er van gedwongen ontpoldering nooit sprake mag zijn. Het kabinet moet zijn keus voor buitendijks natuurherstel handhaven.”