Bijbelmuseum leert papierworm lesje
In het Bijbelmuseum in Leerdam verorberden genodigden woensdag „Bijbelse hapjes” als hamansoren en gevulde vijgen. Na jaren van voorbereiding ging het museum open voor publiek. Om „vette vingers” op de kostbare Bijbels te voorkomen, werd het feestje voortgezet in een tent.
Beheerder W. C. van ’t Zelfde, tegelijk verzamelaar, stichtingsvoorzitter en restaurateur, is eigenlijk nog steeds beduusd van de „onvoorstelbare golf publiciteit” die over hem heen rolt. Zijn ambities worden breed uitgemeten in de media – van het Algemeen Dagblad tot de KRO en verschillende rooms-katholieke (bisschoppelijke) magazines. „Kennelijk is daar meer belangstelling voor de Bijbel dan vroeger”, concludeert hij over de laatsten. „Die bladen brengen toch wat hun lezers interesseert?”Begin deze week stipten vrijwilligers met verf de laatste plekjes weg in het museum. Vijf beeldschermen kregen op de valreep een plek in de tentoonstellingsruimte. Het gebouw, dat 128 vierkante meter in beslag neemt, verrees in een jaar tijd. Het herbergt 350 Nederlandstalige Bijbels. Vooral Statenbijbels. Exemplaren die jarenlang lagen opgetast in woon-, slaap- en zolderkamer van de Leerdammer.
„Die moet je niet voor jezelf houden”, maande een bekende enkele jaren geleden. Omdat er in Geldermalsen, de vorige woonplaats van de beheerder, geen geschikte locatie te vinden was, kwam het museum op de plaats van een voormalig dierenasiel in Leerdam.
Op een enkel boek na zijn alle Bijbels in het museum verzameld door Van ’t Zelfde. Zijn eerste kocht hij op 14-jarige leeftijd voor 5 gulden. „De handelaar vroeg er eigenlijk 10 gulden voor, maar het regende die dag. Het was net droog geworden toen hij voor mij het dekzeil terugsloeg.”
Hoewel de Bijbel met het oude koperen beslag kapot was, reageerde Van ’t Zelfde verrukt. Dat komt door de sfeer die eromheen hangt, zegt hij. „En het idee dat zo’n Bijbel honderden jaren lang door mensen gelezen is.” Het voorwerp bleek een zeldzaamheid te zijn: een in 1636 verschenen proefdruk van de Statenvertaling.
Charmant
De proefdruk is niet het enige bijzondere exemplaar in de collectie. Van ’t Zelfde specialiseerde zich in geïllustreerde Bijbels en bezit onder meer een Liesveltbijbel met een serie houtsnedes van Lucas Cranach.
De verzameling Bijbels met gravures, etsen en litho’s laat zien hoe de prenttechniek zich ontwikkeld heeft. „Heel charmant” is volgens de museumbeheerder een Bijbel met eerste steendrukken. „Omdat ieder vel voor iedere kleur opnieuw door de pers moest, vervloeiden de kleuren tot pastels.”
De variëteit van de Bijbels komt volgens Van ’t Zelfde ook tot uiting in de taalontwikkeling („ende” werd „en”, „wijf” werd „vrouw”), de Bijbelbanden (leer, koperwerk) en de geslachtsregisters.
„Dat laatste is bijster interessant. Sommige zijn honderden jaren bijgehouden. Je ziet een handschrift veranderen als de zoon het schrijven overneemt van zijn vader. Namen, doopgegevens en bijzondere gebeurtenissen zoals een brand of een schipbreuk kregen een plek. Hier en daar staan ook de peter en meter vermeld.”
In het museum bevinden zich Bijbels van verschillende kerkelijke snit. Rooms-katholieke, lutherse, doopsgezinde, vrijzinnige, gereformeerde en Nederlands hervormde. Wat maakt een Bijbel gereformeerd of rooms-katholiek? Vaak is dat de vertaling, aldus Van ’t Zelfde. In de rooms-katholieke Bijbel zit het (voor de protestanten apocriefe) boek Baruch tussen Klaagliederen en Ezechiël.
Verder bestaan er Bijbels uit de tijd van de Afscheiding en de Doleantie die zijn goedgekeurd door bijvoorbeeld Abraham Kuyper of Hendrik de Cock.
Wespen
Met het museum wil hij niet alleen „een beeld geven van de betekenis en rol van de Bijbel door de eeuwen heen”, maar ook „cultureel erfgoed behouden voor toekomstige generaties.” De restaurateur krijgt exemplaren in handen die in deplorabele staat zijn, sommige aangevreten door de wespen. „In een andere Bijbel heeft de papierworm zich minstens een generatie lang gehuisvest. Er zaten gangen in van drie centimeter breed en wel vijf centimeter diep.” Het museum roept bederf een halt toe, constateert Van ’t Zelfde tevreden.
Zijn die toekomstige generaties nog wel warm te krijgen voor eeuwenoude, onleesbare Bijbels? „We proberen ze over te halen met een brochure. Weinig tekst, veel foto’s.” Verschillende jeugdverenigingen lieten al weten dat ze een tochtje op de Linge willen combineren met een bezoek aan het museum.
Aanvulling 3 juli 2009
De opening van het Bijbelmuseum in Leerdam had niet woensdag plaats, maar donderdag.