Ds. Van der Plas: Comité geeft geen juist beeld
Op de bezinningsdag van het Comité is uitgegaan van eigen interpretaties die geen grond vinden in de kerkorde. Dat stelt de hervormde synodepreses ds. A. W. van der Plas, die de bezinningsdag in Putten zelf bezocht. Er is volgens hem geen juist beeld gegeven van wat de synode werkelijk heeft beslist. „Ik betreur dat.”
De preses verklaart in een persbericht aan deze krant dat hij de verontrusting over het SoW-proces die men met deze dag heeft willen uitspreken, heeft herkend. „Het moderamen kent deze zorg, waaraan de synode ook herhaaldelijk aandacht heeft gegeven.” Daarom worden volgens hem intensieve gesprekken met bezwaarden gevoerd met het doel de eenheid van de kerk te bewaren en wegen te vinden om elkaar vast te houden.
Hij beklemtoont dat het moderamen met bezwaarden in gesprek wil blijven. Ook over de verkeerde beeldvorming die is ontstaan. „De hele kerk is gediend met een discussie die op grond van feiten plaatsheeft.”
Van der Plas: „Ik ben teleurgesteld dat het Comité nu aan deze verontrusting uiting heeft gegeven op een wijze, die de eenheid van de kerk en de gemeenten niet dient. Er is opgeroepen tot doleantie (hervormd blijven) wanneer de kerkorde ongewijzigd blijft en de synode besluit tot eenwording van de kerken.”
Hij wijst erop dat men zich moet bedenken dat wanneer de kerken zich verenigen, de Hervormde Kerk niet buiten de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) kan worden voortgezet. „Hervormd blijven buiten de Protestantse Kerk in Nederland zal leiden tot de vorming van een nieuwe kerk en zal scheuring brengen in gemeenten. Ik hoop van harte dat het voortgaande gesprek met de bezwaarden ertoe zal leiden, dat dit voorkomen kan worden”, aldus de synodepreses.
Hij brengt verder onder de aandacht dat in de kerkorde van de PKN is vastgelegd dat de bijzondere verbondenheid van hervormde gemeenten met het gereformeerd belijden erkend en gerespecteerd wordt. Daarmee is, volgens de preses, „alle ruimte gegeven om levend vanuit deze belijdenis de kerk te dienen en in gehoorzaamheid aan het Woord van God te volharden en te groeien in het gemeenschappelijk belijden van de kerk.”