Herv. Comité blijft nee zeggen tegen SoW
Bijbels-principieel gezien is het voor het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk niet mogelijk om toe te treden tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Die kerk is, aldus ds. C. J. P. van der Bas, niet één in haar geloofsleer en niet in haar ethiek. Dit nee tegen het SoW-proces is, volgens voorzitter ds. L. W. Ch. Ruijgrok, geen kerkpolitiek nee, om toch nog een aantal extra kerkordelijke voordeeltjes in de wacht te slepen, maar een principieel nee.
„Als we zeggen dat we voor God en ons geweten niet mee kunnen naar de nieuwe kerk, dan menen we dat ook en achten we ons ook van Godswege geroepen om daarnaar te handelen. Er zou heel wat gewonnen zijn als dit geluid door onze synode werkelijk ernstig werd genomen.”
In zijn meditatie over Psalm 130 vroeg dr. P. Vermeer uit Epe de aanwezigen alle hoogmoed verre van zich te houden. „Ook om onze zonden kwam dit oordeel van God over onze kerk.” De predikant riep op de gebedsweg van de dichter te gaan en met hem te roepen tot Hem in Wiens hand alle dingen zijn, ook synoden.
„Misschien hebben we wel veel te weinig tot de Heere geroepen en stelden we ons vertrouwen te veel op mensen of organisaties. Hoe groot is de verleiding om nu al een rekensom te maken en op grond daarvan erop te rekenen dat er vast wel méér dan eenderde deel van de hervormde synode tegen zal stemmen als het fusiebesluit in december aan de orde komt. Zo’n ongeestelijke houding worde ons tot schuld”, aldus ds. Vermeer. „Laten we tot de Heere roepen.”
Dit laat volgens de predikant onverlet dat we de weg moeten gaan die de Heere wijst. Dat betekent een blijven gaan in de weg van het Woord en alles verwerpen wat strijdt met dit Woord.
Ds. Van der Bas stelde dat een kerk zich kenmerkt door eenheid in het geloof. Een kerk waarin het samenwonen van waarheid en leugen normaal wordt, is volgens hem geen kerk. Het is geen ware kerk, geen valse kerk, maar een onkerk, een onmogelijke kerk.
Ds. Van der Bas wees de visie dat Jezus Christus alléén het fundament of de grondslag van de (zichtbare) kerk is, van de hand. „Dan zou voor ons niet langer de leer bepalend zijn voor de kerk, maar de Heere Jezus Christus.” Dat geldt volgens hem alleen voor de onzichtbare Kerk. Hij wil dit spoor niet volgen, mede omdat in de nieuw te vormen kerk de leer aangaande Christus „niet veilig” is.
Dat het in de nieuw te vormen kerk mogelijk blijft je te beroepen op de Heilige Schrift, is voor ds. Van der Bas niet genoeg. Want dan is de kerk „een kerk waarin elke mening wordt toegelaten, mits beweerd wordt dat zij overeenkomt met de Bijbel, ook al is dat niet bewezen.” Een kerk dus met strijdige inzichten, die door haar grote verdraagzaamheid verplicht tot onverdraagzaamheid jegens de waarheid.
Volgens de Woudenbergse predikant wordt van elk lidmaat en elke ambtsdrager in de Protestantse Kerk in Nederland verwacht dat hij de verschillende geloofswaarheden en geloofsethieken in zijn kerk erkent en respecteert, ook al staan ze voor een deel op gespannen voet met elkaar.
„U kunt alleen in die nieuwe kerk staan wanneer u elke ander erkent en respecteert”, waarschuwde de predikant. „Zelfs als hij in geloof en in levenspraktijk totaal andere keuzes maakt, die naar uw overtuiging haaks staan op de bijbelse boodschap.” Een en ander betekent, aldus ds. Van der Bas, dat je jezelf bij het binnengaan in de PKN erop vastlegt dat je die ander niet zult terechtwijzen of veroordelen. Dat je plaatselijk een aantal beperkende maatregelen mag treffen, maakt geen verschil, vindt hij.
De gedachte dat er plaatselijk niets verandert, wanneer de kerkenraad maar bijtijds ondeugdelijke elementen voor de eigen gemeente uitsluit, bestreed hij. „Alles verandert. Vanaf het moment van het in werking treden van het fusiebesluit behoort u tot een andere kerk. Vanaf dat moment is de inhoud van het geloof van de kerk waartoe u behoort, veranderd.” En heel de gemeente merkt dat volgens hem ook. Predikanten, kandidaten, doopouders en jonge lidmaten krijgen ermee te maken. Jonge lidmaten bijvoorbeeld antwoorden „in gemeenschap met de belijdenis der vaderen” op de belijdenisvragen, en doopouders erkennen dat de leer in de christelijke kerk alhier geleerd de volkomen leer der zaligheid is. En dan wordt gedoeld op de leer van de landelijke kerk op de nieuwe grondslag, stelde de predikant.
De bijzondere -maar niet exclusieve- verbondenheid met de gereformeerde belijdenisgeschriften die wordt toegestaan, is onlosmakelijk verbonden met de eis om andere geloofsvisies en levensvisies die geijkt zijn in de nieuwe kerkorde, te erkennen als evenzeer bijbels en kerkelijk verantwoord, betoogde ds. Van der Bas.
Hij stond ook stil bij de vraag of het verschil tussen de situatie nu in de Hervormde Kerk en straks in de PKN wel zo groot is. Hij beaamde dat de Hervormde Kerk geen gezonde bijbels-gereformeerde kerk is, maar een ernstig zieke kerk. „Maar de grondslag is de eeuwen door dezelfde gebleven. Er zijn besluiten genomen die de grondvesten van de kerk hevig deden schudden en ze in waarde dachten te verminderen. Maar nooit heeft men besloten om aan die belijdenissen in de grondslag der kerk andere toe te voegen die inhoudelijk met de reeds aanwezige streden.”
Dat profeten, apostelen en Jezus Zelf zich niet onttrokken aan de kerk van hun dagen, maar met kracht stelling namen, is voor ds. Van der Bas geen reden mee te gaan de PKN in. „Weet u één situatie aan te wijzen in de Bijbel waarin de wetten van Mozes werden veranderd en waar Gods geroepen en gezalfde ambtsdragers verplicht waren die afwijkingen van Gods Woord te erkennen?”
Wachten totdat je de nieuwe kerk wordt uitgeworpen, is voor de predikant geen optie. Dat deed Paulus ook niet (Handelingen 18 en 19). Die week in Korinthe en Efeze zelf uit de synagoge. „We moesten maar waken voor een zodanig beroep op Gods verbond in de toekomstige PKN, waarbij buiten beschouwing wordt gelaten dat eerst een daad van ongehoorzaamheid tegenover God vereist is om deel te gaan uitmaken van de PKN. U kunt er niet in, tenzij u zwijgend instemt met de nieuwe kerkorde en ordinanties.” In antwoord op schriftelijke vragen of je niet zuchtend moet meegaan, herhaalde hij dat dit een onmogelijke mogelijkheid is: „U moet dan eerst een knieval doen.”