Zalm kampt met imagoprobleem
Toen oud-minister Zalm vlak na de verkiezingen van 15 mei opstond als de nieuwe leider van de VVD, scheen dat het beste wat de liberalen kon overkomen. Inmiddels grijpt de twijfel om zich heen. De VVD doet het niet goed in de peilingen en Zalm lijkt zichzelf niet meer.
Wie een jaar teruggaat in de tijd, hoort louter positieve verhalen over Zalm, dan nog minister van Financiën. Terwijl het paarse kabinet al heftig wordt bekritiseerd, weet ’s lands schatkistbewaarder zijn ongekende populariteit te handhaven. Kennelijk scheert de publieke opinie hem niet over één kam met premier Kok en diens sociaal-democratische geestverwanten in het kabinet.
Ook Fortuyn, de grote uitdager van het gevestigde bestel, doet dat niet. Volgens hem is Zalm de positieve uitzondering op de slechte paarse regel. VVD-erelid Wiegel tipt de bewindsman zelfs als nieuwe minister-president, al is fractievoorzitter Dijkstal formeel de politiek leider van de VVD. Dijkstal ontkracht de suggestie niet; hij gebruikt Zalms solide begrotingsbeleid maar al te graag voor zijn campagne.
Na het historische verlies van 15 mei -de VVD zakt van 39 naar 24 kamerzetels- wordt zowel in politiek Den Haag als ver daarbuiten goed begrepen dat Dijkstal als fractievoorzitter en als politiek leider plaatsmaakt voor Zalm. Die slaat diverse eervolle en lucratieve aanbiedingen vanuit het bedrijfsleven af en kiest voluit voor zijn partij. In de Tweede Kamer moet hij overigens zijn maidenspeech nog uitspreken, want hij was niet eerder volksvertegenwoordiger.
Er is dan al wel enige kritiek: Zalm zou te ’paars’ zijn voor het nieuwe tijdperk in de politiek. Maar dat bezwaar neemt de nieuwe leider hoogstpersoonlijk weg door zich openlijk te distantiëren van de oude coalitiepartners PvdA en D66. Hun geeft hij bij zijn aantreden de schuld van het falend overheidsbeleid voor zorg, onderwijs, veiligheid en integratie. Een nieuwe coalitie met de PvdA sluit hij uit - iets wat gezien de verkiezingsuitslag natuurlijk gemakkelijk kan.
Zalm toont zich na zijn aantreden in eerste instantie weinig bereid om de VVD opnieuw aan de regering te laten deelnemen. De partij heeft stevig verloren, en moet dus eigenlijk oppositie gaan voeren. Maar omdat CDA en LPF zijn VVD echt nodig hebben om een centrumrechtse meerderheidsregering te kunnen vormen, laat Zalm zich toch overhalen. Wel bewaakt hij vanaf het prille begin het eigen gezicht van zijn VVD, iets wat volgens veel liberalen onder paars te weinig is gebeurd.
Geslepen
Maar daar gaat het meteen mis met de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid die Zalm altijd werden aangeschreven. De media interpreteren zijn manoeuvres bijna unaniem als tactiek. Dat Zalm oprecht boetvaardig zou zijn door de electorale dreun, wordt niet geloofd. Dat hij zich later schoorvoetend aan de onderhandelingstafel van de informateur meldt, heet in allerlei nieuwsberichten en journaals „geslepen onderhandelingstactiek.”
Weinigen geloven bovendien dat Zalm goede bedoelingen heeft met het kabinet-Balkenende. Ervaren Binnenhof-watchers voorspellen dat deze slimme strateeg -want zo staat hij ineens overal te boek- het kabinet bij de eerste de beste gelegenheid zal opblazen. De LPF is immers van een onnatuurlijk grote omvang, en volgens de heersende gedachte moet de VVD kunnen profiteren van de leegloop van deze partij.
In de Kamer weet Zalm snel aanzien te verwerven. Zijn debatten verlopen goed, en vooral zijn bijdrage aan de algemene beschouwingen klinkt als een klok. Al snel wordt Zalm gezien als de geestelijk vader van het regeerakkoord. Af en toe bespeelt hij de minder ervaren premier Balkenende met zijn grote staat van dienst. Dan werpt hij zich op als een soort oude wijze die allang weet wat de jeugd -lees: Balkenende- allemaal nog wel zal leren.
Zalm komt echter in de problemen als hij op woensdag 16 oktober de eerste is die „de stekker uit het kabinet” trekt en die daarbij publiekelijk harde woorden spreekt. Al wijst hij steevast op de onwerkbare situatie die is ontstaan door de ruzie tussen de LPF-ministers Bomhoff en Heinsbroek, sinds dat moment komt hij niet meer af van het beeld dat hij degene is die het kabinet de genadeslag heeft toegebracht. De schijn heeft hij eens temeer tegen, omdat hij uiteindelijk exact doet wat de voorspellers al zo’n 87 dagen eerder over hem beweerd hadden.
Breker betaalt
In de Nederlandse politiek geldt nog altijd het principe dat de breker betaalt. Wie een kabinet opblaast, maakt zelden goede verkiezingen. Dat had Zalm in de geschiedenis van zijn eigen partij kunnen zien. Na veel frustraties verbrak VVD-leider Voorhoeve in 1989 de samenwerking met het veel grotere CDA in een debat over het reiskostenforfait. De VVD werd daarna zo klein als ze sinds 1976 niet meer was geweest en kwam in de oppositie. Het CDA regeerde voort met de PvdA.
Ditmaal moet Zalm gedacht hebben dat de kiezers wel zouden inzien dat het uiteindelijk de LPF was die met alle interne twisten de aanleiding voor de breuk had gegeven. Toch is er een belangrijke reden aan te wijzen waarom hij er tot op de dag van vandaag niet in slaagt het imago van breker van zich af te schudden. Veel commentatoren wijzen er immers op dat het uitermate ongebruikelijk is om een kabinet op te blazen zonder dat er sprake is van een politiek conflict in de boezem van het kabinet of een ingrijpend geschil tussen kabinet en Kamer.
Strikt staatsrechtelijk had Zalm dus geen enkele reden het kabinet op te blazen. De gekke situatie doet zich nu voor dat het demissionaire kabinet geen beletsel ziet in bijna-missionair voortregeren - er is toch geen conflict over de inhoud? Voeg daaraan toe dat vooraanstaande LPF’ers als fractieleider Herben en minister Nawijn geen gelegenheid onbenut laten om Zalm de val van het kabinet te verwijten, en een kind begrijpt waarom de VVD-leider met zulke hardnekkige beeldvorming te kampen heeft.
Daar komt nog iets bij. Was het niet Zalm die kort voor de val als eerste publiek maakte waar de kranten al vol van stonden, namelijk dat de LPF-ministers Heinsbroek en Bomhoff „elkaars bloed wel kunnen drinken.” Tot dan toe hadden de betrokkenen zelf daarover naar buiten toe hun mond gehouden. Zalm is politicus genoeg om te beseffen dat hij hiermee meer deed dan het beschrijven van een feitelijke situatie: hij dreef de zaken op de spits. Het voorval versterkt het beeld dat Zalm bewust aanstuurde op de breuk en op nieuwe verkiezingen.
Euro
Het beeld van de breker zal Zalm tot op de verkiezingsdag achtervolgen. Iets anders wat hem in toenemende mate parten gaat spelen, is zijn rol bij de invoering van de euro. Als minister van Financiën beloofde hij het Nederlandse volk bij herhaling plechtig dat de nieuwe munteenheid niet tot prijsverhogingen zou leiden. Inmiddels is wel duidelijk dat de euro de hoge inflatie stevig in de hand heeft gewerkt.
Een succesvolle partij als de SP eist van Zalm dat hij alsnog zijn excuses aanbiedt aan het Nederlandse volk. Zalm weigert, maar zit overduidelijk met de kwestie in zijn maag. Hij weet immers dat SP-leider Marijnissen -gewiekst debater als hij is- dit punt in de komende lijsttrekkersdebatten niet onaangeroerd zal laten. Op dit punt zal Zalm dus in de verdediging moeten starten.
Ten slotte kan het minder grijpbare niet onvermeld blijven. Zalm lijkt enigszins gebukt te gaan onder de verantwoordelijkheden van het partijleiderschap. Diverse landelijke dagbladen en televisiestations hebben het al opgemerkt: zijn kenmerkende lach -een homerisch gebulder met wijd opengesperde mond- lijkt met zijn ministerschap verleden tijd. Terwijl juist deze ontspannende lach een van de redenen voor VVD-coryfee Wiegel was om Zalm te tippen als minister-president.
Gespannen
Zalm oogt gespannen, enigszins verzuurd, verongelijkt door kritiek, boos omdat het volk niet begrijpt hoe integer hij is. Hij heeft inderdaad reden zich zorgen te maken. De vrije val van de LPF in de peilingen leidt niet tot de verwachte groei van de VVD. Volgens de jongste peilingen wint de VVD slechts één zetel ten opzichte van het historische dieptepunt van afgelopen mei. Bovendien wijst onderzoek uit dat de gemiddelde kiezer Zalm veel minder geloofwaardigheid toedicht dat bijvoorbeeld zijn concurrenten Balkenende (CDA) en Marijnissen (SP).
Als Zalm zich niet ontpopt tot een -ook via de televisie- aantrekkelijke, enthousiaste persoonlijkheid, dreigt hij de Melkert van de nieuwe verkiezingsstrijd te worden. Melkert stond te boek als een zuurpruim, arrogant en ongenaakbaar. Van Zalm is bekend dat hij anders is. Hij slaagt er echter vooralsnog niet in dat over te brengen op de kiezers. Wat dat betreft heeft de succesvolle bestuurder in campagnetijd nog aanmerkelijke uitdagingen onder ogen te zien.