Het aantal kerken in de Nigeriaanse miljoenenstad Lagos is bijna niet te tellen. Onder die kerken is een aantal onstuimig groeiende charismatische megakerken. De bekendste is ongetwijfeld The Synagogue Church of all Nations, de kerk van ’profeet’ T. B. Joshua. Elke zondagmorgen verricht hij daar zijn wonderen. Joshua: „De belofte van God is iedereen die hier komt te genezen. Het is aan jou om die belofte aan te nemen.”
De dienst begint met een preek, die geregeld en onaangekondigd wordt onderbroken door gezang van het koor, waarop de gemeente invalt. „De vraag is niet waar je God aanbidt, maar óf je Hem aanbidt”, houdt Joshua zijn gehoor voor. „God zal niet aan je vragen: Prees je Mij in The Synagogue Church, of in Jeruzalem, maar prees je Mij in de Geest?”
Joshua, gekleed in zilvergrijs pak, vraagt de gemeente geregeld slogans te reciteren als: „We moeten zien op Gods glorie” en: „We moeten denken in kracht, niet in gebrek.” „Gods kracht kennen is Gods aanwezigheid kennen”, preekt de profeet. Op de balustrades van de gaanderijen van de kerk staan nog meer teksten: „Heilige Geest, we blijven rusten in Uw dierbare armen” en „Om je zegeningen vast te houden, blijf in de kracht van Jezus Christus tot op het laatst.”
Bevalling in de Geest
Na de preek vertrekt de profeet met het camerateam, journalisten en een aantal medewerkers naar een gang achter de kerkzaal. Daar wachten honderden mensen in een ”gebedslijn” op genezing. Emmanuel-TV registreert, zodat ook de mensen in de kerkzaal en elders ter wereld de genezingen kunnen volgen.
De mensen in de gebedslijn houden grote vellen papier omhoog waarop hun kwalen staan geschreven. Veel mensen blijken last te hebben van aanvallen van boze geesten, maar ook hartkwalen, kanker en opgezwollen benen of andere ledematen komen veel voor. Erectieproblemen of bedplasserij bij een jongetje blijken eveneens redenen om bij de profeet aan te kloppen. Aidsslachtoffers staan overzichtelijk naast elkaar in de rij.
Joshua werpt echter nauwelijks een blik op de vellen papier, maar gaat in vlot tempo de zieken langs. De meesten raakt hij enkel aan; soms doet hij drie passen naar achteren en maakt hij trekkende bewegingen met zijn armen, om de ziekte er op die manier uit te trekken. Na de behandeling door de profeet worden de patiënten opgevangen door medewerkers van de kerk en verlaten ze de gang.
Van tijd tot tijd vallen mensen op de grond na de aanraking door Joshua. Soms valt een hele rij tegelijk, zoals bij de aidsslachtoffers. Sommigen beginnen luid te hoesten en slijm over te geven. „Dat is niet zomaar spuug”, legt een medewerker van de kerk uit, „maar dat is een boze geest die het lichaam verlaat.” Een ploeg schoonmaakmedewerkers maakt de vloer na zo’n uitdrijving zo snel mogelijk weer schoon.
De profeet houdt in de gaten dat de genezingen door zijn camerateam geregistreerd worden. Wanneer een op haar knieën liggende spugende vrouw over het hoofd gezien lijkt te worden door de ploeg, knipt hij met zijn vingers en vraagt om de camera’s. „Er zijn ook mensen genezen door alleen maar naar de uitzending van de dienst te kijken”, verklaart de medewerker. „Er gaat zo veel kracht van de man van God uit.” Hij is er nog iedere zondag verbaasd over.
De gang vult zich verschillende malen met nieuwe rijen patiënten. Op een gemiddelde zondag blijken er zo’n 500 te komen. „Dit moet je zien”, zegt de medewerker, wanneer Joshua stilhoudt bij een zwangere vrouw en met zijn hand boven haar buik beweegt. „Er vinden hier geregeld bevallingen plaats door de kracht van de Geest.” De onderuitgezakt op een stoel hangende vrouw kijkt de profeet hoopvol aan, zweet en steunt, maar deze keer lukt het niet.
Leuk berichtje
Als alle zieken aan de beurt zijn geweest, verplaatst Joshua zich met zijn gevolg naar de kinderdiensten die op twee andere plekken, vlak bij de kerk, plaatsvinden. De kinderen ontvangen hem met luid gejuich en gejoel. De profeet beent voor de jonge gemeenteleden langs en geeft ze zijn zegen.
Daarna is het tijd voor een korte pauze. Joshua trekt zich even terug voordat hij de dienst vervolgt. Daar wacht nog een onderdeel waarin ”de man van God” profetieën zal uitspreken.
Joshua vraagt de mensen eerst zich in gebed los te maken van zichzelf en hun problemen. „Vertel de kwade machten in je je lichaam te verlaten. Open jullie monden, open jullie monden, in de náám van Jezus!” De mensen bidden minutenlang, lopen heen en weer, heffen de armen ten hemel. Zijn oproep zal de profeet nog verschillende malen herhalen. „Geloven jullie dat alles wat je hier loslaat, door Jezus ook werkelijk verdwenen zal zijn?” „Geloven jullie dat ik door God geroepen ben om voor jullie te bidden?” „Yeah”, antwoordt de gemeente. „Laat me dan jullie gebedspastor zijn.”
Hij loopt op mensen in het publiek af om profetieën uit te spreken. „Dag, jij heet Eric”, zegt hij, terwijl hij op een man van middelbare leeftijd afloopt. „Klopt”, stamelt de man verbaasd. „Jij hebt problemen aan je hart”, zegt hij tegen een andere man. „Perfect”, zegt deze. „Perfect.” Joshua bidt dat de hartkwaal het lichaam van de man zal verlaten.
Een meisje maant hij niet langer in te gaan op de avances van een vreemde man. „Je man is een Rus. Een Rus… Ja-a…” Hij loopt weg, keert na een paar schreden weer terug. „Je hebt pas een leuk berichtje van een andere man gehad. Wees voorzichtig.” Het camerateam van Emmanuel-TV drukt een microfoon onder de neus van het meisje voor een reactie, maar ze weet niet veel uit te brengen.
De man met de hartkwaal, die door medewerkers van de kerk opgevangen en naar achteren gebracht was, keert terug in de dienst om een getuigenis uit te spreken. „U bent Jezus Christus”, roept hij naar Joshua. Deze corrigeert hem: „Dat is blasfemie. Ik ben Jezus Christus niet. Maar Hij is hier wel.”
Een vrouw krijgt te horen dat ze niet langer de Bijbel moet gebruiken om er vervloekingen over anderen mee uit te spreken. „Sinds je dat bent gaan doen, zijn de problemen in je leven begonnen. Stop ermee!” houdt Joshua haar voor.
De profeet haalt een man van de gaanderij af, en herinnert hem eraan dat een goede vriend pas is overleden. „Ik zie dat jij ook spoedig zult sterven, de geest van de dood zit in je. Maar laat me die geest er in Jezus’ naam uitdrijven.” De man valt achterover op het podium, om er even later juichend af te lopen.
Zoals gebruikelijk, spreekt Joshua ook een algemene profetie over de wereld uit. „Bid deze dinsdag voor een land in Azië”, vraagt hij de gemeente. „Een land in Azië. Daar zal een tragedie plaatsvinden, en een persoon zal het doelwit zijn. Laten we samenkomen voor bescherming van het leven van een man - een held. Laten we samenkomen dinsdag en bidden en vasten, voor overwinning boven de dood. Het is iemand. Neem de tijd, alsjeblieft. Het gaat om een nieuw persoon - heel nieuw.”
Op de site van de gemeente wordt de profetie later geduid als voorspelling van de ongeregeldheden in Thailand, die dinsdag erop, waarbij de pas gekozen president, Somchai Wongsawat, doelwit was. De demonstranten wilden het paleis binnendringen, maar, meldt de site, „op wonderlijke wijze” werd het leven van Wongsawat gespaard.
Doop met de Geest
De volgende dag zit de profeet, ditmaal eenvoudig gekleed in T-shirt, in een klein kamertje bij de kerk achter zijn bureau. Een wand is gevuld met tv-toestellen, waarop hij de programma’s van Emmanuel-TV kan volgen. Achter hem hangt een crucifix. Het interview is nog maar net begonnen als er een cameraploeg binnentrekt, om ook de woorden die de profeet nu spreekt op de band vast te leggen. „We zijn al begonnen”, merkt Joshua terloops op tegen de cameraman.
Joshua lacht op de vraag hoe hij weet een man van God te zijn. De medewerkers van zijn kerk duiden hem consequent aan als ”de man van God”, maar Joshua wil die term niet voor zichzelf reserveren. „Wij zijn allemaal gemaakt voor de glorie van God, jij, ik, iedereen”, antwoordt hij. „We zijn vervallen van Gods glorie tot een zondig leven, maar je kunt een keuze maken om voor God te leven of niet. Ieder die Jezus navolgt, is een man van God. Als jij je werk als journalist goed doet, ben je ook een man van God. Niet alleen als je pastor bent, mensen zegent en halleluja zegt. Maar ik heb nu eenmaal de taak gekregen om zielen te redden.”
Joshua laat zich er niet toe verleiden zijn roeping als profeet meer specifiek te onderbouwen, of te vertellen wanneer hij de zalving met de Geest ervoer. „Ik ben niet goed in het me herinneren van het waar en wanneer, ik weet alleen dat ik gedoopt ben in de Heilige Geest”, zegt hij.
Joshua zou eerder wel eens hebben gezegd al vóór zijn geboorte met de Geest gedoopt te zijn. Bovendien zou hij de enige in de gemeente zijn die deze doop heeft ontvangen. „Niet iedereen is gelijk in de gemeente”, zegt Joshua, gevraagd naar het laatste. „De sleutel tot de doop met de Geest is jezelf te onderwerpen aan God en te wandelen in de Geest. Velen zijn echter geroepen, maar weinigen geven gehoor aan die roeping. Je moet jezelf vergeten, en dat is moeilijk. Het is een beslissing. Overigens: ieder die gedoopt is met de Heilige Geest is vol van de Geest; het is niet andersom.”
Bekering
Joshua zelf zou zo vol zijn van de Heilige Geest dat hij de kracht van de Geest via handoplegging kan overbrengen op anderen. „De belofte van God is iedereen die hier komt te genezen. Het is aan jou om die belofte ook aan te nemen. Ik kan mensen niet dwingen dat te doen.”
De profeet erkent dat niet iedereen geneest, wat volgens hem onder meer kan liggen aan de gezindheid van de zieke. „Als je je niet wilt laten leiden door Gods wetten en niet de prijs voor verlossing wilt betalen, kan het zijn dat de genezing geen stand houdt. Je wordt namelijk genezen om Jezus te volgen.” Joshua zegt echter dat iedereen kan komen om het te proberen, ook een prostituee bijvoorbeeld. „Kom en probeer het met God, zeg ik altijd. Maar er moet wel een bekering op volgen.”
Hoe is hij er zo zeker van dat hij iedere zondag wonderen kan doen? „Je moet je altijd stellen onder de Geest van de Vader. Er wordt ons geen andere kracht gegeven dan de wil van God te doen. Het gaat niet om mij, maar om Jezus.”
Joshua vindt het mooi geweest. Er staat nog een kamer vol mensen te wachten op een woord van de profeet.
Nigeriaanse kerken stellen vragen bij Joshua
De traditionele kerken in Nigeria hebben veel vragen bij de snelle opmars van gebedsgenezers als Joshua. „Je gaat niet om een wonder naar de kerk, maar om God.”
Ds. Timothy Alam van de Church of Christ in the Sudan among the Tiv (NKST) in de Nigeriaanse stad Jos knikt. Ook in zijn gereformeerde kerk tonen leden zich soms aangetrokken door pinksterkerken die sterke nadruk leggen op genezingen, waarvan er in Jos vele te vinden zijn.
De dienst in zijn kerk is soms nauwelijks te volgen vanwege het kabaal dat een charismatische gemeente vlak achter het kerkgebouw produceert. „Wanneer mensen aan me vragen waarom er niet zulke wonderen bij ons in de kerk gebeuren, antwoord ik dat we wel in wonderen geloven, maar dat de nadruk niet daarop moet liggen. Het gaat in de kerk allereerst om God en om de verzoening door Jezus. Ik ontken niet dat wonderen belangrijk zijn. Door het gebed doet God ook wonderen onder ons, maar het mag nooit het hoofddoel zijn van het gemeente zijn.”
Ds. Alam vindt het daarnaast belangrijk goed na te gaan wat de bron is waaruit de genezers werken. „Jezus zegt ons dat er in het einde van de tijden valse leraars en profeten zullen opstaan. We moeten goed de Schriften kennen, zodat we een juist oordeel kunnen vellen.”
De secretaris van de rooms katholieke aartsbisschop van Abuja, dr. Anthony Ochigbo, merkt dat ook vanuit de Rooms Katholieke Kerk velen naar genezingsdiensten gaan. „Sommigen vieren zondagsmorgens de mis bij ons in de kathedraal, terwijl ze ’s avonds halleluja roepend in een pinksterkerk staan”, aldus Ochigbo in het bisschopshuis van Abuja. Ochigbo benadrukt dat zijn kerkleden vrij zijn om erediensten bij te wonen waar ze willen, maar heeft wel bedenkingen bij de genezingstheologie. „Het gevaar is dat mensen om het wonder en dus om zichzelf naar de kerk gaan en niet om God.”
Volgens Ochigbo gaat het bij de wonderkerken in veel gevallen om het oude animisme. Bovendien heeft hij er moeite mee dat het in de pinksterkerken om te goedkope oplossingen gaat. „Als mensen bijvoorbeeld de oplossing van hun armoede in zulke kerken zoeken, verandert er structureel nooit iets hier in Nigeria. De kerken spelen goedkoop in op de angsten van mensen.”
De secretaris moet echter erkennen dat zijn eigen kerk op dat gebied tekortschiet. „Er is werkelijke aandacht voor de mens in de pinksterkerken. Dat is bij ons wel eens anders. De priester viert de eucharistie en spurt direct na de zegen de kerk uit. Hij is nauwelijks aanspreekbaar voor de gewone man. Daarnaast is er weinig ruimte voor emotie in de liturgie, hoewel daar wel behoefte aan is. Mensen zeggen wel eens: Ik wil in de kerk mijn boosheid kunnen uitschreeuwen naar God, maar daarvoor is bij ons weinig ruimte. We zullen in preek en liturgie dichter bij de mensen moeten gaan staan.”