Japanner gaat niet op vakantie
De zomervakantie bestaat niet echt voor de hardwerkende Japanner. Zelfs scholieren krijgen extra huiswerk mee. De vakantie is immers een mooie gelegenheid om achterstanden in te halen. Tegen de tijd dat een Japanner de arbeidsmarkt opgaat, weet hij niet beter of het werk gaat in de zomer gewoon door.
„De gemiddelde vakantieperiode in Japan bestaat uit twee dagen met een enkele overnachting”, zegt Yasushi Tanaka (52). Hij is senior consultant bij Japan Tourism Marketing Co. in Tokio, een bedrijf dat onderzoek doet naar Japanse trends in toerisme. Twee dagen is weliswaar kort, maar een groot aantal Japanners boekt herhaaldelijk zulke reisjes.
Volgens het Japanse ministerie van Land, Infrastructuur, Transport en Toerisme ligt het gemiddelde op 1,68 trips per jaar. „In werkelijkheid is dat veel hoger”, verklaart Tanaka. „Er zijn ook veel mensen die maandelijks zulke reisjes maken.”
Vooral themaparken, zoals Tokio Disneyland en Asahiyama, zijn volgens hem populair. Asahiyama is een unieke interactieve dierentuin op het noordelijke eiland Hokkaido. De inrichting van het park is volledig afgestemd op de natuurlijke levensstijl van de dieren. Zo kunnen bezoekers vanuit tunnels de dieren van dichtbij bekijken.
Andere gewilde bestemmingen zijn de subtropische eilanden in Okinawa en de hoofdstad Tokio. „In Okinawa wil men relaxen in een goed hotel met lekker eten. Uitrusten van de dagelijkse bezigheden, dus zo weinig mogelijk doen.”
Tokio daarentegen trekt vooral winkelpubliek of mensen die de talloze wolkenkrabbers bezoeken. „Vooral mensen uit de regio gaan in hun vrije tijd naar de hoofdstad.”
De eeuwenoude favoriet is een verblijf in een traditionele Japanse herberg, een ryokan, nabij een van de duizenden heetwaterbronnen. Ook hier draait het om relaxen en goed eten. Brochures voor dergelijke ryokans tonen doorgaans grotere foto’s van de maaltijden dan van de kamers. Foto’s van de omgeving zijn zeldzaam. De interesses van de Japanse toerist zijn overduidelijk.
Een Japanner heeft weliswaar geen zomervakantie zoals een Nederlander die kent, maar er is wel een periode in de zomer dat de bevolking massaal op pad gaat. Dat is tijdens de zogenaamde o-bonperiode in augustus. Dan eert Japan zijn voorouders. Miljoenen mensen stappen in de auto en rijden naar het dorp waar hun familie oorspronkelijk vandaan komt. Hier wordt gegeten en gedanst en de graven worden schoongemaakt. Het is tegelijk de enige keer in het jaar om familieleden te ontmoeten, want Japanners vieren geen verjaardagen.
De geografie van het land bepaalt hoe de Japanner reist. Het land is lang en smal. De reis gaat meestal per vliegtuig of met de supersnelle ”bullet train”, andere tochten gaan per trein, bus of auto.
Actieve vakanties in de natuur zijn de laatste jaren niet meer gewild. Zelfs de wintersport is op zijn retour in Japan. Vakantie vieren lijkt sowieso minder populair, zegt Tanaka. „Jongeren onder de dertig tonen helemaal geen interesse meer in reizen; ze blijven liever thuis.”
Het buitenland trekken al helemaal niet. Dat is duidelijk zichtbaar in de naar beneden duikelende statistieken voor buitenlandse trips. Meer dan 70 procent van de Japanners is de afgelopen tien jaar niet meer over de grens geweest. Slechts 5 procent reist jaarlijks naar het buitenland, en dan doorgaans een korte trip naar een Aziatische bestemming.
Japanners geven dan ook weinig geld uit aan vakanties. Vorig jaar was de gemiddelde besteding voor een binnenlandse reis slechts 34.620 yen (211 euro).
Dit is het eerste deel in een serie over buitenlanders op vakantie.