Verkiezingen op de rand van een burgeroorlog
De Zimbabwaanse president Mugabe moet op zijn tellen passen. De bevolking zal niet het niet meer pikken wanneer hij na de verkiezingen ten onrechte de overwinning claimt. Dat is de stellige overtuiging van de Zimbabwaanse jurist Arnold Tsunga. „Ik sluit een burgeroorlog zeker niet uit”, zegt hij.
Zimbabwe gaat volgende week vrijdag voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen naar de stembus. Of die verkiezingen eerlijk zullen verlopen is eigenlijk geen vraag meer. De laatste weken zijn intimidaties en geweld richting oppositieleiders en bevolking aan de orde van de dag. Mugabe heeft bovendien met zoveel woorden te kennen gegeven dat hij geenszins van plan op te stappen, wat de uitslag ook is. „Een kruisje van een balpen kan toch niet op tegen een geweer?” waarschuwde hij deze week nog.
Maar de bevolking zal zich dit keer niet zomaar door een geweer laten afschepen, aldus Tsunga, die zelf als mensenrechtenadvocaat al jaren strijdt tegen de uitwassen van het regime van Mugabe en daardoor verschillende keren in de gevangenis belandde. „Er heerst een geest van verzet in Zimbabwe. Mugabe heeft ondubbelzinnig laten weten dat hij geen democratische samenleving wil en dat heeft een diepgeworteld verzet in de mensen losgemaakt.”
Tsunga kreeg vorig jaar een onderscheiding van Human Rights Watch voor zijn werk en is sinds januari werkzaam bij de Internationale Commissie van Juristen en zal binnenkort vanuit Zuid-Afrika de Afrikaanse tak van deze beweging van mensenrechtenjuristen gaan aansturen. Iedere drie weken keert hij echter terug naar Zimbabwe, ook omdat zijn vrouw en kinderen daar nog wonen.
De jurist was gisteren in Den Haag om er bij minister van Buitenlandse Zaken Verhagen op aan te dringen meer actie te ondernemen richting Zimbabwe. Niet direct, maar via het regionale samenwerkingsverband SADC en de Afrikaanse Unie. Tsunga: „Voor stemmen uit het westen is Mugabe doof. Regionale en Afrikaanse actoren kunnen echter wel degelijk invloed uitoefenen. Maar die lijken machteloos, ze oefenen geen enkele druk uit.” Tsunga hoopt dat Verhagen zich ook binnen een verband als de Europese Unie hard maakt om Zimbabwe hoog op de agenda te krijgen.
Er is alle reden voor zware druk op Mugabe, zegt Tsunga voorafgaand aan het gesprek op het ministerie in Den Haag. „Er zijn ruim 11.500 binnenlandse waarnemers nodig om de gang van zaken bij de 9000 stembureaus in de gaten te houden. Die zijn tijdens de vorige verkiezingen ook ingezet. Maar de Zimbabwaanse regering weigert nu de waarnemers een werkvergunning te geven. Ze zouden op de hand van de oppositie zijn en daarom onbetrouwbaar. Ze worden vervangen door mensen uit het leger en de politie. Die terroriseren echter de bevolking.”
Daarnaast is er druk nodig op de SADC zelf omdat de kleine 500 waarnemers vanuit het verband naar de overtuiging van Tsunga allang in Zimbabwe hadden moeten zitten. De SADC is het aan zijn eigen standaarden verplicht toe te zien op een democratisch verloop van de verkiezingen, zegt hij.
Apartheid
De omliggende landen lopen niet zo hard van stapel in hun kritiek op ”de oude man” in Zimbabwe. De Zuid-Afrikaanse president Mbeki zegt een beleid van ”stille diplomatie” te voeren. „Mbeki is een deel van het probleem”, stelt Tsunga. „Zijn milde houding komt mede voort uit de historische band tussen beide heren vanuit de vrijheidsoorlogen tegen de blanke overheersing. Bovendien voert Mbeki aan bemiddelaar te zijn en die hoort geen partij te kiezen.”
Maar er zit volgens Tsunga meer achter. „Zuid-Afrika profiteert van de teloorgang van Zimbabwe. De gevluchte Zimbabwanen nemen een grote hoeveelheid vaardigheden met zich mee, terwijl daar in eigen land gebrek aan is. Veel industrie is verplaatst van Zimbabwe naar Zuid-Afrika. Zimbabwanen komen bovendien in Zuid-Afrika inkopen doen omdat er in eigen land niets meer te krijgen is.”
Dat de Zimbabwanen zo moeilijk een vaste status krijgen in Zuid-Afrika is volgens Tsunga eveneens vanuit tactische overwegingen. „Dan genieten ze ook geen rechten en kunnen ze als goedkope arbeidskrachten worden ingezet. En als ze op een gegeven moment in de weg zitten, kunnen ze gemakkelijk weer het land uitgestuurd worden. Het is feitelijk een nieuwe vorm van apartheid.”
De recente onlusten tegenover met name Zimbabwanen en Mozambikanen in Johannesburg komen volgens Tsunga voort uit onwetendheid. „De sloppenwijkbewoners hebben er geen boodschap aan dat Zuid-Afrika als geheel profiteert van de buitenlanders. Zij zien alleen maar dat hun baantjes worden ingepikt.”
Hoop
Opmerkelijk is dat Mugabe ook in Zimbabwe zelf nog kan rekenen op een behoorlijke aanhang. Bij de eerste ronde van de verkiezingen in maart wist Mugabe ruim 43 procent van de stemmen in de wacht te slepen. Hoe verklaart Tsunga dat? „Mugabe speelt een slim propagandaspel. Hij houdt de bevolking voor dat ze geen eten en elektriciteit heeft door boycotmaatregelen van westerse regeringen. Die zouden het nog steeds niet kunnen hebben dat Zimbabwe onafhankelijk is. Het westen wil ons land terugpakken via de oppositie, zegt hij. Dus laat dat niet gebeuren.”
Daarnaast wijst Tsunga erop dat 5 miljoen van de 13 miljoen Zimbabwanen inmiddels in het buitenland wonen. „Daaronder zitten zeer veel criticasters van het regime en hoger opgeleiden. Zij mogen niet stemmen. De bevolking op het platteland wordt door Mugabe geïntimideerd. Boeren die een stuk grond bezitten van verdreven blanke boeren krijgen te horen dat ze hun lapje weer kwijt zijn wanneer ze op de oppositie durven te stemmen.”
Tsunga is niet optimistisch over de aanstaande verkiezingen, maar weigert bij de pakken neer te zitten. „Ik zie veel verzet tegen Mugabe en de wil om nu echt een einde aan zijn regime te maken. Bovendien hebben we nog altijd een goede infrastructuur, zijn veel mensen goed geschoold en is het arbeidsethos nog altijd hoog. Wanneer Mugabe het veld ruimt, moeten we het land redelijk snel weer kunnen opbouwen. We hebben ook nog ons geloof om ons er doorheen te helpen en hopen op het beste.”