Nee van Ierland uiting van rebellie arbeiders en boeren
Als de nieuwe Ierse premier Brian Cowen donderdag zijn eerste EU-top bijwoont, zullen zijn collega’s hem gelijk over de knie leggen. Nog geen miljoen tegenstemmers in zijn land hebben de complete Europese Unie immers behoorlijk in de problemen gebracht.
Cowen noemde tijdens de campagne voor het referendum het Verdrag van Lissabon „cruciaal” voor de toekomst van Ierland. Al jaren geldt hij als een doorgewinterde pro-EU-politicus.
Om die reden is er tijdens de campagne gespeculeerd dat Cowens positie wel eens onhoudbaar zou kunnen worden als het nee zou worden. Of dat gebeurt, moeten we afwachten. Vrijdagmiddag zei hij alleen maar dat er „geen snelle oplossing” is. „Ierland blijft voorstander van een sterk Europa”, aldus de Ierse premier (in zijn eigen land ”Taoiseach” genoemd).
Mocht het tot aftreden komen, dan boekt hij waarschijnlijk wel een record, namelijk als de kortst zittende premier. Hij is pas vijf weken geleden aangetreden, als opvolger van Bertie Ahern.
De uitslag van het referendum van donderdag heeft een nieuwe kloof in de Ierse samenleving blootgelegd. In de rijke voorsteden van Dublin kreeg de regering steun van gemiddeld 63 procent. Maar in de arbeiderswijken en op het platteland keerde de kiezer zich massaal tegen het EU-verdrag.
Voor een deel hebben de arbeiders en de plattelanders zich waarschijnlijk verzet tegen de elite. In het parlement had ”Lissabon” immers steun van bijna 90 procent. Ook de boerenorganisaties en het bedrijfsleven hadden het verzet tegen het EU-verdrag grotendeels opgegeven.
Zowel in de politiek als in het maatschappelijk middenveld was het dus overal voorstanders wat de klok sloeg. Dat het verdrag nu toch met 53 procent is verworpen, mag een heuse rebellie heten.
De Ieren verwierpen in 2001 het Verdrag van Nice met een vergelijkbare uitslag (54 tegen 46 procent). In 2002 werd het echter -na aanvullende garanties- alsnog met 63 tegen 37 procent aangenomen; een zeer overtuigende uitslag.
Toen vrijdag in Ierland de vraag ”Wat nu?” klonk, viel daarom direct de suggestie te horen ook het Verdrag van Lissabon volgend jaar opnieuw aan de kiezer voor te leggen, met wat extra Brusselse beloftes. De Ierse regering heeft echter tijdens de campagne gezegd dat ze dat niet wil. Maar als zo’n paardenmiddel de oplossing aanreikt, zouden politici dom zijn het niet aan te grijpen.
De voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, liet vrijdag al doorschemeren dat hij graag van Cowen zelf wil horen hoe de zaak moet worden opgelost. De Taoiseach heeft nog een kleine week de tijd om te bedenken wat hij moet zeggen als hij donderdag bij zijn 26 collega’s over de knie gaat.