Nee van Ierland bezorgt EU enorme dreun
Treurnis in Brussel. Het nee van de Ieren bij het referendum over het Verdrag van Lissabon bezorgt de EU een enorme dreun. Het jarenlange proces gericht op interne hervormingen strandt voor de tweede keer.
Rond het middaguur kwamen vrijdag de eerste uitslagen binnen. Ze voorspelden weinig goeds voor het jakamp. Enkele uren later stond het voor de voortgang van de Europese integratie teleurstellende resultaat definitief vast.
Het was bij de volksraadpleging van afgelopen donderdag erop of eronder voor het in december door de regeringsleiders in de Portugese hoofdstad ondertekende document. De inwerkingtreding ervan vereist immers de goedkeuring van elk van de lidstaten. Ongeveer 3 miljoen kiezers op het eiland aan de westflank van ons werelddeel mochten beslissen over het lot van de beoogde aanpassingen. Velen van hen bleven thuis; van degenen die wel stemden, velde een onverwacht ruime meerderheid een negatief vonnis.
De rest van de bijna 490 miljoen Europeanen, ruim 99 procent van het totaal, heeft geen directe stem in dit verband. Voor hen beslissen de nationale parlementen. Meer dan de helft heeft dat reeds gedaan. De andere landen durfden voor de standpuntbepaling niet het model van de rechtstreekse democratie uit de kast te halen; een terechte angst, zo toont de gang van zaken in Ierland aan.
Al sinds ongeveer 2001 wordt er gepraat over en gewerkt aan een ingrijpende renovatie van de EU. De voltooiing van dat project wil maar niet lukken. De bouw loopt op z’n minst opnieuw vertraging op.
In 2002 begon een zogeheten conventie, een deftige benaming voor een omvangrijke discussiegroep, met als voorzitter de Franse oud-president Giscard d’Estaing, aan het vervaardigen van een ontwerp voor een gemeenschappelijke grondwet. In 2004 bereikten de politieke chefs overeenstemming over een definitief concept. Maar tegenslag volgde: Frankrijk en Nederland verwezen het bij de referenda in 2005 naar de prullenmand.
Na een reflectieperiode beleefden de onderhandelingen een herstart. Onder de regie van de Duitse bondskanselier Merkel rolde er een jaar geleden een akkoord uit de bus, zonder daarin de ambitieuze aanduiding van een constitutie. In de herfst was de gedetailleerde tekst gereed. En nu, juni 2008, zijn we voor de tweede maal terug bij af.
Hoe verder? Komende donderdag en vrijdag zijn de regeringsaanvoerders in Brussel bijeen voor hun reguliere top. Die zal ongetwijfeld in het teken staan van de jongste ontwikkelingen. Het is een eerste gelegenheid om op het hoogste niveau de balans op te maken en van gedachten te wisselen over wat te doen.
Is het verdrag van de baan? Dat hoeft niet per se. De ogen zullen vooral gericht zijn op de Ierse premier Brian Cowen. Weet hij wellicht een list te verzinnen om de bevolking in een herkansing alsnog te verleiden tot een ja? De Ieren zijn al vertrouwd met die tactiek. In 2001 oordeelden zij ook afwijzend over het Verdrag van Nice. Zestien maanden later legde het kabinet in Dublin hetzelfde voorstel, alleen aangevuld met enkele verklaringen die de tegenstanders meer garanties boden op voor hen heikele punten, opnieuw voor aan het electoraat. Dat zette in tweede instantie het licht toch op groen.
Vraag is ook of de landen die tot dusver de ratificatie niet afrondden, de procedure gewoon voortzetten of die voorlopig stoppen. In Nederland zijn we halfweg: de Tweede Kamer heeft de behandeling achter de rug, de Eerste Kamer moet het debat nog voeren.
’Lissabon’ stroomlijnt de besluitvorming binnen de Unie. Wijzigingen op dat vlak worden nodig geacht om na de uitbreidingsronden in 2004 en 2007 en met inmiddels 27 partijen aan tafel, de slagvaardigheid te vergroten. Momenteel functioneert de EU op basis van het Verdrag van Nice, zonder dat daarbij forse problemen optreden. Zij kan voorlopig wel verder, al wordt door het uitblijven van de hervormingen bijvoorbeeld het verbreden van het gezamenlijk beleid op het gebied van Justitie bemoeilijkt.
Europa verkeert in een crisis. Die conclusie zal dezer dagen veelvuldig klinken. Maar laten we niet overdrijven. Er zijn er al zo veel geweest. En telkens lukt het een uitweg te vinden. De geschiedenis van de eenwording op ons continent voltrekt zich langs een pad met hoogte- en dieptepunten. Soms dendert de trein in volle vaart voort, op een ander moment vertraagt het tempo of valt hij helemaal stil. Ook ditmaal zal er best een oplossing komen, al weet op dit moment niemand hoe die eruit ziet. Daaraan voegen we wel toe dat het zoveelste verloren referendum het aanzien van de EU bepaald geen goed doet.
Frankrijk bekleedt vanaf 1 juli voor zes maanden het voorzitterschap van de Unie. Die klus krijgt waarschijnlijk een wat ander karakter dan president Sarkozy zich had voorgesteld. Plotseling prijkt hoog op de agenda de redding van het Verdrag van Lissabon.
De daarin vastgelegde spelregels voorzien in het aantreden van een president. Wie wordt in die functie benoemd? Speculaties en besprekingen daarover leken in de tweede helft van dit jaar een dominante rol te gaan spelen, maar door het nee van de Ieren zijn ze opeens even niet meer relevant.