Brandveiligheid onder vuur
De brandmelder vertoont geen teken van leven. Twee tennisrackets, een vuilniszak en een paar dozen oud papier versperren de vluchtweg. De brandveiligheid in veel studentenhuizen is belabberd.
Delft werd de afgelopen weken opgeschrikt door branden in drie studentenhuizen. Hulpverleners rukten met groot materieel uit om het vuur te bedwingen en bewoners in veiligheid te brengen. De branden bleken aangestoken.Ook zonder pyromanen lopen studentenhuizen risico’s. Bewoners zetten soms liever de bloemetjes buiten dan zich veel zorgen te maken over brandveiligheid. Blusmiddelen ontbreken, rookmelders weigeren. Afgedankte magnetrons, opgelapte kacheltjes en derdehands broodroosters vormen een potentiële bron van brandhaarden.
Veiligheidskeuring
Brederoplein 12, Utrecht. De voordeur van het ”Brederocollectief” zwaait gastvrij open. De Brandweer Utrecht inspecteert -op verzoek van deze krant- het studentenpand. Linde Bremmer, 20, derdejaars student rechten, huist al twee jaar op ”12”, samen met drie andere bewoners. Een nrc.next slingert op de vloer. Iets verderop nog een.
In de keuken is het donker en bedompt. Een lichtbalk bungelt aan het plafond, de twee tl-buizen zijn zwartgeblakerd. „De verlichting doet het niet meer”, verontschuldigt Linde zich. „Niemand in huis weet hoe je tl’s moet vervangen.” De studenten nemen hun toevlucht tot kerstverlichting. Kleine lampjes, gedrapeerd over de leidingen aan de muur. Veel soelaas biedt het niet. Een klein spotje moet daarom de duisternis verdrijven.
In de keuken stapelt de afwas zich op. Op de grond ligt een bestekla. De bewoners hebben een dag of wat geleden spinazie gegeten. Of iets wat erop lijkt. Borden met verdroogde groene resten vullen het aanrecht. „We hebben net een tentamenweek achter de rug.” Een stopcontact hangt los. Op een tafeltje staan zes flesjes Grolsch.
Wim Konijn van de afdeling preventie van de Brandweer Utrecht geeft zijn ogen goed de kost. „Is de gasslang van het gasfornuis in goede conditie?” Linde lacht. „Op de slang moet een datum staan”, vervolgt Konijn. „En een Gasteckeurmerk. Slangen mogen niet blootstaan aan hitte en geen haarscheurtjes vertonen. Vervangen na maximaal vijftien jaar.” Linde knikt.
Een afzuigkap ontbreekt. De brandweerman wijst op de risico’s. „Eventuele rook blijft hangen.” Veel keukenbranden beginnen met een vlam in de pan. „Weet je wat je dan moet doen?” vraagt brandweerpreventievoorlichter Karlijn de Wit. Linde weet het: „Niet blussen, maar een deksel op de pan schuiven?”
Konijn inspecteert de vluchtroute. „Kijk, een rookmelder.” Hij wijst hoopvol naar het hoge plafond. Het apparaat zwijgt echter in alle talen. De batterij ontbreekt. „Dit ziet er niet goed uit. Zo’n huis zou over brandmelders met een gescheiden elektrisch systeem moeten beschikken.” Regelmatig schoonmaken is belangrijk om de melder snel te activeren, adviseert de brandweer.
De vluchtweg bestaat uit een smal gangetje van zit-slaapkamers naar de voordeurxx. Konijn kijkt bedenkelijk. Twee vuilniszakken, een hockeystick en een fietspomp blokkeren de vluchtroute. „Erg gevaarlijk in noodsituaties. Als je in paniek door dichte rook moet wegkomen, struikel je hierover.” Linde knikt begrijpend. „Vluchtwegen vrijhouden”, adviseert de brandweerman. „En misschien het huis een keer opruimen.”
Vluchtplan
Wakker liggen van brandveiligheid doen de studenten op ”Bredero” niet. Een vluchtplan ontbreekt. „Nog nooit over nagedacht”, bekent de studente rechten eerlijk. „Ik wil er liever niet aan denken wat er zou kunnen gebeuren.” Haar kamer grenst aan de straat. „Als het misgaat, tik ik gewoon een ruitje in.” De brandweerman heeft een beter idee. „Stel samen een vluchtplan op.”
De doorgang naar de inpandige berging is bezaaid met attributen. Ergens slingeren rollerskates. Vooraan staat een stofzuiger, middenin een strijkplank, achterin een scheefgezakte matras. Draden en snoeren liggen open en bloot over de grond. Eentje knelt tussen de deur. „Als het isolatiemateriaal beschadigd raakt, ontstaat er kortsluiting”, wijst De Wit.
Op een plateautje staan drie kratten bier. Eén Heineken, twee Bavaria. Midden in de berging ligt een gasfles. Niemand weet van wie de ’brandbom’ is. Ergens achterin ontdekt de brandweerman een brandblusser. Vrolijk wordt hij er niet van. „Zeven jaar over datum.” Brandblussers zijn niet verplicht, maar wel handig. „Hang ze op een logische plek op.”
De kamerbewoners zien uit naar een beloofde renovatie van de huisbaas. „Het is echt gevaarlijk. In de douche hing de bedrading jarenlang gewoon los. Volgens een elektricien is het een wonder dat er geen slachtoffers zijn gevallen”, aldus de studenten. Brandveiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van huurder en verhuurder, zegt de brandweerman. „De verhuurder moet zorgen voor een veilig pand, de huurders voor een veilig gebruik.”
Huisbaas
De huisbaas van Bredero is een begrip in de studentenwereld. De grote passie van Cor Verkade is het aanbieden van betaalbare kamers voor studenten van christelijken huize. Zijn eerste studentenhuis heeft hij met een basisbeurs én leningen van kennissen gekocht. Privé beschikt hij nu over vijf studentenhuizen en een appartementencomplex.
Samen met de broers Van Dam runt Verkade sinds 1999 bedrijfsmatig dertig studentenhuizen in Leiden, Utrecht en Wageningen voor zo’n 130 studenten. Verkade heeft zijn grote doel -duizend goedkope christelijke studentenkamers- moeten opgeven door veranderingen in de huur- en fiscale wetgeving van dit „zeer linkse kabinet.”
Voorheen vroeg Verkade toekomstige kamerbewoners -of hun ouders- een lening van 15.000 euro tegen 6 procent rente. Dat geld investeerde de huisjesmelker vervolgens in goedkope huisvesting voor studenten. Onder dit kabinet is het wettelijk niet langer toegestaan onder de 50.000 euro te lenen. Verkade heeft daarom -noodgedwongen- de norm opgeschroefd.
De woningnood onder studenten is groot: wachttijd drie jaar, wachtlijst zestig studenten. Studenten die een halve ton in het bedrijf steken, krijgen 6 procent én voorrang op de wachtlijst. „Binnen twee maanden regel ik een kamer.” Op dit moment hebben 54 mensen minimaal een halve ton bij Verkade en co uitstaan. Erg rendabel zijn studentenhuizen niet. Van Dam, Van Dam en Verkade zijn daarom nu vooral actief in winkelpanden in Nederland en Duitsland.
Het brandveilig maken van een pand kost een huisbaas duizenden euro’s. De verhuurder kan deze kosten niet zomaar doorberekenen in de huur. „We hechten aan veiligheid. Je wilt toch niet meemaken dat je naar de begrafenis van een omgekomen student moet. Eén telefoontje en de aannemer komt in actie”, verklaart Verkade.
Toch laat de brandveiligheid op Brederoplein 12 te wensen over, aldus Konijn van de Brandweer Utrecht. Verkade zegt pas een maand geleden voor het eerst van de situatie op de hoogte te zijn gesteld. „Ik ga mijn panden niet zelf controleren, ik heb niet eens een sleutel.” De aannemer is inmiddels in aantocht voor een grote beurt.
Betutteling
De reactiesnelheid van de huiseigenaar is niet altijd even groot, verzucht Tjarda Kleij van Brederoplein 8, een studentenhuis van dezelfde huisbaas. „Bij ons stonden de stopcontacten gewoon onder stroom. Levensgevaarlijk. We hebben 10.000 keer moeten bellen. Op een gegeven moment zijn we heel boos geworden. Pas na dreigementen werd er eindelijk actie ondernomen.”
Daar staat tegenover dat de huren niet hoog zijn, zegt de 23-jarige vierdejaars studente rechten. Een kamer in Utrecht doet gemiddeld 330 euro per maand. Bij Verkade betalen studenten 200 euro huur, exclusief gas en water. „Ik verhuur alleen stenen”, zegt hij. „Ik bied mijn kamers zo goedkoop mogelijk aan.”
Bovendien gunt Verkade, zelf oud-student op het Brederoplein, zijn kamerbewoners maximale vrijheid. „Ik geloof niet in betutteling.” Tjarda woont nu vier jaar in Utrecht. Vandaag ontmoet ze haar huisbaas voor het eerst in levenden lijve. Verkade weerspreekt met kracht de „leugenachtige” ervaringen van de student. Hij geeft aan na een mailtje van vader Kleij -„het huis loopt gevaar”- nog dezelfde dag een offerte van een elektricien te hebben gevraagd. „Ik kan natuurlijk niet ingrijpen als ik iets niet weet.”
Verkade, eigenaar van studentenhuizen met alleen christelijke en alleen niet-christelijke bewoners, heeft het niet altijd op de houding van de christelijke studenten begrepen. „Je kunt soms beter met heidenen te doen hebben. Het valt christelijke aannemers op dat de sfeer bij heidenhuizen toffer is. Christelijke studenten zijn veel pedanter, neerbuigender. Vooral de nazaten van Kersten zijn erg op geld gericht”, vindt Verkade.
Brederoplein 8 in inmiddels keurig opgeknapt. Nieuwe leidingen, nieuwe stoppenkast, nieuwe rookmelders. De brandweer is tevreden. In de keuken ontdekt Konijn nog een ongerechtigheid. Een halonblusser, datum 20 augustus 1990. „Een héél oudje. Dit type is al jaren verboden. Halon is zeer milieuonvriendelijk.” Verkade reageert onmiddellijk. „Elke huisoudste krijgt er een taak bij: elk jaar de brandblusser checken.”
De huisjesmelker heeft een keer brand meegemaakt op nummer 8. „De kamer was totaal uitgebrand. Geinig was dat bewoners die dagelijks langs de brandblusser in het trapgat liepen, in paniek vijf huizen verderop een brandblusser gingen halen.”
„Aantal incidenten zal toenemen”
De overheid is wakker geschud door de rampen in Enschede en Volendam. De brandveiligheid moet beter. De vraag is of dat lukt met een nieuwe aanpak vanuit Den Haag.
Het huidige oerwoud aan gemeentelijke regelingen maakt binnenkort plaats voor één landelijk uniform voorschrift. Het ministerie van VROM voert per 1 oktober het ”Besluit brandveilig gebruik bouwwerken” -kortweg het Gebruiksbesluit- in. Daarmee krijgt elke inwoner in elke gemeente te maken met dezelfde eisen.
Om de administratierompslomp voor bijvoorbeeld kamerverhuurders te beperken, vermindert de overheid het aantal vergunningsplichtige panden met 80 procent. In de nieuwe opzet maakt de vergunningsplicht -van onder andere studentenhuizen- plaats voor een meldingsplicht. Critici wijzen erop dat de brandveiligheid daarmee in sommige gemeenten verslechtert.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gaat in een modelverordening uit van een vergunningsplicht voor studentenhuizen vanaf tien bewoners. Utrecht en Amsterdam hanteren strengere regels. Utrecht eist op dit moment al een gebruiksvergunning vanaf meer dan vijf bewoners, Amsterdam vanaf meer dan vier.
Niet iedereen is daarom blij met het nieuwe beleid. „Het niveau van brandveiligheid loopt terug”, constateert directeur Hein Bos van Vastgoed Belang, de vereniging van particuliere verhuurders. „De nieuwe eisen in de landelijke regeling zijn minder streng dan de huidige regels in sommige gemeenten.”
De brandveiligheid verslechtert niet, reageert woordvoerder Nynke van der Zee van VROM. „De minimale brandveiligheidseisen liggen keurig vast in het Gebruiksbesluit. Daar moet een verhuurder aan voldoen. De gemeente kan na een melding besluiten of ze al dan niet controleert.”
VROM gaat ervan uit dat studenten elkaar kennen en bij brand helpen. Voor studentenhuizen is een melding daarom voortaan voldoende. Vastgoed Belang vraagt zich af of juist deze categorie huurders altijd veilig gebruik maakt van zijn pand. Een grote groep kamerverhuurders komt buiten de vergunningsplicht te vallen, concludeert Steengoed, het huisorgaan van Vastgoed Belang. „Met name studenten die wonen in studentenhuizen zullen aan hun lot worden overgelaten.”
De vereniging is niet gerust op de toekomst. „Verwacht wordt dat met de invoering van het Gebruiksbesluit en de daarmee gepaard gaande verlaging van het brandveiligheidsniveau het aantal incidenten zal toenemen.”