PVV-leider Wilders roept, hoewel hij zich soms provocerend uitlaat, niet op tot haat of geweld tegen moslims.
De Nederlandse Islamitische Federatie (NIF) had de zaak aangespannen. De organisatie eiste dat de uitspraken van de PVV-voorman juist aan banden zouden worden gelegd. De rechtbank acht de uitlatingen van de politicus niet onrechtmatig. „Het recht op vrijheid van meningsuiting van Wilders geeft hier de doorslag.” De NIF wilde weten of Wilders de wet heeft overtreden, omdat hij de islam en de Koran in verband brengt met het fascisme. Wilders hoeft niets te rectificeren. Een rectificatie zou gelijk staan aan een gedwongen spijtbetuiging en dus op gespannen voet staan met de vrijheid van meningsuiting, stelt de rechter.