Voetbalclub Vitesse mag de ruim 12 miljoen euro die de gemeente Arnhem aan hem heeft geleend, houden.
Dat besloot de Arnhemse gemeenteraad maandag tijdens een extra vergadering.
De raad stond voor de keuze: een lening van 12 miljoen omzetten in een gift of vasthouden aan de oorspronkelijke overeenkomst met Vitesse. De raad koos voor het eerste, waardoor de club voor een faillissement wordt behoed. Was voor de tweede optie gekozen, dan zou de voetbalclub wel failliet gaan. In dat geval zou Arnhem de 12 miljoen kwijt zijn geweest, hield Vitesse op te bestaan en zou er zeker zes jaar geen nieuwe profvoetbalclub in de Gelderse provinciehoofdstad zijn gekomen.
Als het aan de eenmansfractie van de ChristenUnie had gelegen, had de club het loodje gelegd. Hoewel getalsmatig klein, speelde de fractie gisteravond een opvallende rol in het politieke debat. Fractievoorzitter Plieger-Bos riep op tot een raadsenquête naar de wijze waarop het gemeentebestuur in vijf jaar tijd vele miljoenen gemeenschapsgeld in de noodlijdende club stak. Hoewel een krappe meerderheid van de raad dat te ver vond gaan, komt er wel een raadsonderzoek. Mogelijk wordt dit in een later stadium alsnog omgevormd tot een enquête, waarbij betrokkenen onder ede kunnen worden gehoord.
In ruil voor het schenken van de lening van ruim 12 miljoen euro krijgt Arnhem van Vitesse een afkoopsom van 880.000 euro. Daarmee speelt Vitesse een listig spel, aldus de ChristenUniefractievoorzitter. „Uiteindelijk weet de club dat de gemeente hem nooit laat vallen.”
De SP diende gisteravond in de loop van het debat een motie van wantrouwen in tegen wethouder Hoefnagel (Financiën), maar trok die later weer in. De partij vindt het niet te verkopen dat de wethouder akkoord gaat met een saneringsoperatie, waarbij de gemeente 11 miljoen euro verliest.
Arnhem stak in 2003 zo’n 30 miljoen euro in het toen wankelende Vitesse en het stadion. In ruil daarvoor verkreeg de gemeente het eigendomsrecht van het stadion. Dat werd later weer van de hand gedaan. Wat resteert is een schuld van ruim 12 miljoen euro. Dat bestaat uit het restant van de oorspronkelijke lening en achterstallige rentelasten. Het zogeheten pandrecht, dat in handen is van de gemeente, moet garanderen dat het geld terugkomt. Naar nu blijkt houdt dat plan geen rekening met een dreigend faillissement van de voetbalclub of een degradatie. In dat geval zouden de inkomsten van de club kelderen.