Vioolbouwer vindt unieke prothese uit
KAMPEN - Vioolbouwer André van Putten heeft een prothese uitgevonden waardoor een vrouw die haar rechterhand mist toch viool kan spelen. De prothese is vermoedelijk de enige in haar soort, meldde de uitvinder vrijdag.
Van Putten bouwt in Kampen cello’s en violen en werd ruim zeven jaar geleden geconfronteerd met een meisje die sinds haar geboorte een van haar onderarmen mist. Haar ouders vroegen of hij iets wist waardoor hun kind cello kon spelen. De vioolbouwer knutselde een eenvoudige prothese in elkaar.
Enkele jaren later stuitte Elise Borsten (43) uit Amersfoort op de uitvinding van Van Putten. Zij speelde als kind jarenlang viool, maar verloor in 1990 tijdens een ongeluk in Afrika haar rechterhand. „We waren met vier auto’s vanuit Nederland naar het Afrikaanse continent gereden met als doel de wagens daar te verkopen. We waren er drie kwijt en reden daarom met een bus verder tussen Niger en Burkina Faso tot deze over de kop sloeg. Toen ik bij kwam, miste ik mijn rechterhand.”
Borsten werd in Afrika geopereerd. Tijdens de vlucht terug naar Nederland bedacht ze dat ze nooit meer viool zou spelen. „Ik heb een aantal jaren panfluit gespeeld en ging paardrijden. Een jaar geleden kwam ik tijdens een concours iemand tegen die tegen mij vertelde dat zijn nicht een arm miste. Dankzij een prothese speelt zij al jaren met plezier cello.”
Een paar dagen later zat ze tegenover deze vrouw en mocht ook zij even de cello met de prothese bespelen. „Het voelde heel apart”, zegt ze.
Borsten belde Van Putten met de vraag of hij een prothese kon maken waarmee zij weer viool zou kunnen spelen. „Ik dacht dat het onmogelijk was”, zei Van Putten. „De cello kun je eventueel zonder pols bespelen, dus kon ik redelijk eenvoudig een vrij starre prothese bouwen. Bij het bespelen van een viool is de pols juist van immens belang. Zonder die polsbeweging is viool spelen niet mogelijk.”
Een prothese om viool mee te spelen, bestond nog niet. Toch besloot hij een poging te wagen. Eerst met een prototype van karton, later met een versie van pvc. De onderdelen kocht hij bij een plaatselijke bouwmarkt. „Met een aantal kniescharnieren en veren bootst de prothese de beweging van de pols na die je maakt tijdens het strijken over de snaren.” Door middel van een ingebouwde veer kan Borsten druk uitoefenen op de strijkstok. Dat laatste is vereist om het geluid zwaarder of juist lichter aan te zetten.
De prothese oogt verbluffend simpel. De vioolbouwer vergelijkt het met de uitvinding van een wasknijper. „Ook simpel, maar je moet er maar op komen.” Borsten speelt sinds een week weer viool, voor het eerst in twintig jaar. „Ik ben heel ongeduldig, want ik moet het spelen opnieuw leren. Maar ik ben ontzettend blij dat het weer kan.”