Mormonen vieren jaarlijkse Pioniersdag
Haar sterk Engelse accent verraadt haar niet-Nederlandse komaf. Vorig jaar augustus kwam ze, lid van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, naar „Holland” om er zending te bedrijven. „En om te kunnen communiceren, moet je de taal toch kennen.” Dat ze het traditionele Pioniersfeest, dat woensdag in de Amerikaanse staat Utah wordt gehouden, nu niet kan meemaken, deert zuster Boyer „niet echt.” Laconiek: „Tenslotte heb ik er zelf voor gekozen om hier anderhalf jaar lang als zendelinge te werken.”
Utah viert woensdag feest. Op de kop af is het 155 jaar geleden dat Brigham Young en zijn medepioniers voet zetten in de Valley of the Great Salt Lake in Utah. Een reis van zo’n 1700 kilometer, dwars door de vrijwel onbegaanbare Rocky Mountains heen, lag achter hen.
Het was een gedwongen tocht, zegt Ineke den Hollander, contactpersoon van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen - beter bekend als de Mormonenkerk, al was die naam oorspronkelijk een scheldwoord. „De volgelingen van Joseph Smith en diens opvolger, Brigham Young, kregen in hun eigen gebied te maken met felle tegenstand van hun medeburgers. Onbegrijpelijk overigens: als christenen gun je elkaar het licht in de ogen toch?” Het tegendeel was het geval, weet Den Hollander „De onderlinge verschillen werden sterk uitvergroot. Bijvoorbeeld het feit dat deze mensen naast de Bijbel nog een ander door God geïnspireerde geschrift erkenden: het Boek van Mormon: een getuige van Jezus Christus.”
De spanningen liepen hoog op. Zo hoog, dat de leden van de kerk in de winter van 1846 werden gedwongen hun huizen en landerijen te verlaten.
In eerste instantie vertrokken 143 heiligen der laatste dagen, zo genoemd omdat ze zichzelf zagen -en zien- als de herstelling van de oorspronkelijke kerk van Jezus Christus. Den Hollander: „Niet dat we onszelf nu als heiligen beschouwen, maar eenvoudig omdat de Bijbel zo over kerkleden spreekt.”
Hun huif- en handkarren volgeladen, trotseerden de pioniers, onder leiding van Brigham Young, de weerbarstige Rocky Mountains. Op 24 juli 1847 kwamen ze in de staat Utah aan. Al snel daarna arriveerden nieuwe groepen lotgenoten.
In rap tempo werd een begin gemaakt met de bouw van hun eerste stad, die ze Salt Lake City noemden. Op 6 april 1893, konden de Heiligen der Laatste Dagen hun enorme -nu wereldberoemde- Salt Lake Tempel inwijden. „Elke steen moesten ze uit het gebergte hakken”, zegt Den Hollander. „Cement bestond toen nog niet. Daar komt bij dat het werk naast de normale dagelijkse bezigheden diende te worden verricht. Geen wonder dus dat de bouw van de tempel zo’n veertig jaar in beslag nam.”
Dan, met enige trots: „In Zoetermeer gaat het allemaal wel anders.” Ze doelt op het enorme ”Huis des Heren” dat daar verrijst en op 15 augustus zijn deuren opent voor het publiek. Het is de eerste Nederlandse tempel.
Het verschijnsel ”Pioneer Day”, Pioniersdag, dateert van 1849. De herdenking van de tocht vol ontberingen had in dat jaar plaats op de locatie waar Brigham Young de tempel had gepland. Op het programma stonden onder meer een processie, een herdenkingsdienst waarin Young voorging, en een ”dankfeest”.
Pioniersdag groeide uit tot een van de grootste regionale gedenkdagen in Noord-Amerika. Centrum van de festiviteiten -die tegenwoordig overigens door vele niet-mormonen worden bijgewoond- bleef Salt Lake City. Buiten Utah hebben nauwelijks plechtigheden plaats. Ook in Nederland niet. „Al zijn de meeste leden zich goed bewust van hun geschiedenis”, zegt Den Hollander.
In 1857 liepen de spanningen opnieuw hoog op. Enkele duizenden heiligen der laatste dagen waren bijeengekomen in de bergen ten oosten van Salt Lake City om er hun tiende verjaardag te vieren. Wreed werden ze verstoord door een troep Amerikaanse soldaten onder aanvoering van generaal Albert S. Johnston. President James Buchanan had bevel gegeven tot de expeditie. Hij vertrouwde de zaak allerminst; meende dat de mormonen rebellen waren tegen de federale regering. De -vrijwel geweldloze- Utah-oorlog was het gevolg.
Beschuldigingen van polygamie hadden bij tijden eveneens hun weerslag op Pioneer Day. Op 24 juli 1886 was de Tempel in zwart gehuld in plaats van in het gebruikelijke, kleurrijke vlaggendoek. Een teken van rouw. Verschillende vooraanstaande pioniers en kerkleiders waren vastgezet op verdenking van ”onwettig samenwonen”.
De Heiligen der Laatste Dagen ervaren hun ”July 24th” als een „dag van onafhankelijkheid en dankzegging” en „een voorsmaak van de feestelijkheden die ons eens te wachten staan in het duizendjarig rijk, aan het einde der tijden.”
Voor woensdag staan tal van activiteiten gepland: parades met huifkarren, religieuze plechtigheden, sport, feesten, vuurwerk, dans, excursies en reünies. Sterk ligt de nadruk op de „vitaliteit” en „solidariteit” van de kerkleden. Omdat veel van de ruim 2,3 miljoen inwoners van Utah wel enkele pioniers in hun voorgeslacht hebben, voelen de meesten zich nauw bij Pioneer Day betrokken.
Vooral in de grotere steden hebben de evenementen een goeddeels seculier karakter gekregen, vergelijkbaar met die op een gemiddelde Nederlandse Koninginnedag. Mormonen en niet-mormonen zien de dag dan in de eerste plaats als een middel om samen te komen en hun onderlinge verbondenheid tot uitdrukking te brengen, aldus een Canadese krant.
De Church of Jesus Christ of Latter-Day Saints telt op dit moment ongeveer 11 miljoen leden. Daarvan wonen er ruim 7500 in Nederland. Ze zijn verspreid over veertig gemeenten. Meer dan 130 zendelingen, afkomstig uit diverse landen, proberen hun boodschap onder de Dutchmen uit te dragen. Wereldwijd zijn zo’n 60.000 missionarissen actief.
Het werkterrein van zuster Boyer (22), afkomstig uit Utah, is Rotterdam en omgeving. Samen met een andere zendelinge woont ze in Barendrecht. Tijdelijk, want een zending duurt, omdat ze vrouw is, maximaal anderhalf jaar. Voor mannen is die termijn twee jaar.
Heel erg vindt Boyer het niet dat ze Pioneer Day woensdag moet missen. Ze heeft het druk. „Ik moet nu echt weg.”