„Geloof niet baseren op roman”
”De Da Vinci Code” ligt in drievoud op tafel, daaromheen zitten Klaas Kuyper (25), Marja Pieterse (21) en Marjolein Ouwerkerk (18). Klaas ontwikkelt websites en is deeltijdstudent godsdienst pastoraal werk in Ede, Marja loopt stage bij stichting De Vluchtheuvel in het kader van haar studie maatschappelijk werk en Marjolein is net begonnen aan een studie Nederlandse taal en cultuur in Leiden. In Utrecht bespreken ze welk beeld ”De Da Vinci Code” van het christendom tekent.
Klaas: „Het was een leuk boek om te lezen, het las als een trein. Alleen kun je je afvragen of de schrijver op de juiste manier met de feiten omgaat.”
Marja: „Ik vond het ook spannend, echt een pageturner. Maar ik heb ernstige bedenkingen bij de manier waarop de schrijver het christelijk geloof in een kwaad daglicht stelt. En de vrouwenverering die uit het verhaal spreekt, daar ben ik het absoluut niet mee eens. Ik vind het een gevaarlijk boek, omdat de schrijver in twijfel trekt wat waarheid is.”
Marjolein: „Dan Brown kan ontzettend goed schrijven, ik vind dat hij zijn opvattingen heel knap onder woorden brengt, heel overtuigend. Ja, hij overtuigt mij niet hoor, maar het is wel een superverhaal. Maar met zijn boodschap gaat hij totaal de mist in. Yin en yang en vrouwelijkheid en kelk en graal… ik geloof er niet in, maar ik denk dat mensen er wel door aan het denken gezet kunnen worden.”
Klaas: „Maar het is fictie.”
Marjolein: „Ja, maar hij gebruikt wél heel veel feiten.”
Marja: „Juist daardoor kun je gaan denken dat het hele verhaal op feiten berust.”
Over welke feiten hebben we het dan?
Marjolein: „Volgens hem zijn er nog steeds nakomelingen van Jezus en Maria Magdalena op aarde. Dat baseert hij op het evangelie van Filippus, maar dan denk ik: Dat ontbreekt niet voor niets in de Bijbel.”
Marja: „Ja, maar Dan Brown zegt natuurlijk dat de kerk dat bewust uit de Bijbel weggelaten heeft, omdat vrouwen niet te belangrijk mochten worden. Daarom is zijn boek zo gevaarlijk. Ik weet zeker dat de Bijbel juist is, maar iemand die daarover twijfelt kan heel makkelijk denken: Zie je wel!”
Klaas: „Sommige wetenschappelijke feitjes vind ik leuk, over het getal phi bijvoorbeeld en over het pentagram dat Venus en de aarde en de zon in de lucht maken.”
Marjolein: „Of over de mens van Vitruvius, dat heb ik met kunstgeschiedenis gehad. Ja, dat soort dingen vind ik ook leuk, de schrijver heeft ontzettend veel onderzoek gedaan, daar heb ik waardering voor.”
Klaas: „Er zitten best dingen in het verhaal die waar zijn, maar de feiten over de kerk kun je niet vertrouwen - dat maakt het verwarrend. De schrijver zegt bijvoorbeeld dat pas in Nicea vastgesteld is dat Jezus de Zoon van God was, dankzij een meerderheid van stemmen. Maar dat was helemaal niet zo. De canon van bijbelboeken is ook niet vastgesteld door keizer Constantijn, zoals hij beweert. De kerk heeft rond die tijd -vooral op het concilie van Carthago- alleen maar bevestigd wat allang als canon geaccepteerd was.”
De schrijver zegt zelf dat hij geen waarheden verkondigt, dat hij alleen maar de discussie over religie op gang wil brengen.
Marjolein: „Hij brengt zeker een discussie op gang, maar die is niet positief voor het christendom. Het wezen van het geloof is een relatie met God, maar daarvan zie je bij hem helemaal niets.”
Klaas: „Hij stelt de basis van het christendom ter discussie, dat lijkt me niet iets waarover te discussiëren valt. Maar hij heeft bijvoorbeeld ook kritiek op de Rooms-Katholieke Kerk, die van zichzelf zegt dat zij de enige weg naar God is. Daar zit wel weer iets in.”
Marja: „Maar dat vind ik toch gevaarlijk tegenover niet-christenen, die maken geen verschil tussen kerken. Je zou kunnen denken dat alle kerken van bedrog aan elkaar hangen, dat overal de vrouwen onderdrukt worden. Ik voelde me gewoon aangevallen, de bijbelse gezagsverhouding heeft niets met onderdrukking te maken, vrouwen zijn niet minder of meer dan mannen. Maar Dan Brown draait de rollen om, hij aanbídt gewoon het vrouwelijke.”
Marjolein: „Dat vind ik zo overdreven. Een vrouw is óók niet alles! Het lijkt wel of een vrouw helemaal perfect, verheven, heilig is. Dat is dan bedoeld als een reactie op de houding van de kerk, maar de schrijver slaat wel een beetje door.”
Marja: „Hij gooit wat twijfelachtige punten over het christendom op tafel, maar hij gaat niet in op het geloof zelf. Hoe kun je over religie nadenken als je God er buiten laat?”
Hoe geschikt is ”De Da Vinci Code” voor het gesprek met andersdenkenden?
Marja: „Als ik over zo’n boek in discussie ga, ben ik alleen maar aan het verdedigen wat ik geloof. En ik wil niet verdedigen, ik wil getuigen - dat is iets heel anders.”
Klaas: „Je kunt er wel een gesprek door krijgen met mensen die normaal gesproken niet over het geloof nadenken. Het kan een aanleiding zijn.”
Marja: „Ik vind het echt een gevaarlijk boek, je ziet niet wat waar is en wat niet.”
Klaas: „Je gaat je geloof toch niet baseren op een román?”
Marjolein: „Ik kan me niet voorstellen dat iemand dat allemaal gelooft. Maar ik denk dat het wel een kans is om te laten zien dat het christelijk geloof helemaal niet is zoals het hier afgeschilderd wordt.”
Marja: „De vraag is of je daarvoor dit boek nodig hebt.”
Was ”De Da Vinci Code” confronterend voor jullie zelf?
Klaas: „Totaal niet, ik vind het heel vergezocht, voor mij is het gewoon een verzonnen verhaal.”
Marja: „Voor mezelf was het niet bedreigend, maar ik heb wel moeite met de manier waarop Christus hier beschreven wordt. Dat klopt gewoon niet, dat beledigt Hem, dat beledigt het hele christendom. Het is gewoon niet nuttig om zo’n boek te lezen.”
Marjolein: „Persoonlijk ben ik niet aan het twijfelen gebracht, absoluut helemaal niet. Ik denk juist dat het voor christenen heel goed is om zo’n boek te lezen. Je moet toch weten hoe andere mensen denken? En het kan leiden tot een soort onderzoek van jezelf: Waar sta ik, wat geloof ik?”
Klaas: „Is dat juist niet het gevaar, dát je daarover gaat nadenken?”
Marjolein: „Ik denk dat Gods Woord zo duidelijk is dat ik geen enkele mogelijkheid zie om dit verhaal serieus te nemen.”