Na een ogenschijnlijk vlekkeloze lancering van de spaceshuttle Discovery, dinsdagmiddag iets over halfvijf Nederlandse tijd, is er bij de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie inmiddels lichte bezorgdheid ontstaan. Op beelden van de lancering is bij nader onderzoek toch een stukje losgeraakt wit materiaal te zien.
De vlucht van spaceshuttle Discovery is de eerste na het ongeluk met het ruimteveer Columbia op 1 februari 2003. Die shuttle verging bij terugkeer naar de aarde, slechts zestien minuten voor de landing. Alle zeven bemanningleden kwamen daarbij om het leven. Bij de lancering raakte toen een stukje isolatiemateriaal los van de grote brandstoftank. Dat beschadigde de isolatie van de linkervleugel, waardoor die tijdens terugkeer in de dampkring verbrandde.
De NASA verwacht pas over een dag of zes een compleet beeld te hebben van wat er bij de lancering precies is gebeurd, aldus plaatsvervangend programmadirecteur Wayne Hale. Hij zei dat het voorwerp niet per se een hard onderdeel van de brandstoftank of de shuttle hoeft te zijn. Het zou ook kunnen gaan om een stuk papier dat volgens plan heeft losgelaten.
„De belangrijkste doelstelling van deze missie is het testen van veiligheidsmaatregelen”, aldus Marc Heppener, wetenschappelijk medewerker bemande ruimtevaart van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Heppener zei dit dinsdagmiddag tijdens een toelichting op beelden van de lancering in het bezoekerscentrum van de ESA in Noordwijk. De NASA voerde diverse aanpassingen uit op advies van de commissie die het ongeluk met de Columbia onderzocht. „De astronauten moeten testen of die nieuwe procedures werken.”
De Discovery zal op haar twaalfdaagse missie het internationale ruimtestation ISS bevoorraden. Het hervatten van vluchten is belangrijk voor de uitbreiding daarvan. Heppener: „Nog veel ISS-onderdelen moeten met een shuttle worden gelanceerd. Na deze missie zijn nog 28 andere vluchten nodig.” Het station zou in 2010 af moeten zijn, maar door het ontbreken van spaceshuttles de afgelopen tweeënhalf jaar is het de vraag of de NASA dat haalt.
Over twee dagen zal de Discovery bij het internationale ruimtestation aankomen. De terugkeer naar de aarde moet op 7 augustus plaatsvinden. Ook al is de lancering goed verlopen, in Noordwijk is de reactie: „We drinken pas champagne als hij weer veilig terug is.” NASA-directeur Michael Griffin benadrukte eveneens dat pas na terugkeer van de Discovery op aarde van een veilige vlucht kan worden gesproken.
Oorspronkelijk zou de shuttle op 13 juli de lucht in gaan, maar de NASA besloot toen -slechts een paar uur voor de geplande start- de lancering uit te stellen vanwege een niet goed functionerende brandstofsensor. Deskundigen hebben de oorzaak van het euvel echter niet kunnen achterhalen. Dinsdagmiddag werkten alle vier de sensoren naar behoren.
Om de veiligheid te garanderen, hoeven slechts twee van de vier brandstofmeters het te doen, maar sinds het ongeluk met de Challenger, die in 1986 tijdens de lancering explodeerde, moeten alle vier de meters in orde zijn.