„Terroristen willen chaos scheppen door onschuldige mensen te doden". Op de vraag of hij zich niet verantwoordelijk voelde voor de toenemende dreiging in eigen land als mogelijk gevolg van de Britse inzet in Irak, riposteerde de premier dat de aanslagen op 11 september 2001 juist vòòr de inval in Irak plaatsvonden.

Blair zei dat Londen zwaar op de proef is gesteld, maar dat het Britse volk niet zal buigen. Over terroristische netwerken zei de premier: „Al–Qaeda is geen democratische organisatie. Ze willen van landen heus geen democratie maken, ze willen er een Taliban–achtige staat van maken".

Namens de regering bood de premier opnieuw excuses aan voor het doodschieten van een onschuldige Braziliaan. Die werd er van verdacht met een bom rond te lopen, maar bleek later niets met de aanslagen te maken te hebben. Blair zei dat hij zijn steun had gegeven aan meer bevoegdheden voor de politie. „Het is volgens mij in deze zware omstandigheden heel redelijk om mensen langer vast te kunnen houden, zodat er goed verhoor kan plaatsvinden". En: „Mensen verachten van ons dat we de juiste maatregelen nemen zodat ze zich veilig voelen".