Bommen leveren schat aan informatie
Forensisch onderzoek op de bommen die donderdag in Londen niet tot ontploffing kwamen moet uitwijzen hoe ze zijn gemaakt. Mogelijk leiden vingerafdrukken en DNA-sporen ook tot de daders.
Het is mogelijk dat de aanslagen van afgelopen week en die van twee weken geleden door dezelfde persoon of organisatie zijn beraamd. De BBC schetst een aantal overeenkomsten: de bommen zaten in eenzelfde soort rugzak, het gebruikte explosief is hetzelfde en de doelen -drie metrotreinen en een bus- komen overeen.
De grote vraag in het onderzoek is waarom alle bommen weigerden te ontploffen. Mike Granatt, antiterrorismeadviseur van de Britse regering, denkt dat het door onnauwkeurigheid komt. „Mensen die dingen gehaast en onder druk doen, maken fouten.”
Volgens deskundigen bevatten de bommen zowel twee weken geleden als afgelopen week het uiterst explosieve acetonperoxide. Een andere naam hiervoor is tri-aceton-tri-peroxide, kortweg TATP genoemd. De stof ontstaat bij het mengen van aceton, waterstofperoxide en sterk zuur, zoals zoutzuur of zwavelzuur. Bijna elke drogist of apotheek verkoopt de basisstoffen en het recept is vrij gemakkelijk op internet te vinden. De politie verwacht dat de bommen zelfgemaakt zijn.
De ingrediënten moeten in de juiste verhoudingen worden gemengd. Bij voldoende koeling ontstaan na verloop van tijd witte kristallen in de vloeistof: het explosieve waterstofperoxide. De bom in een Londense bus verspreidde donderdag een sterke acetongeur, wat erop zou duiden dat de maker de verkeerde verhoudingen heeft gebruikt. Het is mogelijk dat de explosieven hierdoor niet afgingen.
TATP is uiterst instabiel en moet daarom gestabiliseerd worden, anders ontploft het al bij een kleine schok of opwarming. Waarschijnlijk heeft iedere bommenmaker hiervoor zijn eigen recept. In Israël, waar de stof veel gebruikt wordt bij zelfmoordaanslagen, zijn veel gevallen van voortijdige explosie bekend.
Bijzonder aan acetonperoxide is dat er weinig warmte vrijkomt bij explosie - dit in tegenstelling tot de meeste springstoffen. Dit zou kunnen verklaren waarom er bij de explosies twee weken geleden geen brand uitbrak in de metro’s.
De rugzakken die de vier daders achterlieten met daarin de bommen zijn voor het forensisch onderzoek „een goudmijn. Het is mogelijk dat er vingerafdrukken op zitten. Onderzoekers kunnen het materiaal bekijken, vergelijken en de ingrediënten zien te achterhalen”, aldus Granatt. Het vinden van DNA-sporen kan cruciaal blijken in het opsporen van degenen die de bom bij zich droegen.
Afgelopen week waren er ooggetuigen van alle vier de mislukte pogingen. Hun verklaringen konden ook wel eens van grote betekenis zijn bij het opsporen van de daders.