Nijmegen viert dit jaar niet zómaar een jubileumpje. De oudste stad van Nederland is jarig, en dat zullen de bezoekers weten. Maastricht heeft het nakijken.
Nijmegen of toch Maastricht? Er staat veel op het spel. Er kan maar één oudste stad van Nederland zijn, die, als het pleit is beslecht, ook als zodanig in de geschiedenisboeken terecht zal komen. Het is dus niet voor niets dat de steden in de achterliggende jaren regelmatig als kemphanen tegenover elkaar stonden, om elkaar af te troeven met weer nieuwe bewijzen.
Archeologen zijn het er niet over eens. Zo stelt H. Heidinga, hoogleraar archeologie aan de Universiteit van Amsterdam, dat Maastricht en Nijmegen weliswaar ongeveer gelijktijdig werden bewoond, maar dat Nijmegen later weer verlaten werd. De eer van oudste stad van Nederland komt dus toe aan Maastricht, aldus Heidinga.
Toch lijkt Nijmegen het pleit gewonnen te hebben. Vorige maand nog bewees archeologe Fleur Kemmers dat de Romeinse wortels van Nijmegen nóg verder teruggaan dan gedacht. Bij opgravingen zijn munten gevonden die tot de conclusie leidden dat Romeinse soldaten al in 19 voor Christus aan de Waal neerstreken. Dat is een stuk eerder dan in Maastricht. Dus Nijmegen is de kampioen.
Ook Harry van Enckevort, stadsarcheoloog van het jarige Nijmegen, twijfelt niet aan de oudste rechten voor ’zijn’ stad. „De Romeinen waren niet alleen eerder in Nijmegen, maar er was hier ook veel eerder sprake van een stedelijke nederzetting. Maastricht is nog lange tijd een dorp gebleven, terwijl Nijmegen duidelijk de tekenen van een stad droeg. Zo waren hier rond het begin van de jaartelling al herbergen en winkeltjes. Die trof je op het platteland zeker niet aan.”
Van Enckevort staat voor het Museum Het Valkhof, op de plaats waar ooit een Romeins legerkamp lag. Historische grond dus, temeer omdat Karel de Grote er later een burcht liet bouwen.
De stadsarcheoloog erkent dat Nijmegen in de eerste eeuw een tijdje verlaten is geweest. Of beter: verschoven. „In 69 of 70 is de stad in brand gestoken. Maar de bewoners zijn toen een kilometer naar het westen opgeschoven, zo kunnen we zien aan de hand van opgravingen. En in het begin van de vierde eeuw werd de stad op de plaats waar we nu staan opnieuw opgebouwd. De stedelijke nederzetting is in feite dus altijd gebleven.”
Om te bepalen hoe oud een stad is, kijkt een archeoloog naar de vroegere functie, zegt Van Enckevort, terwijl hij bij een opgraving leemresten laat zien die uit de eerste eeuw stammen. „Stadsrechten zeggen niet zo veel. Die kwamen vaak pas later. En als een stad als Almere vijftig jaar bestaat, gedenken ze waarschijnlijk de eerste paal die de grond in is gegaan. Maar wij kijken vooral naar de functie die de plaats had. Dan zie je dat Nijmegen rond het begin van de jaartelling compleet afwijkt van naburige nederzettingen. De stad heeft duidelijk een bestuurlijke en waarschijnlijk ook een religieuze functie. De viering van 2000 jaar stad is dan ook goed te verdedigen. Eigenlijk zijn we zelfs een paar jaar te laat.”
Maar beter laat dan nooit, moet de Nijmeegse burgemeester Guusje ter Horst gedacht hebben. Zij is trots op het jubileum van Nijmegen, en wil dat weten ook. „Want: Weet iedere Nederlander dat Nijmegen de oudste stad van Nederland is? Nee. Op de dag van vandaag weet maar een op de acht Nederlanders dat Nijmegen de oudste stad is.”
De burgemeester riep de inwoners bij het begin van het feestjaar op „ambassadeur” te zijn: „Als u tegen iedereen zegt dat niet Amsterdam, niet Maastricht, maar Nijmegen de oudste stad is, dan weten eind 2005 alle Nederlanders dat. Behalve zij die het niet willen weten.”
Best kans dat er van die laatste groep nog heel wat in Maastricht te vinden zijn.
Dit is het vierde deel in een serie over plaatsen die dit jaar een jubileum vieren. Volgende week dinsdag deel vijf.