„Het weer bezorgt ons de meeste kopzorgen”, aldus Michael Griffin, directeur van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA.
Verder staat de lancering van het ruimteveer Discovery volgens hem niets meer in de weg, ondanks een laatste reparatie dinsdag door een vallend beschermingspaneel van een van de voorruiten van de shuttle.
Het gaat hierbij om een beschermingspaneel of beschermingskap die kort voor de lancering wordt weggehaald. Om nog onbekende reden viel het paneel van de ruit en beschadigde enkele hitteschilden bij de staart van de shuttle. De schade was snel hersteld, maar het incident herinnerde aan het lot van het ruimteveer Columbia, dat in januari 2003 schade opliep bij de lancering door een stuk losgeraakt isolatiemateriaal.
De schade aan het hitteschild van de linker vleugel bleek zo ernstig dat de Columbia bij terugkeer in de dampkring op één februari 2003 begon te smelten en uit elkaar viel. Bij dit ongeluk kwamen alle zeven astronauten om het leven. Sindsdien werd niet alleen het shuttleprogramma maar de hele NASA grondig doorgelicht. Een onderzoekscommissie constateerde een laks veiligheidsbeleid bij de ruimtevaartorganisatie.
Daarin is wel verbetering gekomen, maar niet voldoende. Dat was de conclusie van een commissie van deskundigen die eind vorige maand concludeerde dat de NASA na de Columbia-ramp onvoldoende heeft gedaan om veiligheidsrisico’s te voorkomen. Desondanks besloot de NASA om de lancering van de Discovery -de eerste bemande ruimtevlucht na de Columbia-ramp- te laten doorgaan.
Vanmiddag om 15.51 uur lokale tijd (21.51 uur Nederlandse tijd) gaat de Discovery de lucht in, op weg naar het internationale ruimtestation. Er bestaat echter kans op regen- en onweersbuien. Als de NASA-meteorologen het niet verantwoord vinden om te lanceren, dan wordt het vertrek van de Discovery tot morgen uitgesteld. Sommige ruimtevaartdeskundigen zien de nieuwe missie met enige zorg tegemoet.
„De Discovery is met 21 jaar het oudste ruimteveer. De pauze van bijna tweeënhalf jaar in bemande ruimtevluchten is ook niet gunstig voor de shuttles. Dit zijn gecompliceerde machines samengesteld uit 2,5 miljoen onderdelen. Sommige daarvan kunnen door de lange werkpauze uitdrogen, verharden of verroesten. Om zulke machines vliegvaardig te houden moeten zij regelmatig vliegen. Theoretisch is het allemaal verantwoord, maar of dat werkelijk zo is kan alleen de praktijk uitwijzen”, aldus oud-astronaut Jim Wetherbee, die de NASA in 2003 hielp met het onderzoek naar de oorzaken van de Columbia-ramp.