De langste bank van Nederland staat sinds maandag in Steenwijk. Het zitmeubel, gemaakt van buizen, is exact 750 decimeter lang. Omdat Steenwijk ongeveer 750 jaar geleden zijn stadsrechten kreeg.
De exacte datum waarop het dorp Steenwijk een stad werd, is niet bekend. De officiële documenten zijn verloren gegaan tijdens een brand in 1523. Toen werd de vestingstad platgebrand door de Geldersen. Alle archiefstukken over de stadsrechten verdwenen.
Steenwijk was eeuwenlang het toneel van strijd. Wandelend over de wallen rond de historische binnenstad kan historicus H. Spreen er urenlang over vertellen. „Steenwijk was samen met Coevorden de poort naar de noordelijke provincies. Wie deze steden in handen had, had de controle over Friesland, Groningen en Drenthe.”
Bekend is de belegering van Steenwijk door graaf van Rennenberg in de winter van 1580-1581. Onder de deskundige leiding van hopman Johan van den Kornput hield de stad stand. Sindsdien vereert Steenwijk hem als een held, hoewel de krijgsheer pas in 2003 een standbeeld kreeg. Spreen: „Men vergeet dat onze stad een halfjaar later alsnog voor de Spanjaarden is gevallen.”
In 1592 kwam prins Maurits om de belangrijke stad te heroveren. Dat was lastig omdat de Spanjaarden de stad in de tussenliggende tijd aan alle kanten hadden versterkt. Spreen wijst de plaats aan waar het leger van Maurits een dam over de gracht bouwde. Nu grazen er schapen. Toen groeven de soldaten een gat in de wallen, dat ze vulden met kruit. Via een kruitspoor lieten de soldaten de wal ontploffen. Spreen: „Het was de bedoeling dat de grond naar binnen zou vallen, boven op de Spekken. Maar hij viel naar buiten. Daarbij kwamen heel wat belegeraars om, onder wie de zoon van Marnix van Sint Aldegonde.”
Op de Johan van den Kornputsingel wijst Spreen op een klein messing plaatje op de deur van nummer 34. ”Bestrijding der bedelarij door werkverschaffing” valt er met enige moeite op te lezen. „Steenwijkers konden voor 1 gulden per jaar lid worden van een vereniging. Van de opbrengst werden bedelaars aan het werk gezet voor een kwartje per week, maximaal acht weken lang. Zij mochten dan niet meer aanbellen bij mensen die zo’n plaatje op de deur hadden.” De vereniging was uniek in Nederland.
Steenwijk viert het 750-jarig jubileum met zo’n 140 activiteiten. Hoogtepunt is de ”feest10daagse” in september. Voorzitter van het feestcomité G. Ardesch: „We veranderen het marktplein in een arena, compleet met brood en spelen. Napoleontische strijders spelen historische gevechten na.”
Ardesch wil het jubileum gebruiken om „zaken in gang te zetten die ook in de toekomst nog effect hebben.” Zo zullen veertig scholen dit jaar voorzien worden allerlei moderne apparatuur, zoals digitale foto- en videocamera’s. Daarmee kunnen bovenbouwleerlingen cultuurhistorische aspecten van de stad vastleggen en die beelden via internet uitwisselen met kinderen uit andere landen. Ardesch: „Steenwijk zal de eerste gemeente in Nederland zijn waar kinderen zo’n digitale voorsprong hebben. Binnen twee jaar krijg je hier een sms’je met informatie zodra je langs een bezienswaardigheid loopt.”
Andere blijvende zaken die Steenwijk er dit jaar bij krijgt zijn onder andere een beeld voor Lammechien, de eerste vrouwelijke klokkenluidster, een webwinkel met echte Steenwijker producten en natuurlijk de langste bank van Nederland. Als het aan Ardesch ligt moet de bank ook de grootste hangplek voor ouderen in Nederland worden. „We dragen hen een warm hart toe.”
Met de bank wil Steenwijk op verschillende manieren in het Guinness Book of Records komen. Ardesch: „Op de laatste schooldag gaan we proberen zo veel mogelijk kinderen tegelijk op de bank te zetten. Zittend zullen dat er zo’n 150 tot 200 zijn, maar als ze gaan staan kunnen er wel een paar honderd op.”
Dit is het derde deel in een serie over plaatsen die dit jaar een jubileum vieren. Volgende week dinsdag deel vier.