Onbetwiste blikvanger in Serooskerke op Schouwen-Duiveland is de hervormde kerk. Dit jaar bestaat de kerkelijke gemeente in het dik 350 inwoners tellende dorp aan de Oosterschelde 600 jaar. „We hebben hier een kerk en een glasbak, maar we missen niks.”
„Is er in de krant nog iets geschreven over de vermiste zwart-witte kat?” informeert een jeugdige voetballer op het veldje voor de kerk. De vraag van de knaap illustreert het aangenaam kleinschalige karakter van Serooskerke. Een koerende duif en wat kinderstemmen zijn zo’n beetje de enige geluiden midden op een zomerse dag.
Enkele weken geleden vierde de kerkelijke gemeente (confessioneel hervormd) van Serooskerke het 600-jarig bestaan. Speciaal voor die gelegenheid verzorgde de Urker mannenzangvereniging ”Onger Oens” een optreden. Dat maakte de nodige indruk. In de kerk wrijft domineesvrouw A. Bos over haar arm. „Ik kreeg er kippenvel van. Het was indrukwekkend. Die mannen zingen wel eens een noot te veel, maar ze raken je hart. Ze begonnen met Psalm 108 vers 1 en 2. De hoorders dachten even dat ze de kerk werden uitgeblazen.”
Pal achter het plaatsnaambord van Serooskerke heet een opvallend bord bezoekers welkom in de kerk. Wie echter denkt dat de bevolking van het Zeeuwse dorp massaal ter kerke gaat, komt bedrogen uit. Van de ongeveer 150 kerkgangers komen er enkele tientallen uit Serooskerke zelf. „De mensen zijn hier vriendelijk, maar ze zijn erg bang dat de drempel van de kerk versleten raakt”, moet Bos tot haar verdriet vaststellen.
De kerkelijke gemeente van Serooskerke wordt in 1405, dan nog als rooms-katholieke parochie, voor het eerst genoemd, en wel in de rekeningen van het bisdom Utrecht.
Ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog maakt de kerk roerige tijden door. In 1575 is Serooskerke in handen van de Spanjaarden. Op 14 december van dat jaar ondernemen de geuzen met boten een aanval op het dorp. Ze plunderen Serooskerke en de kerk loopt door brand zware schade op. Tientallen jaren later, in 1611, krijgt de kerk de eerste hervormde predikant: Lucas Spiering. Hij wordt bevestigd door Willem Teellinck, predikant van Haamstede en Burgh, zo meldt Huib Uil, archivaris van de gemeente Schouwen-Duiveland.
Meer dan drie eeuwen later, op 1 februari 1953, krijgt de hervormde kerk van Serooskerke het opnieuw zwaar te verduren. Tijdens de stormvloed ontstaat grote schade aan het godshuis. Diverse dorpelingen zoeken een tijdelijk veilig heenkomen in de hoger gelegen kerk.
De watersnoodramp van 1953 stempelt ook in Serooskerke de lokale geschiedenis. Golven sloegen een krater van 500 meter in de dijk. Op een monument voor de kerk staan de namen van vijftien slachtoffers. Onder hen de 32-jarige K. Simons-Dijkstra en haar vier kinderen in de leeftijd van 3 tot 10 jaar. „We hebben het hier altijd over voor en na de ramp”, zegt Huib Bouwman, inwoner van Serooskerke.
Zijn vrouw Stien: „Mijn vader heeft wekenlang met kotters geholpen om mensen te redden. Vier ooms van moeders kant hebben kinderen verloren. De een bleef bijvoorbeeld haken achter een boompje, de ander achter een spijker. Het was verschrikkelijk.”
Dit is het tweede deel in een serie over plaatsen die dit jaar een jubileum vieren. Volgende week dinsdag deel 3.