De twee vrouwen hielden gedurende de oorlog Joop van Straten verborgen op hun boerderij in Asperen.

Van Straten werkte in een fabriek totdat de deportaties van joden naar concentratiekampen begonnen. Hij ontsnapte na zijn aanhouding uit het politiebureau en vluchtte naar de familie Duizer, die hij kende. Gijsbertje en haar dochter Hilde verschaften hem onmiddellijk een onderduikplek.

Kort daarna hielden de Duitsers een razzia. De schuilplaats van Van Straten bevond zich tussen het hooi. De Duitsers doorzochten het hele huis en ze zouden ook in het hooi zijn gaan zoeken, als Hilde en enkele andere meisjes geen gesprek met de soldaten waren begonnen met het doel hen af te leiden. Na een kwartier verlieten de Duitsers het huis zonder verder te zoeken.

Bij dezelfde Duitse zoekactie werden de ouders van Van Straten en vijf andere joden die op een boerderij in de buurt waren ondergedoken, gearresteerd. Zij werden in Auschwitz vermoord.

Van Straten bleef tot het einde van de oorlog bij de familie Duizer. Na de oorlog bekeerde Hilde zich tot het jodendom en trouwde met Van Straten. Het echtpaar verhuisde naar Israël.

Van Straten overleed in 1988. Zijn schoonmoeder Gijsbertje Duizer stierf in 1968 en zal postuum worden geëerd.